Sigrid Kaag kennen we tegenwoordig als de prediker van nieuw leiderschap voor Nederland, maar ooit genoot zij bekendheid als Neerlands trots in de wereld van de VN-diplomatie.
Niet dat iemand in ons land wist wie zij was –ze woonde hier ook niet- maar de vrouw van wie verteld werd dat zij kans had gezien de Syrische president en oorlogsmisdadiger Bashar Hafiz al-Assad te ontdoen van zijn chemische wapens vertoefde in de hoogste rangen van de Verenigde Naties. Met eerbied werd over haar gepraat en geschreven.
Haar naam werd zelfs genoemd als nieuwe secretaris-generaal, opvolger van de bejubelde Kofi Annan. Het werd een ministerschap van buitenlandse handel in het kleine Nederland, toch wat mager voor iemand die zo hoog was gestegen. Inmiddels is ze door de bizarre stoelendans in het demissionaire kabinet Rutte-III weer een treetje hoger geklommen. Als Minister of Foreign Affairs gaan de deuren in de hoogste diplomatieke kringen opnieuw voor haar open. Met het regeringsvliegtuig reist ze stad en land af, tot de bestuurskamers van de Taliban aan toe.
Om ondoorgrondelijke redenen meende zij de aangewezen persoon te zijn om D66 aan te voeren bij de Kamerverkiezingen. Waarom de inmiddels ervaren, sympathieke en verbaal begaafde Rob Jetten –jeugdig, divers en fotogeniek- het veld moest ruimen heb ik nooit begrepen, maar ere wie ere toekomt: D66 scoorde goed op 17 maart 2021.
Toen steeg het haar nog meer naar de bol dan nadat ze claimde Assad op de knieën gekregen te hebben. De werkelijkheid was dat ze zich door die schurk in het pak had laten naaien, zoals genadeloos bloot werd gelegd door diplomatiedeskundige Robert van de Roer ( https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-kaag-geeft-zichzelf-bizarre-zelffelicitatie-voor-schijnontwapening-van-assad~bfef43ec/?referrer=https%3A%2F%2Fstartgoogle.startpagina.nl%2F%3Fts%3Dts3%26origin%3Dhomepage%26query%3Drobert van de roer kaag )
In de roes van de verkiezingswinst dacht Kaag dat aan haar persoonlijke zeggenschap over alle beleidsterreinen toekwam. Nog geen twee dagen na de verkiezingszege eiste ze onmiddellijke afschaffing van de toen geldende avondklok. Jetten zal haar hebben uitgelegd dat het zo niet werkt in bestuurlijk Nederland. Schielijk trok ze haar keutel in, onder aanbieding van excuses aan de collega’s die wel over dat onderwerp gingen.
In retrospect konden we toen al de neergang zien aankomen die met haar ‘Schoo-lezing’ van 6 september 2021, de avond voor het Kamerdebat over de vastgelopen formatie, een nieuw dieptepunt heeft bereikt. Wie in deze fase van het formatieproces zijn belangrijkste gesprekspartner onverhoeds zo te kakken zet als Kaag deed toont aan niets begrepen te hebben van de omgangsvormen in de Nederlandse politiek. Haar hautaine ‘ik zei toch niets nieuws’ betoog in de Tweede Kamer maakte het alleen maar erger.
Verbijsterd zoeken ervaren parlementair journalisten en collega-politici naar de diepere achtergronden van Kaags Schoo-lezing. Daar moest toch een of andere strategie of doel achter zitten.
Ik denk dat er niks diepzinnigs achter zit, maar iets heel oppervlakkigs. Deze overschatte ‘topdiplomate’ heeft niets begrepen van het politieke spel en de bijbehorende omgangsvormen in en om het Binnenhof. Zij kan in de wereld een professional zijn, in Den Haag is zij een amateur.
In de veilige beschutting van het ministerschap kon ze, leunend op doorgewinterde, loyale en discrete departementsambtenaren, nog wegkomen met haar gebrekkige begrip van de Haagse mores en autoritaire neigingen. In het volle licht van een politiek leiderschap worden zulke mankementen genadeloos zichtbaar en meteen afgestraft. Dan kom je niet weg met kletsika over ‘nieuw leiderschap, de noodzaak van medemenselijkheid en praten langs de lijnen van de inhoud’.
“Ik vertrouw bijna niemand” sprak ze in het Kamerdebat toen haar gevraagd werd of ze nog vertrouwen had in VVD-leider Rutte. “Alleen mijn eigen man en een paar vrienden”. Kennelijk vertrouwt ze zelfs haar eigen kinderen niet. Iemand die zo in de wereld staat heeft in de Nederlandse politieke kosmos waar vertrouwen de basis is van iedere stap die gezet wordt niets te zoeken.
In mei 2020 leek het er even op dat Sigrid Kaag de nieuwe directeur-generaal van de Wereld Handel Organisatie zou worden. Het feest ging niet door. Een gemiste kans voor haar en voor Nederland. Johan Remkes zal haar, met zijn Groningse kortaangebondenheid en zelfgerolde shagjes, de komende dagen de ogen openen voor de realiteit van de Nederlandse politiek. Al eerder voorspelde ik dat een kabinet Rutte-IV er niet gaat komen (www.geertdales.com/jan-for-president). Sigrid Kaag kan nog één zinvolle bijdrage leveren aan de vaderlandse politiek. Definitief de stekker uit de formatie trekken en de weg bereiden naar nieuwe verkiezingen. Waarna Rob Jetten alsnog de kar kan trekken.
Geert Dales
8 september 2021