Zo’n 550.000 Nederlandse huishoudens leven in zogeheten energiearmoede. Zij hebben een hoge energierekening, meestal een slecht geïsoleerd huis en een laag inkomen. Dat concludeert onderzoeksorganisatie TNO, op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2019 voor ruim 6,1 miljoen huishoudens.
TNO heeft niet alleen onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het probleem, maar heeft ook voor het eerst gemeten waar in Nederland verschillende vormen van energiearmoede vooral voorkomen.
“In tegenstelling tot de verwachtingen zien we vooral energiearmoede buiten de Randstad: in het noorden, oosten en zuidoosten van het land en deels in Zeeland”, zegt Peter Mulder, hoofdonderzoeker van TNO. “Daar heb je relatief veel mensen met een laag inkomen en huizen waar, bij wijze van spreken, de wind door de kamer waait.”
Isolatie van huizen
Om beter zicht te krijgen op energiearmoede moet volgens Mulder niet alleen naar de betaalbaarheid van de energierekening worden gekeken, die dit jaar hard kan oplopen. Ook de kwaliteit van de woning speelt een rol, net als de mate waarin bewoners hun huis kunnen verduurzamen.
TNO onderscheidt twee groepen. Enerzijds zijn er huurders van slecht geïsoleerde huizen die daar niets aan kunnen doen, omdat de verhuurder over de verduurzaming gaat. Anderzijds zijn er eigenaren van “energieslurpende” huizen die geen geld hebben om in een zuiniger huis te investeren.
“Uit ons onderzoek blijkt dat bijna de helft van de huishoudens in een onvoldoende geïsoleerd huis woont en daar niet zo veel aan kan doen. Een groot deel van hen heeft op dit moment geen probleem met het betalen van hun energierekening. Maar als de gasprijs verder gaat stijgen, kan een deel van de huishoudens uit deze groep alsnog een betalingsprobleem krijgen”, waarschuwt Mulder.
Volgens TNO helpt het versnellen van de energietransitie om de energiearmoede te bestrijden. “Door met een gericht beleid juist nu meer huizen te verduurzamen kunnen we voorkomen dat meer huishoudens in problemen raken en helpen we de energietransitie op gang”, zegt Mulder.
Geen inkomensarmoede
De ruim half miljoen huishoudens die in energiearmoede leven, staat voor zo’n 7 procent van het totaal aantal huishoudens. Ter vergelijking: inkomensarmoede komt bij zo’n 15 procent van alle huishoudens voor. Volgens TNO hebben energiearmoede en inkomensarmoede met elkaar te maken, maar vallen de verschijnselen lang niet altijd samen.
Onderzoeker Mulder: “Energiearmoede ligt geconcentreerder. In slechts vijf gemeenten en 7 procent van de wijken is meer dan 10 procent van de huishoudens energiearm. Dat maakt gericht beleid per gemeente of regio eenvoudiger.”