President Gabriel Boric en zijn ploeg kiezen voor een radicaal andere koers
Begint met studentenleider Gabriel Boric als nieuwe president een nieuw hoofdstuk aan in de Chileense geschiedenis? De nieuwe regering is er één van een nieuwe politieke generatie die kiest voor een nieuwe politieke cultuur, klinkt het bij analisten. ‘Mensen nemen het niet meer dat alles in Santiago beslist wordt en willen zelf de invulling kiezen van het leven dat ze willen leiden.’
Het aantreden van Gabriel Boric als nieuwe president van Chili vandaag is historisch. Het is de vrucht van de revolte die Chili in oktober 2019 op zijn grondvesten deed daveren.
Daarnaast is Boric de incarnatie van een nieuwe generatie Chileense politici, op zoek naar ‘een ander Chili’. Of hij in staat zal zijn om Chili’s neoliberale paradigma om te buigen is nog maar de vraag.
Eén blik op de samenstelling van de nieuwe centrumlinkse regering laat meteen zien hoe het een nieuwe fase inluidt in de Chileens geschiedenis. Die regering bestaat uit 14 vrouwelijke ministers, tegenover 10 mannelijke. Op die manier wordt de prominente aanwezigheid weerspiegeld van de feministische beweging in de protesten.
Meer nog: belangrijke ministeriële posten gaan naar vrouwen. Zo wordt Maya Fernandez minister van Defensie. Ze is lid van de Socialistische Partij (Partido Socialista) en kleindochter van voormalige president Salvador Allende, die bij de staatsgreep van Pinochet in 1973 om het leven kwam.
De ministerpost van Binnenlandse Zaken en Publieke Veiligheid wordt ingevuld door Izkia Siches Pastén. De 35-jarige dokter wist tijdens de pandemie over het hele land respect af te dwingen als voorzitter van het artsensyndicaat Colegio Medico. Tijdens de verkiezingscampagne sprong ze in de bres voor Boric, die nadien de overwinning in de wacht sleepte. Ook de minister van Buitenlandse Zaken wordt een vrouw.
Gedeeld presidentschap
Wat nog een opmerkelijke breuk is: het presidentschap zelf krijgt een nieuwe invulling. De functie van staatshoofd wordt gedeeld met drie andere spilfiguren die een politieke comité vormen. Zo wordt gebroken met een al te sterke concentratie van de macht, zoals Piñera het geval was.
Dat comité zal bestaan uit Gabriel Boric (Convergencia Social) als president, Camila Vallejo (Partido Comunista) als woordvoerster van de president en Giorgio Jackson (Revolución Democrática), die zal instaan voor de coördinatie met parlement en senaat.
Dat laatste wordt een delicate opdracht aangezien de regering in geen van beide Kamers een meerderheid heeft. Er staan hen dus netelige onderhandelingen te wachten.
Daarnaast zal het comité nauw samenwerken met de minister van Financiën, Mario Marcel (Partido Socialista), de president van de Nationale Bank en Antonia Orellana (Convergencia Social), die minister van Vrouw en Gendergelijkheid wordt.
Een grotere decentralisatie en meer autonomie voor de regio’s moet tot slot de macht van de president verder inperken. Chili is van noord tot zuid ingedeeld in 16 politiek-geografische regio’s. Zij zullen nu dus meer bevoegdheden krijgen.
Horizontaal en pragmatisch
Met de 36-jarige Boric, de 33-jarige Vallejo, 32-jarige Orellana en 35-jarige Jackson, treedt duidelijk een nieuwe politieke generatie aan. Het is er een van jonge academici die zich links van het politieke spectrum profileert, maar tegelijk weinig raakvlakken heeft met het traditionele, strak ideologische links van de afgelopen decennia in Chili.
Ze hebben, net als Izkia Siches Pastén zich politiek gevormd tijdens de studentenprotesten van 2011-2014. Vallejo en Jackson spraken in 2013 nog als studentenleiders in het Europese Parlement. Voor elk van hen mondde dat studentenprotest uit in een engagement in de nationale politiek.
Voor hij presidentskandidaat werd zetelde Boric in het parlement voor de partij Convergencia Social. Naast Vallejo en Jackson was hij de enige die oud genoeg was om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Daarnaar trok hij met een linkse coalitie die Apruebo Dignidad noemde (ofwel: ‘laat waardigheid toe’), die verschillende politieke partijen verenigden waarin onder andere Boric en Jackson deel van uitmaken.
‘Tijdens het protest van 2019 was de opdeling tussen links en rechts niet aan de orde’, stelt
Abraham Franssen, professor sociologie aan de Universiteit van Saint-Louis in Brussel. ‘Het verzet was gericht tegen de elite, de casta politica, waartegen de bevolking in opstand kwam.’
Franssen woonde in de jaren ’80 in een volkswijk in Santiago en onderzocht de verschillen tussen de Chileense activisten van vroeger en nu. ‘Het oude links was een model van heroïsme en machismo, met een verticale organisatiestructuur. De jaren ‘90 waren jaren waarin de Chilenen liefst het verleden vergaten, heel hard werkten om zo veel mogelijk te kunnen consumeren.’
‘Vandaag zien we een afkeer van het machismo, een afkeer van politieke partijen, en ook een afkeer van de consumptiemaatschappij.’
‘Vandaag zien we een afkeer van het machismo, een afkeer van politieke partijen, en ook een afkeer van de consumptiemaatschappij. Men gelooft niet meer in de instellingen, zelfs niet meer in de representatieve democratie. Deze jongeren kiezen voor horizontale structuren en een nieuwe politieke cultuur.
Francisca Gallegos, een jonge academica en politiek bondgenoot van Giorgio Jackson en Revolución Democrática, probeert realistisch te kijken naar de uitdagingen die hen te wachten staan. ‘Het neoliberalisme van Pinochet had decennia nodig om zich diep te wortelen in de Chileense samenleving. Het is onmogelijk om dit in één legislatuur om te buigen’, zegt ze via Whatsapp aan MO*.
‘Waar het nu op aan komt, is de condities om de omslag te maken te consolideren. Daarvoor moeten we opnieuw het vertrouwen van de burger winnen. We moeten werken aan een sociaal pact met een brede waaier van groepen uit de samenleving, waarbij de democratische instellingen ten dienste staan van de bevolking en niet in functie van de markt.’
Een nieuwe grondwet in de maak
Die nieuwe politieke cultuur weet zich door te zetten in een Grondwetgevende Conventie, of een grondwettelijke vergadering. Die kwam er als bezegeling van de oktoberrevolte en heeft de taak om de grondwet van 1980 te vervangen door een nieuwe. In juli wordt een ontwerptekst verwacht, een jaar nadat de Conventie van start ging. Kiezers kunnen zich dan in een referendum hierover uitspreken in september.
De Chilenen maakten het zich niet makkelijk. In een eerder referendum werd beslist dat die grondwetgevende vergadering zou bestaan uit evenveel mannen als vrouwen, met vertegenwoordiging van de inheemsen en zonder deelname van politici in functie. Er moest vertrokken worden met een wit blad. De lijst van thema’s die uitgebeend worden is lang: welk politieke systeem, welk economisch model, de fundamentele rechten, het rechtssysteem, onderwijs en cultuur, de rechten van de natuur, rechten van de inheemsen en erkenning van Chili als plurinationale staat.
Ruim 8 maanden na de start lijkt de opdracht onoverzichtelijk, loodzwaar en beseffen de deelnemers dat er veel op het spel staat. Patricio Fernández, gerenommeerd journalist en een van de leden van de Conventie, ventileerde dat in een opinie in El Mostrador. Hij heeft het daarin over de soms kleinmenselijke obstakels, waarbij koppigheid of persoonlijke gevoeligheden de bekommernis om het gemeenschappelijk belang in de weg staan.
‘Deze uitdaging is zo belangrijk dat we koste wat het kost willen doorzetten. We hebben ons geëngageerd voor een betere vorm van democratie.’
‘De chaos en de versnippering zijn groot, er is geen politieke coördinatie, de vermoeidheid eist zijn tol en er zijn goeie redenen voor frustratie. Maar deze uitdaging is zo belangrijk dat we koste wat het kost willen doorzetten. Miljoenen burgers hebben hun vertrouwen in ons gesteld, de ogen van de wereld zijn op ons gericht omdat we ons geëngageerd hebben voor een betere vorm van democratie om onze problemen op te lossen.’
Gaat die nieuwe grondwet tegemoet komen aan de verzuchtingen, zoals die in de protesten naar boven kwamen? Karla Henríquez ziet twee concrete domeinen die meteen aansluiten bij de vragen van de revolte: de politieke decentralisatie en de erkenning van Chili als plurinationale staat.
‘De afkeer van de representatieve democratie en de verzuchting om zelf gestalte te geven aan het bestaan dat men wil leiden, stonden centraal in de protesten. Mensen nemen het niet meer dat alles in Santiago beslist wordt en willen zelf de invulling kiezen van het leven dat ze willen leiden,’ zegt de sociaal psychologe van de Universiteit van Santiago de Chile en Louvain-La-Neuve daarover aan MO*.
Regionalisering en lokale vormen van autonomie kunnen daar in zekere mate aan tegemoetkomen, vindt Henríquez. ‘De erkenning van Chili als pluriculturele staat gaat niet alleen over de inheemsen maar ook over de grote verscheidenheid in de regio’s. Chili is een uitgestrekt land van meer dan 4000 kilometer lang, met een verschillende leefwijze in het noorden tegenover in het zuiden. Het neoliberale centralistische model wist alle diversiteit uit in plaats van de eigenheid van elke regio tot zijn recht te laten komen.’
Ook weerklonken bekommernissen om het milieu massaal tijdens de protesten van 2019. In de Grondwetgevende Conventie krijgen ook zij een prominente plaats.
Afscheid van het neoliberalisme?
‘Chili is de wieg van het neoliberalisme in Latijns-Amerika. In Chili zullen we dat neoliberalisme ook ten grave dragen’.
Zo klonk het bij de verkiezingsoverwinning van Boric. Want nergens is het marktdenken zo diep doorgedrongen als in Chili. Nagenoeg alle domeinen van het leven en de natuur werden geprivatiseerd: onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, pensioenen en sociale zekerheid, maar ook waterlopen, bronnen, de kustlijn en autostrades.
Een omvorming van dat systeem betekent een verandering van het economische paradigma. Het gaat om de creatie van een sociale en ecologisch duurzame welvaartsstaat.
Om dat te financieren wil Boric het belastingsysteem hervormen. Belastingen voor grote bedrijven zullen worden aangepast, er zal een groene fiscaliteit ingevoerd worden, royalties van grote mijnbedrijven worden herbekeken en er komen maatregelen tegen belastingontduiking en een taks voor de superrijken. Het lokte felle kritiek op van de betrokken partijen, maar op die manier wil Boric tijdens zijn ambtstermijn gradueel 5% van het bbp, of het nationale inkomen, innen.
In Chili is de rijkdom enorm geconcentreerd. Negen superrijken bezitten 16,1% van het bbp. Ze haalden hun fortuinen uit de financiële wereld, mijnbouw, bosbouw of de distributiesector.
De 1% rijksten van Chili bezitten bijna de helft van de totale rijkdom in het land.
Onder hen bevindt zich ook de ex-schoonzoon van Pinochet, Julio Ponce Lerou. Hij is de grootste aandeelhouder van SQM (Soquimich) dat meststoffen, jodium en lithium produceert. Uittredend president Piñera haalde zijn fortuin vooral uit de bankenwereld.
Die concentratie van rijkdom weerspiegelt zich in de ongelijkheid. Volgens het World Inequality Report 2022 bezitten de 1% rijksten van Chili 49,6% van de totale rijkdom van het land.
De ongelijkheid vindt zijn oorsprong in het verre koloniale verleden, maar groeide exponentieel onder Pinochet door de privatisering van staatsbedrijven. Na Pinochet, bij de terugkeer naar democratie, nam de armoede wel af, maar werd niets gedaan aan de concentratie van rijkdom. Daardoor werd ongelijkheid en de arrogantie van de superrijken tegenover “de gewone Chileen” een thema bij de protesten in 2019 en staat het hoog op de agenda van de nieuwe regering.
Het dilemma van de mijnbouw
Maar Boric en zijn ploeg wacht met het heikele thema van grondstoffen nog een lastig dilemma. De mijnbouwsector is goed voor 15% van het bbp en 60% van de export. Chili is wereldwijd de grootste koperproducent en herbergt de grootste lithiumvoorraden.
Boric wil een referentie worden voor de groene transitie, met het koper, lithium en de zeldzame aardmetalen. Hij stelde voor om de lithiumproductie te nationaliseren en een nationaal lithiumbedrijf op te richten. Dat moet jobs en inkomsten voor sociale uitgaven opleveren.
Maar mijnbouw en milieubeleid gaan moeilijk samen. In Atacama, in het noorden van Chili, stelt het dilemma zich scherp rond een van de lithiumvoorraden. Want Chili kampt met een gigantisch waterprobleem en heeft een verleden van grondconflicten met de inheemse gemeenschappen, onder meer door houtontginning en mijnbouwactiviteiten.
Het zijn de brandende thema’s zoals de conflicten met de Mapuche-gemeenschappen en de milieuproblematiek die Boric aan de macht brachten. Om aan de eisen van die achterban tegemoet te komen beloofde hij daarom om in de eerste 100 dagen van zijn regeerperiode het Escazú-akkoord te ondertekenen. Dat is een bindend regionaal verdrag in Latijns-Amerika om de rechten van individuen en groepen te beschermen inzake toegang tot informatie, participatie en rechtspraak in milieukwesties.
Tegelijk wil Boric de extreme afhankelijkheid van grondstofontginning afbouwen. Of hij daar ook in zal slagen is nog zeer de vraag. Lula in Brazilië, Rafael Correa in Ecuador of Evo Morales en Luís Arce in Bolivia versterkten het extractivistisch model gedreven door de nood aan geld om sociale programma’s te financieren.
Een grimmige vijand
Met de hervorming van de mijnbouwsector en het belastingsysteem raakt Boric onvermijdelijk aan de privileges van de politieke elite die een te duchten tegenstander zal blijven.
De extreemrechtse politicus en bewonderaar van Bolsonaro, José Antonio Kast, behaalde in de eerste verkiezingsronde nog 44% van de stemmen. Voor de tweede ronde kreeg hij de steun van een andere kandidaat, Franco Parisi (die in de eerste ronde 12,8% haalde). Het mag een wonder heten dat Boric het alsnog haalde.
Een verkiezingsbelofte van Kast was de stopzetting van het proces voor de nieuwe grondwet. Hij is tegen wat hij de “genderideologie” noemt, en tegen feminisme en abortus. In de senaat vormt de rechtse oppositie de meerderheid. Die zal zich taai en onbuigzaam opstellen om haar privileges te verdedigen.
4 september, wanneer het referendum over de nieuwe grondwet volgt, zal een beslissend moment worden voor dit prille proces van democratische vernieuwing in Chili. Gallegos, lid van Jacksons partij Revolución Democrática, is zich bewust van de grote verantwoordelijkheid die de nieuwe ploeg rond Boric te wachten staat.
‘We willen er ten alle tijde over waken dat Chili ons huis is, geen bedrijf waarmee om het even wie kan speculeren.’
‘Wij, politieke partijen van de coalitie, moeten leren deel zijn van het beleid en er verantwoordelijkheid voor op te nemen. Onze opdracht is mee stabiliteit geven aan een democratisch systeem dat vandaag een historische kans krijgt om zich te vervolmaken en verdiepen.’
‘Politiek kan een instrument zijn om een meer rechtvaardige en waardige samenleving te bouwen. Die hoop moeten wij levend houden. Dat moet onze politieke identiteit zijn. We willen er ten alle tijde over waken dat Chili ons huis is, geen bedrijf waarmee om het even wie kan speculeren.’