De PVV opent geen intern onderzoek na de beschuldigingen van een ex-fractiemedewerker over seksuele intimidatie en misbruik van Kamerlid Dion Graus. Dat heeft partijleider Wilders dinsdag gezegd.
PVV-leider Geert Wilders gaat zijn partijgenoot en Kamerlid Dion Graus niet aanspreken op seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarvan Graus wordt beschuldigd. Wilders stelt niet in actie te komen omdat er geen aangifte is gedaan bij de politie. Volgens hem moeten justitie en de rechter beoordelen of zich strafbare feiten hebben voorgedaan. „Ik ben geen strafrechter”, zei Wilders dinsdag tegen journalisten op het Binnenhof. De PVV-leider stelt dat hij „met beide handen op de rug gebonden” is, omdat het om anonieme aantijgingen gaat die Graus zelf weerspreekt.
Hoewel de beschuldigingen van seksueel wangedrag afkomstig zijn van een fractiemedewerker van de PVV, zegt Wilders dat de partij geen intern onderzoek opent. Hij zegt wel „vermoedens” te hebben over wie de aantijgingen heeft gedaan. Het is ook niet aan de partijleider zelf om de zaak uit te zoeken, aldus Wilders. Omdat het volgens hem om „vermeende strafbare feiten” gaat, moeten politie en justitie dat doen. De PVV-leider zelf zei niet „de bevoegdheid of middelen” daarvoor te hebben. Volgens Wilders heerst in zijn fractie een veilige werksfeer.
Dit weekeinde onthulde NRC dat Graus opnieuw is beschuldigd van seksueel wangedrag. De fractiemedewerker, een jonge vrouw, heeft in februari aan een vertrouwenspersoon en toenmalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) haar beklag gedaan over het Kamerlid. Ze vertelde dat hij haar tegen de zin in alcohol liet drinken en haar aanzette tot „ernstige dingen”. Nadat ze hem afwees, begon Graus haar te stalken.
Kamervoorzitter Bergkamp
Tot dusver heeft Wilders inhoudelijk niet op het onderzoek gereageerd. Wel noemde hij journalisten „tuig van de richel” en betitelde hij NRC als een „anti-PVV krant”. De PVV-leider ontkende ook dat Graus formeel de toegang tot het Kamergebouw zou zijn ontzegd door Arib als gevolg van zijn wangedrag. Overigens heeft NRC dat nooit zo opgeschreven: Arib deed een moreel appèl op Graus om zich behalve bij stemmingen niet meer in het Kamergebouw te laten zien. Graus gehoorzaamde, totdat Arib in april werd opgevolgd als Kamervoorzitter door Vera Bergkamp (D66).
Tussen de twee voorzitters heeft geen overdrachtgesprek plaatsgevonden. Gevraagd of ze nu in gesprek gaat met Graus, zei Bergkamp: „Het is altijd goed om een gesprek te hebben met een Kamerlid dat in de belangstelling staat, binnen de beperkingen die ik als voorzitter heb.”
Bergkamp zei dinsdag, net als Wilders, dat het aan de slachtoffers is om in actie te komen door aangifte te doen. Zelf wil ze geen stappen ondernemen: „Wij zijn geen politie, wij zijn geen OM.”
Eerder deze week zeiden veel fracties tegen NRC dat het aan de voorzitter en het presidium, het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, is om als eerste vervolgstappen te nemen, bijvoorbeeld door een Kamerbreed onderzoek naar wangedrag en machtsmisbruik op het Binnenhof in te stellen. Bergkamp kaatste de bal dinsdag terug: ze deed een oproep aan de Kamerfracties om „zelf te onderzoeken” hoe die de „sociale veiligheid kunnen verbeteren”.
Het is niet de eerste keer dat Graus van wangedrag wordt beticht. In februari kwam naar buiten dat zijn ex-vrouw de Limburger beschuldigde van „psychisch misbruik” en „gedwongen seks met derden”. Zo zou Graus haar hebben aangezet om seks te hebben met zijn particuliere beveiligers, dat zou ook zijn gebeurd in het gebouw van de Tweede Kamer. De ex van Graus heeft daarvoor nieuw materiaal aangeleverd bij de Rijksrecherche, die beoordeelt de beeld- en geluidsopnamen.