John Croughs komt in een column terug op de controverse omtrent Aalst carnaval, waar eerder Joodse karikaturen zoals de haakneus en pijpenkrullen werden gebruikt; dewelke een door nazi-Duitsland bezoedelde betekenis hebben. “Wees welkom, maar sta open voor enige reflectie over één der belangrijkste gevolgen van de westerse vrijheid: humor, over haar hele bandbreedte”, schrijft Croughs
Er is al te veel geschreven, getweet, gepraat en gefilosofeerd over de zogezegde antisemitische insteek waarmee de Aalsterse carnavaleditie van 2020 door de straten trok. Een erg goed stuk daarover las ik op Doorbraak van de hand van Erwin Vanmol. Maar mijn inziens werd in al die teksten, tweets, debatten en monologen de kern van de zaak nooit aangeraakt. Humor en met name karikaturale satire bleken dezer dagen onbekend en onbemind in het anders zo kritiek- en lachvrije Vlaanderen en omstreken.
Satire is de meest toegepaste vorm van humor en is de basis die gebruikt wordt in carnavalsoptochten. Het is kortweg een humoristische vorm van kritiek door iets of iemand te ridiculiseren. Deze kan geuit worden via enkele subvormen zoals parodie, karikatuur, ironie en sarcasme, meestal in combinatie gebruikt. Cynisme is de perfecte kruiding voor wie het wat pikanter lust.
Spot is in grote lijnen identiek aan satire, maar wordt meestal gehanteerd wanneer satire over personen gaat of over dingen die rechtstreeks of onrechtstreeks met personen in verband kunnen worden gebracht. Maar spot kan ook breder worden toegepast en behelst niet per se een kritische ondertoon. Spot kan ook simpelweg een humoristische vorm van beledigen zijn en beschikt over dezelfde subvormen als instrument om via een glim- of schaterlach het publiek een kritische of beledigende boodschap mee te geven.
Het openlijk antisemitisme in Aalst laat opnieuw zien hoezeer de ‘ethische revolutie’ (het besef van de enormiteit van Holocaust) aan het verdampen is. Zoals al geconstateerd in ons boek ‘Vijf Eeuwen Migratie’ https://t.co/B883Uk3kaH
— Leo Lucassen (@Leolucassen) February 24, 2020
Uitlachen of pesten?
Op Twitter postte iemand dat het gericht en veelvuldig bespotten van een persoon of een groep hetzelfde is dan pesten. Dat is natuurlijk erg kort door de bocht en moet steeds afgewogen worden binnen de hele context van de gerichte langdurige spot. Maar het kan natuurlijk wel.
Iemand bespotten is wel degelijk iemand uitlachen. Het verschil tussen lachen mét en lachen óm iemand. Wanneer op school een kind lange tijd wordt uitgelachen op karikaturale, ironische of parodiërende wijze omwille van zijn uiterlijk, dan is dat pesten. Pesten via spot.
Wanneer Geert Hoste elk jaar een karikaturale grap maakt over het overgewicht van Maggie De Block, dan is dat spot, maar geen pestgedrag. Alles hangt af van de context. Van het motief van de humorist, de tijd en plaats waarin de spot plaatsvindt en de wijze waarop de spot geuit wordt.
Aalst carnaval, het Comedy Casino van Oost-Vlaanderen
U kent het televisieprogramma dat liep op Canvas en werd gepresenteerd door Adriaan Van den Hoof wellicht nog. Tijdens Comedy Casino traden stand-upcomedians en cabaretiers op en maakten het publiek aan het lachen met alle mogelijke vormen van humor.
Tijdens zulk optreden vervallen termen als belediging, verwensing, haat, racisme, antisemitisme, enzovoort. Humor kent namelijk maar één grens en dat is die van de lach. Waarmee mensen lachen, is grappig en valt onder de categorie humor, hoe weinig mensen er ook om kunnen lachen. Het is natuurlijk in het belang van de humorist dat hij zoveel mogelijk smiley’s tevoorschijn tovert in het publiek wil hij niet afgaan als een gieter.
Geen enkel intellectuele westerling zal Alex Agnew of Hans Teeuwen betichten van racisme, antisemitisme, vrouwenhaat of welke vorm van discriminatie dan ook. Nochtans zijn hun shows doorspekt van retoriek die in een serieuzere context strafbaar zou zijn op precies deze gronden. Binnen de context van deze komische optredens wordt alles herleid naar humor, al dan niet gesmaakt door eenieder. Aalst carnaval is de jaarlijkse openlucht wintercomedy show van Oost-Vlaanderen.
Volkseigenschappen als stigma
In een opiniestuk in De Volkskrant klaagt Leo Lucassen de Joodse stereotypering aan die tijdens Aalst carnaval veelvuldig te zien was, zowel op als naast het parcours van de stoet. Het is dezelfde stigmatisering van het Joodse volk dan toegepast door de Nazipartij in de aanloop naar de Jodenvervolging. De zoveelste opinie in een rij die niets nieuws vertelt en over dezelfde fouten struikelt.
Stereotypering is een vorm van stigmatisering en veralgemening. Etymologisch kan het vertaald worden als ‘vaste beeldvorming’. Men koppelt één of meerdere eigenschappen aan een groep mensen. De term heeft voornamelijk een negatieve bijklank, maar kan evengoed een positief beeld schetsen. Zo benoemen wij Duitsers als gestructureerde en punctuele mensen of Marokkanen als een volk met respect voor hun ouderen. Ik heb nog nooit een klacht gehoord over deze overdreven veralgemenende beeldvorming.
Joodse stereotypering gekaapt door Hitler
Soit, het gaat desgevallend dus over kritische, satirische of beledigende stereotypering. Ook déze veralgemenende stigmatiseringsvormen worden te pas en te onpas gebruikt en nauwelijks aangeklaagd. Hollanders blijken gierig, luidruchtig en een tikkeltje té zelfzeker. Fransen hautain en zelfvoldaan. Duitsers ontbreken empathie en Russen die wil je niet als medegast in je all-in hotel als je eens rustig wil uitrusten aan het zwembad. Zo kan ik nog even doorgaan.
Benieuwd wat ik mis heb geïnterpreteerd. Mijn punt is dat in die optocht onmiskenbaar antisemitische stereotypen werden uitgevent (wat de intenties van de bedrnkers ook geweest mogen zijn) en dat dit twintig jaar geleden ondenkbaar zou zijn geweest.
— Leo Lucassen (@Leolucassen) February 26, 2020
Sommige Joodse stereotypes zoals gelaatskenmerken of financiële en commerciële drijfveren dateren niet van de jaren 30, maar zijn al eeuwenoud en organisch gegroeid. Natuurlijk zijn ze overdreven of manifest onwaar, maar dat geldt voor alle stereotypes. Het is niet omdat deze veralgemeningen werden gebruikt door het naziregime dat ze niet meer in andere contexten mogen worden opgevoerd. Ik was onlangs in de Joodse buurt te Antwerpen en zag daar veel als typische Jood verkleedde Joden. Best wel bijzonder. Beetje grappig zelfs. En de diamantsector wordt nu eenmaal niet gedomineerd door de Vlaamse Marokkanen. Tja…
Karikaturen relativeren stereotypes
Stereotypering is de basis waarop de meeste karikaturen gebouwd worden en dat zou elk mikpunt van spot moeten plezieren of minstens geruststellen. Een karikatuur toont juist ten volle aan dat een stereotype een overdrijving is van eigenschappen die worden toegedicht aan mensen of groepen.
Het feit dat erom gelachen wordt, bewijst dat men de overdrijving en ridiculisering begrijpt en dus niet serieus neemt. Een karikatuur weerlegt in zeker zin de veralgemenende stigmatisering.
Calimero ziet de context niet door de schelp voor zijn ogen
De voorbeelden van stereotypes die ik hierboven schets, bestaan zelfs buiten de context van humor en geen enkel volk blijkt zich te storen aan het stigma dat hen door zovelen wordt toegedicht. Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat ze dat wél zouden doen wanneer de stereotypes één keer per jaar worden uitgebeeld op een praalwagen tijdens een carnavalstoet waar iedereen halfdronken staat te dansen op schlagermuziek.
Volkeren waarop de schijnwerper van de Verlichting nog niet heeft geschenen, zijn minder vatbaar voor commentaar van buitenaf. Noch humoristisch, noch serieus. Zij voelen zich steeds aangevallen, geridiculiseerd en zelfs gepest. Humor is voor hen enkel een dekmantel voor ongenuanceerde kritiek, afkeer en zelfs haat.
Wel, laat het mij zo stellen: dat is hun probleem en niet het onze! Zij hoeven niet te kijken naar wat de mensen in de Verlichte streken allemaal zeggen en schrijven voor- en onder elkaar. Laat staan dat ze er deel van moeten uitmaken. Wees welkom, maar sta open voor enige reflectie over één der belangrijkste gevolgen van de westerse vrijheid: humor, over haar hele bandbreedte.