De uitval van demissionair premier Mark Rutte naar regerend premier Victor Orbán loog er niet om. Of Hongarije de Europese Unie niet beter kon verlaten als het land lak had aan de waardengemeenschap die in de EU is? Geen van de andere regeringsleiders in Brussel trok zo hard van leer tegen de Hongaarse wet die de mensenrechten van homo’s, lesbiennes en transgenders met voeten treedt.
Zo kennen we Rutte weer. De man die verbaal uithaalt als er dingen gebeuren die hem niet bevallen. Voetbalsupporters die de coronaregels aan hun laars lappen, krijgen te horen dat ze ‘gewoon hun bek moeten houden’. Relschoppers in de Haagse Schilderswijk werden door Rutte weggezet als ‘achterlijke gladiolen’. Turks-Nederlandse jongeren die in Rotterdam NOS-medewerkers lastigvielen, moesten ‘oppleuren’. En Rutte wilde raddraaiers die hulpverleners te lijf gingen, ‘graag in elkaar slaan’.
“Het is onmogelijk om een lidstaat uit de Europese Unie te zetten en de kans dat Hongarije uit zichzelf opstapt, is nihil.”
Maar ook zonder grof taalgebruik weet Rutte glashelder te maken wat hij bedoelt. Tegen bankiers die klagen dat ze in het buitenland meer kunnen verdienen, zei hij: “Dan ga je toch naar Londen. Toedeledoki!” En een staatssecretaris uit zijn kabinet die zijn werk wel erg zwaar vond, kreeg te horen: “Toen Macron zo oud was als jij leidde hij al een hele republiek.” Niet klagen dus.
De uithaal naar de Hongaarse minister-president is van een hele andere orde. Hier wordt het bestaan van de Europese Unie in essentie bedreigd. Het tekent Rutte, die zegt waar het volgens hem op staat en niet bang is voor de gevolgen. In dit geval zijn de consequenties ongeveer nul. Het is onmogelijk om een lidstaat uit de Europese Unie te zetten en de kans dat Hongarije uit zichzelf opstapt, is nihil. Dat zou ook dom zijn; het land krijgt een hoop euro’s uit de Brusselse kas. En het weet zich bovendien gesteund door andere Oost-Europese landen als Polen, Slovenië en Bulgarije. En door Geert Wilders, die zich in een tweet bij Orbán verontschuldigde voor de opmerking van ‘de idioot Rutte’. En dan raar opkijken dat je wordt uitgesloten van regeringsdeelname.
“Begin april zat Rutte erbij als een dood vogeltje dat alleen nog maar door zijn eigen partij overeind werd gehouden.”
Het mag dan waarschijnlijk niets uithalen (Orbán zal niet door de knieën gaan voor de verontwaardiging in Brussel), maar de uithaal zegt wel iets over Ruttes herwonnen zelfvertrouwen. In de nacht van 1 op 2 april, toen nagenoeg de hele Kamer vanwege ‘Omtzigt-gate’ een motie van wantrouwen tegen Rutte steunde en alleen CDA, D66 en ChristenUnie zich beperkten tot een motie van afkeuring, zat Rutte erbij als een dood vogeltje dat alleen nog maar door zijn eigen partij overeind werd gehouden. Het kostte hem moeite weer op te krabbelen. Hij ging zijn stinkende best doen, beloofde hij, om het vertrouwen terug te winnen. Maar het duurde lang, wekenlang, voordat de scepsis van andere partijen begon te slijten.
Dat is deze week compleet veranderd, met de breed gesteunde motie om Rutte samen met Sigrid Kaag een proeve van een regeerakkoord te laten schrijven. De partijen die bijna drie maanden geleden het vertrouwen in Rutte opzegden of zijn handelwijze afkeurden, zijn in meerderheid over hun schaduw heem gestapt. Ze konden ook niet anders. De VVD dacht er niet aan om Rutte in het Omtzigt-echec te laten vallen en de rest van de Kamer kon voor de formatie van een nieuw kabinet niet om de grootste partij heen.
Rutte heeft niet alleen het vertrouwen van de Kamer teruggekregen, ook zijn eigen zelfvertrouwen.