De Portugese premier António Costa opperde zaterdag 11 april dat Nederland de Europese Unie en de euro misschien beter kan verlaten. Een goede vraag van de socialist. Past Nederland nog wel in de Europese Unie en in de eurogroep, vraagt Jelte Wiersma zich af.
Costa deed zijn suggestie nadat minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) zich de afgelopen periode met succes had verzet tegen meer financiële transfers naar Zuid-Europa. Costa: ‘We moeten weten of we verder kunnen in de Europese Unie met 27, 19 (in de euro) of dat er iemand is die er buiten wil worden gelaten. Natuurlijk, ik refereer aan Nederland. (..).’
De socialist Costa werpt een goede vraag op. Past Nederland nog wel in de Europese Unie en de eurogroep zoals die zich aan het ontwikkelen is?
Noord- en Zuid-Europa worden gescheiden door hun culturele geschiedenis
Om de positie van Hoekstra en Nederland in bredere zin te begrijpen, moeten we kijken naar onze geschiedenis. Nederland behoort tot het Noordwest-Europese cultuurgebied. Dit gebied maakte grotendeels nooit deel uit van het centralistische (West-)Romeinse Rijk. De Germaanse volkeren van Noordwest-Europa kenden een lange traditie van een oervorm van democratie.
Het is geen toeval dat, nadat Noordwest-Europa was gekerstend, het centrale gezag van de Katholieke Kerk in Rome daar uiteindelijk weer werd afgeworpen tijdens de Reformatie vanaf 1517. Zelfbestuur, democratie, diversiteit van opvattingen: dat vormt – soms al duizenden jaren – de cultuur van Noordwest-Europa.
Europa is verdeeld in akkerbouwers en veehouders
Bernard Slicher van Bath (1910-2004), hoogleraar in Groningen, Wageningen, Leiden en Nijmegen, onderzocht de oorsprong van die individualistische, democratische, anticentralistische reflexen. Hij concludeerde in zijn promotieonderzoek Boerenvrijheid (1948) ‘dat in landen waar de vrijheid het grootst is, de veeteelt de uitsluitende vorm van landbouwbeoefening is’. Veehouders zijn door de aard van hun bedrijf mobieler en zelfstandiger. Terwijl daar waar akkerbouw dominant is, zoals in Zuid- en Oost-Europa, mensen gebonden zijn aan grond en daarmee voor hun voorspoed en veiligheid afhankelijk zijn van de grondeigenaar: hun heer.
Deze breuklijnen zijn zichtbaar in de appetijt om EU-lid te worden. De protestantse veehandelaren uit Zwitserland, Noorwegen en IJsland zijn geen EU-lid, het Verenigd Koninkrijk is er net uit, Denemarken en Zweden staan er als niet-eurolanden met één been buiten. De burgers van deze landen willen geen (vreemde) heer boven zich.
Centraal gezag is de Zuidelijke lidstaten vertrouwd
Kijken we naar de katholieke akkerbouwers uit Zuid-Europa, dan zien we dat die landen tot voor kort allemaal dictaturen waren. Heren hadden de macht en dwongen hun gezag met geweld af. Zo gauw de dictatuur was vervangen door een democratie werden deze landen EU-lid – allemaal. Centraal gezag is hen vertrouwd. Ze verwachten van de EU geen modern ‘geweld’ (bezuinigen en hervormingen zoals Hoekstra die opperde en die Costa ‘weerzinwekkend’ noemde) als wel verzorging en bescherming, zoals vroeger ‘de heer’ die bood.
De feodale akkerbouwers in Oost-Europa zijn iets anders. Hun lidmaatschap van de EU is vooral ingegeven door angst voor Rusland en door EU-subsidies. Maar als feodale heersers, denk in moderne vorm aan premier Viktor Orbán in Hongarije, en door het communistische trauma willen ze – ook de onderdanen niet- bemoeienis van buiten. De euro willen ze ook niet.
De EU en de euro zijn aldus in de kern Romeins, katholiek, centralistisch, Zuid-Europees. En de EU krijgt met de komende de uitbreiding oostwaarts (Balkan) een verse injectie feodalisme. De verdedigende positie waarin Hoekstra zat zal een constante worden voor Nederland. Nederland is deel van een krimpende (door de Brexit) culturele minderheid in de EU en het is de juiste vraag of Nederland niet ooit ‘buiten wil worden gelaten’.
Niet over nadenken, direct doen.