Er gaat geen dag voorbij of “onze” Belastingdienst gaat in de media door het stof. Hoezo “onze Belastingdienst?” De Belastingdienst is toch van de overheid, voor de regering? Nee hoor, je zou het haast vergeten, de Belastingdienst is er voor de burger, voor de belastingbetaler dus. Ooit heb ik dat vroeger(1965-69) met de lessen handelskennis op school geleerd. De overheidsdienst genoot in die tijd een hoog aanzien. Het was een betrouwbaar instituut en de belastinginspecteur straalde een (ambtelijk) gezag uit. In de schoolboeken werd uitgelegd dat het betalen van belasting heel belangrijk was voor de ontwikkeling van ons land. Voor het onderwijs, voor weg en waterbouw, voor onze veiligheid, Defensie en Politie, enzovoort, enzovoort. We betaalden met ‘liefde’ want onze centen werden immers goed besteed.
Van commies naar computer
Belastingtarieven waren rechtvaardig, de burger betaalde naar draagkracht conform een progressief tarief. Iedere stad van formaat had een eigen Inspectie van Belastingen, Douane en Accijnzen waar we in gesprek konden met de Inspecteur of één van zijn commiezen. Onze afdrachten deden we contant bij de kassier van het Ontvangkantoor. De goeie ouwe tijd dus. De belastingbetaler werd door de behandelend ambtenaar met respect behandeld. Sommige klanten, zoals ondernemers die problemen hadden met hun belastingafdrachten, liepen via de dienstdoende bode bij de ingang rechtstreeks door naar de kamer van de behandelende commies. De belastingambtenaar van toen kende z’n klanten bij naam en voornaam. Hoe anders en onpersoonlijk is dat in deze 21ste eeuw. Tijden veranderen en wetten worden gewijzigd. De digitalisering was in aantocht en de Belastingdienst was de eerste overheidsinstantie die hun administratie ging automatiseren. Een omvangrijke klus die tientallen jaren in beslag nam. De Belastingdienst begon een reorganisatie die eeuwig lijkt te duren.
Van belastingen naar toeslagen
Kleine kantoren werden opgeheven, er kwamen grote regiokantoren. Daarmee kwam de dienst verder af te staan van de klant die eerder makkelijk kon binnen wippen. De reorganisatie van de dienst was geen tijdelijke aangelegenheid maar ging alsmaar verder vanwege de ingezette digitalisering. Met het internettijdperk mee en steeds verder weg bij de burger. Er kwam een Belastingtelefoon om de belastingplichtigen op afstand te helpen. De afspraken met de regiokantoren moesten tot een minimum worden beperkt want alle informatie kon do0r de telefonist uit de systemen worden afgelezen. Het sluiten van kantoren ging door. Douanekantoren werden afgesplitst en vormden een eigen eenheid. In 2005 had de politiek iets nieuws bedacht om de lagere inkomens tegemoet te komen voor de alsmaar duurder wordende levensstandaard in een verzorgingsstaat waar alles van de wieg tot aan het graf geregeld moest worden. Er werd een nieuw toeslagenkantoor ingericht om de Toeslagenwet uit te voeren. De Belastingdienst was daarvoor de aangewezen instelling met een centrale persoonsadministratie die inmiddels volledig was geautomatiseerd.
Accountancy kreeg nieuw verdienmodel
Een enorm automatiseringscomplex in Apeldoorn was het nieuw kloppend hart geworden van een meedogenloze overheidsinstantie die op afstand dicteerde. Belastingplichtigen hadden bijna allemaal een internetverbinding en konden hun belastingzaken vanuit hun computer regelen. Het aanvragen en tussentijds wijzigen van lopende toeslagen was een fluitje van een cent, althans zo riepen de politici in Den Haag. De accountancy, administratiekantoren en belastingconsulenten wisten intussen wel beter. Hun klantenbestand groeide, er was een nieuw verdienmodel bij gekomen. De problemen bij de burgers werden alsmaar groter door de complexiteit van belastingen en toeslagen. Behalve de inkomstenbelasting kregen lagere inkomens ook te maken met verschillende toeslagen. Je moest heel attent blijven, vooral als er zich wijzigingen in de gezinssamenstelling en het inkomen voor deden.
Iedereen een rugnummer
Voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en voorschotuitbetalingen van toeslagen werden gevolgd door definitieve afrekeningen. Post NL is de lachende derde. Sommige adressen ontvangen in één kalenderjaar tientallen brieven met het bekende rijkslogo. Sinds de toeslagenaffaire weten we hoeveel mensen hier een trauma aan hebben over gehouden. De Belastingdienst is van een achtenswaardige instelling veranderd in een gevoelloos tentakel. De behulpzame belastingambtenaar uit de jaren 60, 70, 80 is in een paar decennia veranderd in het beeld van een digitale ambtenaar die met een paar muisklikken een BSN(burgerservicenummer) kan indelen in digitale vakjes. De uitvoering van belastingwetgeving is gedigitaliseerd en belastingplichtigen zijn voorzien van een rugnummer.
Van mens naar een nummer
In 1985 kreeg elke inwoner een sofinummer. Het sociaal fiscaal nummer. Zat nog een klein sociaal tintje aan. De privacy werd geregeld in de Wet Persoonsregistraties die op 1 juli 1989 van kracht werd. Er was weinig oppositie vanuit de bevolking want er was nog geen zicht op de opkomst van de grote Techgiganten die met hun (sociale) netwerken de digitale wereld bestrijken. De Belastingdienst was van de NL-overheid en was er voor de burger, dus zou het goed zijn. In 2007 werd het sofinummer vervangen door het BSN. In combinatie met DigiD, een soort van digitaal paspoort, kon de Nederlandse overheid op internet iemands identiteit verifiëren. Onze rugnummers worden intussen bij steeds meer instanties, zoals werkgevers, pensioenfondsen, banken, verzekeraars, enzovoort, in hun computers opgenomen. Hoezo privacy? Ach, het is maar een nummer. Bij de Belastingdienst is sinds de invoering van het sofinummer de behandeling van de burger echter totaal veranderd. Hoezo “sociaal” fiscaal nummer? Van sociaal naar digitaal. Van mens naar een nummer.
Agenda 2030
In 2021 weten we waar het socialiseren van de samenleving toe heeft geleid. Ingrijpende hervormingen bij de Belastingdienst hebben geleid tot een onmenselijke behandeling van de burger. De belastingbetaler is een nummer geworden. Met een paar muisklikken wordt je ingedeeld in vakjes. Niet alleen onderscheid in particulier, ondernemer of multinational. Nee, ook het “plakplaatje” van slechte betaler, fraudeur, rommelaar, crimineel, buitenlands paspoort, enzovoort. In een digitale wereld waarin de burger een rugnummer heeft, en onze laptop een IP-adres, zullen we hier niet meer aan ontsnappen. De menselijke maat is verdwenen sinds we massaal het internet zijn opgegaan. Contacten tussen burgers en overheden lopen nu digitaal. De komst van Sars-Cov-2 heeft de boel in een stroomversnelling gezet. Is dat niet toevallig? Past wel heel goed in de agenda 2030 van het WEF. Een nieuwe technologische wereld, het begin van de transformatie van de mens: https://sdgs.un.org/2030agenda
GW