Complotdenken is er altijd geweest. Maar bij een crisis stijgt het naar ongekende hoogte en dat heeft een reden. Als mensen zich onzeker of angstig voelen, worden er al snel losse verbanden gelegd en is het verleidelijk om een schuldige te zoeken. Iemand waar de onvrede op geprojecteerd kan worden. Complotdenken is hardnekkig omdat het een direct gevolg is van hoe ons brein werkt.
Het is te makkelijk om te denken dat complotdenken louter populair is bij mensen die gek of dom zijn. Filosoof Thomas Rotthier schreef in 2020 een verhelderend stuk over de relatie tussen complotdenken en ons brein, waaruit blijkt dat we er allemaal in meer of mindere mate gevoelig voor zijn.
Patronen
Rotthier stelt dat ons brein altijd patronen probeert te ontdekken in de wereld om ons heen. Ons brein is een zogenaamde ‘opvattingenmachine’. Er worden steeds causale verbanden gelegd tussen gebeurtenissen. Als Y op X volgt, dan zal X wel de oorzaak zijn van Y.
Uiteraard is dit niet altijd het geval. Een bekend voorbeeld is het verband tussen verdrinkingsdoden en de verkoop van ijs. Die twee zaken hebben een verband: als ijsjes populair zijn verdrinken er meer mensen. Een complot zou dan bijvoorbeeld kunnen zijn dat de overheid mensen bewust met verdovende ijsjes tot willoze slachtoffers maakt van het water.
Uiteraard is het verband in werkelijkheid anders. Als het warm is, kopen mensen vaker ijsjes en gaan ze ook meer zwemmen, waardoor de kans op verdrinken toeneemt. Het verband tussen verdrinken en de ijsverkoop zit dus louter in de temperatuur.
Zo zijn er veel voorbeelden. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat bepaalde vogels de lente meebrengen. Dat is natuurlijk niet zo. Onze gevederde vrienden volgen de warmere temperaturen, niet andersom.
Gevaar
Daar komt bij dat ons brein evolutionair gezien beducht is op gevaar om op die manier te kunnen overleven. Een gezonde achterdocht voorkomt dat je de tijger in de bosjes mist, of het gevoel dat mensen je iets aan willen doen. Ons brein heeft een zeer actieve zogenaamde ‘intentiedetector’, noodzakelijk om te speuren naar de bedoeling achter het gedrag van anderen. Is iemand een gevaar voor je of juist niet? Wat wil de ander?
Om die intentie te kunnen achterhalen, verplaatsen we onszelf vaak in de ander. We projecteren onszelf op de situatie. Wat zou ik doen? Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich goed kunnen inbeelden dat ze zelf aan een samenzwering zouden deelnemen, er sneller van uit gaan dat anderen daar ook toe bereid zijn.
Ons brein is dus voortdurend op zoek naar patronen en verbanden en is zo ingeregeld dat gevaar onze aandacht trekt. Een simpel overlevingsmechanisme. We nemen daarbij vaak een wantrouwende houding aan. Beter je een keer vergissen dan gevaar onderschatten.
Houvast
Uit onderzoek van het UMCG in Groningen bleek eerder al dat complotdenken veel voorkomt in onzekere omstandigheden. Het geeft mensen volgens de onderzoekers houvast, zekerheid, morele superioriteit en sociale steun. De complotgroep wordt gekenmerkt door de sterke overtuiging dat een bepaalde, als onrechtvaardig ervaren situatie, het resultaat is van een doelbewuste samenzwering van een groep mensen met kwade bedoelingen.
Het gaat complotdenkers om de machteloosheid van de burger, verlies van vrijheid en controle.
Het onderzoek sluit naadloos aan bij de gedachten van filosoof Rotthier. Het complotbrein zoekt verbanden en patronen en heeft specifiek aandacht voor kwade bedoelingen, juist omdat daar het gevaar schuilt.
Stress
Psycholoog Yara van Gendt liet eerder ook al iets los over het zoeken naar houvast in combinatie met onzekere tijden. ‘Omdat een complottheorie gestructureerd houvast kan geven aan een gebeurtenis, klampen sommige mensen zich aan zo’n idee vast. En daarbij, als je erg onder stress staat, wordt je besluitvorming sneller beïnvloedt. Als je geen stress hebt, kun je reëler meerdere argumenten naast elkaar zetten en iets afwegen, maar onder stress mis je overzicht en kies je voor iets dat even standvastig is. Groepen mensen vinden dit in zo’n theorie’.
De bevindingen van deskundigen geven naadloos een antwoord op de vraag waarom complotdenken zo populair is tijdens een crisis. Mensen voelen tijdens een stressvolle tijd het gevaar, zoeken naar verbanden en patronen en gebruiken daarbij hun wantrouwende brein om houvast te kunnen creëren. Daarbij is het verleidelijk en evolutionair gezien handig om de intenties van een ander als bewust kwaadaardig te zien, bijvoorbeeld van een regering die bewust niet of niet goed genoeg ingrijpt.
Vijandbeeld
De manier waarop ons brein werkt heeft evolutionair gezien veel voordelen. Je kunt beter op je hoede zijn voor een gevaar dat er uiteindelijk niet was, dan de kans op gevaar missen als het er wel is. In deze moderne tijden kan het wantrouwende brein er echter ook voor zorgen dat we op hol slaan en een vijandbeeld neerzetten waar dat niet nodig is.
De crisis waar we nu in zitten zorgt voor veel stress bij een grote groep mensen. Mensen die de eindjes niet meer aan elkaar krijgen en in bestaansonzekerheid een gevaar zien. Aan dat gevaar koppelt ons brein vrij gemakkelijk een kwade bedoeling.
Zo zie je nu veel mensen ineens met de priemende vinger wijzen naar het World Economic Forum, van origine een club leidinggevenden van grote bedrijven, maar inmiddels schuiven ook wetenschappers en politici aan. Een tamelijk elitair clubje, wat het vijandbeeld onder de gewone burgers ook nog eens versterkt. Binnen het WEF worden over grote thema’s zoals onder meer het klimaat en sociale ongelijkheid gesproken en mede omdat maar weinig mensen daadwerkelijk weten wat er tot in detail wordt besproken, maakt het angstige brein er al snel een slechte intentie van.
Factcheckers
Hoewel er alle reden is om kritisch te zijn op mensen met veel invloed, zijn de complotten over de club bizar te noemen. Ze zouden verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van het coronavirus, de wereldbevolking willen decimeren en privé-bezit willen afschaffen. Factcheckers tikken de vingers blauw om de onzin naar het Rijk der Fabelen te verwijzen.
Het WEF zou je kunnen zien als een betaalde netwerkborrel op steroïden. Verdragen, akkoorden of wetten worden er niet gemaakt of gesloten, omdat een private organisatie daar niet het mandaat voor heeft. Je kunt er van alles van vinden: ondemocratisch, elitair, betaald macht verwerven en noem het maar op; maar we hebben het hier niet over de grote, boze, kwaadaardige architect van de ellende in de wereld.
Sterker nog: het WEF heeft verschillende doelen opgesteld waar je het toch moeilijk mee oneens kan zijn, zoals beëindiging van de armoede, meer werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en het vergroten van vrede.
Feitelijk is het een lobbyclub, zoals er overal ter wereld op alle gebieden in achterkamertjes gesproken wordt tussen mensen die iets te zeggen hebben.
De werkelijkheid van een crisis is natuurlijk een stuk complexer en moeilijker om de schuld te geven dan een clubje topmensen. Geopolitieke ontwikkelingen, een oorlog in Oekraïne, de moeizame en kostbare transitie van vervuilende energiebronnen naar duurzame bronnen, falend neoliberaal overheidsbeleid, privatisering van de energiemarkt en de zorg en ga zo maar even door. Qua intenties tamelijk abstract allemaal en je kunt moeilijk boos worden over zaken die zich onder invloed van veel factoren voltrekken.
Complotdenkers zien het gevaar, raken in de stress en gaan verbanden leggen. Uitgaande van slechte intenties kom je dan al snel uit bij een groep mensen die welhaast het slechte wel voor moet hebben met de mensheid. We moeten daar ook niet lacherig over doen, het verleden heeft bewezen dat het geloof in complotten kan leiden tot gevaarlijke taferelen en extremisme, van het in de brand steken van 5G-masten tot de bestorming van Het Capitool in de Verenigde Staten en een schietende man in een restaurant in Washington.
Tegelijk
Het grote verschil met eerdere periodes van gestegen complotdenken, zit hem nu in het gegeven dat meerdere crises tegelijk de wereld steeds harder raken. Van energiecrisis tot klimaatcrisis en van inflatie tot volkshuisvesting. Steeds meer mensen krijgen te maken met onzekerheid of zelfs bestaansonzekerheid en dat gaat vrees ik populistische leiders in de kaart spelen en het complotdenken tot grote hoogte jagen.
Mede veroorzaakt overigens door een overheid die zich steeds verder terugtrekt en de soms perverse marktwerking met zichtbaar genoegen loslaat op een samenleving. Als mensen geen houvast voelen, dan gaan ze er zelf naar op zoek.
Ons brein is gericht op wantrouwen en gevaar. Maar niet iedereen zal dat gevaar voelen. Wie dat eenmaal daadwerkelijk voelt, zal sneller geneigd zijn een zondebok te zoeken en te vinden. Als alle voorspellingen kloppen, glijden steeds meer mensen naar bestaansonzekerheid. Zij zullen dat gevaar gaan voelen en dan kan complotdenken een evolutionair logische stap zijn.
Om maar te zwijgen over de dan sterk toenemende aantrekkingskracht van een ‘sterke leider’ met simpele ‘oplossingen’.
Ik hou dan ook mijn hart vast.