Onder Lodewijk Asscher leek het weer de goede kant op te gaan met de PvdA, schrijft Thijs Broer. Toen kwam de toeslagenaffaire aan het licht en moest Asscher aftreden, terwijl Rutte als hoofdverantwoordelijke doodgemoedereerd door ging. Intussen heeft de PvdA het nakijken, met dramatische peilingen, weglopende leden en een wankele Lilianne Ploumen als beginnend fractievoorzitter.
Nu zich maar liefst vijf kandidaten uit alle verschillende geledingen van de partij hebben gemeld voor het voorzitterschap van de PvdA zou je kunnen zeggen dat de verenigingsdemocratie bloeit bij de ooit zo machtige sociaaldemocraten. Na Pieter Paul Slikker, voormalig campagnestrateeg en fractievoorzitter in Den Bosch, Gerard Bosman, afdelingsvoorzitter in Ridderkerk en al decennia de oud-linkse luis in de pels van de partijtop, de jonge organisatiedeskundige Frank van de Wolde en Binnert de Beaufort, afdelingsvoorzitter in Hilversum, docent journalistiek aan de Hogeschool van Amsterdam en voormalig Quote-redacteur, meldde zich ook Reshma Roopram, wethouder te Barendrecht en voormalig Miss Universe.
Een campagnestrateeg uit de links-liberale stal van Wouter Bos, een oud-linkse zestiger, een jonge consultant, een rode jonker en een voormalig model van Hindoestaanse afkomst: zo op het oog valt er echt weer wat te kiezen bij de PvdA.
Maar wie zich verdiept in de verschillende boodschappen waarmee de kandidaten zich in de kijker proberen te spelen ontkomt niet aan een gevoel van déja vu: zonder uitzondering willen ze meer debat in de partij om de leegloop te stoppen, de hardnekkige regentencultuur in de partij doorbreken om weer gewone kiezers en jongeren aan te spreken, meer linkse samenwerking en een vuist te maken tegen de groeiende ongelijkheid: allemaal verhalen die al een halve eeuw klinken bij de PvdA, en die ik de afgelopen twee decennia al talloze keren samen met wijlen Max van Weezel voor Vrij Nederland kon optekenen – terwijl Max grinnikend nog een sigaar opstak als hij weer een olijk zinnetje tikte over de zoveelste poging de PvdA te redden van de ondergang.
ALS HERBOREN
Het treurige is dat de partij juist in de meeste van deze opzichten – meer linkse samenwerking, het doorbreken van de regentencultuur en een vuist tegen de ongelijkheid – de afgelopen paar jaar goed bezig was.
Nadat Lodewijk Asscher de strijd om het lijsttrekkerschap nipt had gewonnen van Diederik Samsom en vervolgens in 2017 de meest dramatische nederlaag in de geschiedenis van de PvdA voor zijn kiezen kreeg, van 38 naar 9 zetels – ging hij te rade bij zichzelf, schreef hij een openhartig boek – niet alleen over zijn politieke wederwaardigheden maar ook over zijn joodse achtergrond – en verscheen hij als herboren in de Tweede Kamer.
Als minister van Sociale Zaken kon Asscher zich nog wel eens als gepantserde bestuurder laten zien, maar in het parlement ontwikkelde hij zich in korte tijd tot gedreven leider van de linkse oppositie. Terwijl Jesse Klaver, ooit nog the new kid on the block, zijn glans verloor, won Asscher juist aan gezag, als de enige in de Kamer die er regelmatig in slaagde zijn voormalige ambtgenoot Mark Rutte in het nauw te drijven. Bij de Algemene Beschouwingen – het jaarlijkse koningsnummer in het parlement – had hij zelfs geen papier meer nodig om een samenhangend, scherpzinnig betoog af te steken. En hij presenteerde een helder programma, dat eerst en vooral gericht was op het bestrijden van de groeiende ongelijkheid: terug naar de kerntaak van de sociaaldemocratie.
Zo slaagde de PvdA er weer in zichzelf publiekelijk een mes in de rug te steken, in de aanloop naar de verkiezingen die het herstel van de partij hadden moeten inluiden.
Helaas bleef het verleden hem achtervolgen. Nadat Asscher in december afgelopen jaar diep door het stof was gegaan omdat hij als minister van Sociale Zaken te weinig oog had gehad voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire was het zijn eigen partij die hem van zijn sokkel trok. Eerst meldde een aantal anonieme critici in de partij in de krant dat hij terug zou moeten treden als lijsttrekker, gevolgd door een motie van gelijke strekking op het verkiezingscongres in januari, ingediend door het kritische partijlid Francisca Drijver uit Krimpen aan den IJssel.
De motie kreeg zoveel steun in het land dat Asscher zich een paar maanden voor de verkiezingen gedwongen zag de handdoek in de ring te gooien, in de wetenschap dat de kwestie hem zou blijven achtervolgen. Toen ik in die weken Francisca Drijver sprak, vertelde het overijverige partijlid dat ze absoluut niet had verwacht dat haar motie zo massaal gesteund zou worden, ‘maar ik vond dat iemand het moest zeggen.’ Van je partijgenoten moet je het hebben.
Zo slaagde de PvdA er weer in zichzelf publiekelijk een mes in de rug te steken, in de aanloop naar de verkiezingen die het herstel van de partij hadden moeten inluiden. En het meest ironische van die zelfveroorzaakte ramp is nog dat Mark Rutte, die als premier hoofdverantwoordelijk was voor de toeslagenaffaire, ondanks een massaal gesteunde motie van afkeuring doodgemoedereerd doorging als lijsttrekker en vervolgens als beoogd premier, alsof er niets was gebeurd.
VROEGTIJDIGE VAL
Intussen heeft de PvdA het nakijken, met dramatische peilingen, weglopende leden en een wankele Lilianne Ploumen als beginnend fractievoorzitter. Als de PvdA nu iets mist, is het niet een overtuigend programma of meer debat in de partij, zoals de voorzitterskandidaten stellen, maar een leider die in dit mediatijdperk furore kan maken in de Kamer en de media. Of Ploumen dat in zich heeft zal nog moeten blijken, na haar matige optreden tijdens de campagne, en een alternatief met de scherpte van Asscher heeft de PvdA nog niet klaarstaan. Maar wat niet is kan nog komen.
Het allerdomst zou het in ieder geval zijn als de PvdA zich zou laten overtuigen toch weer aan te schuiven in een nieuw kabinet-Rutte, al dan niet met Jesse Klaver, die zo graag wil regeren dat hij zijn eigen vrouw Jolein er bijna bij cadeau wil doen, zoals een bekende PvdA’er me laatst grinnikend vertelde.
Met maar liefst drie parlementaire enquêtes in aantocht – over het Groningse gas, de toeslagenaffaire en het coronabeleid – die stuk voor de stuk de vroegtijdige val van het nieuwe kabinet zouden kunnen inluiden, zou ik zeggen: laat Rutte zelf de klap maar opvangen.
Een verstandig advies aan de PvdA kwam laatst van aspirant-partijvoorzitter Gerard Bosman via Twitter. ‘Ze gaan hun gang maar op rechts’, schreef hij. ‘We treffen elkaar wel weer bij de volgende verkiezingen.’