Amsterdam – De westerse wereld en de reguliere media hebben opnieuw de kans aangegrepen om antizionisme en antisemitisme op één hoop te gooien, nadat Israëlische voetbalvandalen, beschermd door de Mossad, de straten van Amsterdam teisterden en opzettelijk harde reacties uitlokten.
Amsterdam Voor het eerst in de geschiedenis is de mainstream media opgestaan om voetbalvandalisme te verdedigen. Op 6 november arriveerden de rondreizende schurken van Tel Aviv in Amsterdam, waar ze hun razernij begonnen door Palestijnse solidariteitsvlaggen neer te halen, racistische leuzen te scanderen als ” Laat de IDF winnen om de Arabieren te neuken ” en taxichauffeurs aan te vallen.
In de nacht van 7 november, toen hun team het opnam tegen Ajax, escaleerden hun provocaties tot een regelrecht schouwspel van chaos, dat zich zowel voor als na de wedstrijd over de stad verspreidde. Maar in een buitengewone wending werden de provocateurs die een spoor van verwoesting achterlieten, getransformeerd in slachtoffers. Stel je een luidruchtige gast voor die flessen kapotgooit aan de bar, de deur uit wordt geduwd en vervolgens de politie belt om te melden dat hij is aangevallen. Dat is het niveau van ironie dat we hier zien — een verhaal dat net zo opgeblazen is als dat het gemakkelijk te ontkrachten is.
Het gangbare verhaal, versterkt door Israëlische media, wil je doen geloven dat Amsterdam een voorbedachte aanval op Joden had georganiseerd – een ‘pogrom’ die zo verschrikkelijk was dat er noodvluchten nodig waren om de vermeende doelwitten in veiligheid te brengen.
Rechtse politici en media in Nederland sprongen meteen op het moment en herinterpreteerden het incident om het in hun voordeel te laten werken.
Dit onderzoek zal ontrafelen hoe de gebeurtenissen van die nacht werden misbruikt, niet alleen om antizionisme en antisemitisme op één hoop te gooien, maar ook om angst voor islamitische gemeenschappen in Europa aan te wakkeren.
Onder de krantenkoppen schuilt een complexer verhaal: hooliganprovocatie, frustratie bij burgers en het berekenend uitbuiten van crises voor politiek gewin.
De tijdlijn is als volgt:
6 november: De komst van chaos
De chaos in Amsterdam begon op 6 november, met het surrealistische beeld van een staat die zijn belangrijkste inlichtingendienst stuurde om als lijfwachten te fungeren voor een fanbase die berucht was om zijn racistische gezangen en gewelddadige gedrag. Mossad-agenten , zogenaamd gestuurd om de “veiligheid” te waarborgen, arriveerden samen met de eerste golf van Tel Avivs reizende hooligans.
Deze provocateurs waren allesbehalve sportief en zorgden er direct voor dat de spanningen toenamen. Ze haalden Palestijnse solidariteitsbanners neer en legden de basis voor de wanorde die de stad in de komende dagen zou treffen.
Israeli 'Maccabi Tel Aviv' fans did not only tear down Palestinian flags and chant violent slogans against Arabs – they also reportedly refused to respect the moment of silence held for the Valencia flood victims and intentionally interrupted it. pic.twitter.com/f3RYaPhaFS
— The Cradle (@TheCradleMedia) November 8, 2024
Provocaties beginnen: Palestijnse solidariteitsbanners, getoond door lokale bewoners ter ondersteuning van Gaza, werden hun eerste doelwitten. Deze banners werden met een zweem van straffeloosheid neergehaald, een daad van symbolisch geweld die het toneel vormde voor verdere onrust.
Botsingen met taxichauffeurs: De provocaties hielden daar niet op. Er braken botsingen uit met lokale taxichauffeurs nadat een hooligan naar verluidt een taxi had vernield, wat leidde tot fysieke confrontaties. Deze incidenten, die nu door de politie van Amsterdam zijn bevestigd , wezen op de onrust die zou komen, maar kregen weinig aandacht van de autoriteiten, die niet voorbereid leken om de groeiende spanning te beheersen.
Hooligans zoeken hun toevlucht in Holland Casino: De achtervolging van de taxichauffeurs dwong de hooligans tot de terugtocht. Wanhopig en overklast gokten dezelfde provocateurs die eerder hun arrogantie hadden laten zien, nu voor hun veiligheid en zochten hun toevlucht in het Holland Casino . In het nauw gedreven en zonder kaarten meer om te spelen, belden ze de politie voor hulp — een verbluffende ommekeer voor een groep die de avond had doorgebracht met het gooien van dobbelstenen op chaos en provocatie.
So, we are not crazy, Amsterdam police confirms that we were right
@GayatriGalloway pic.twitter.com/ALlTLQNjKS
— Arnold August (@Arnold_August) November 9, 2024
7 november: Chaos op de wedstrijddag
Hatelijke gezangen en gebrek aan respect voor herdenking: Uren voor de Europa League-wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv waren de straten van Amsterdam gevuld met de hatelijke echo’s van de gezangen van de hooligans. Zinnen als “Dood aan de Arabieren” en “Er zijn geen scholen in Gaza omdat er geen kinderen meer zijn” doorboorden de lucht en veranderden de stad in een podium voor hun agressieve retoriek.
In het stadion werd een minuut stilte gehouden ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de recente overstroming in Valencia. Het evenement werd verstoord door luid gejoel en geschreeuw. Ze bespotten de plechtigheid van de gebeurtenis en maakten de lokale bevolking nog woedender.
Eigenrichting na de wedstrijd: Na de wedstrijd leidden de spanningen tot confrontaties toen lokale burgers, gefrustreerd door de provocaties van de hooligans en de aanhoudende genocide in Gaza, het heft in eigen hand namen.
In de buurt van het Centraal Station werden Tel Aviv-hooligans in grote groepen gezien, die metalen palen van de grond trokken om als wapens te gebruiken terwijl ze richting het stadscentrum trokken, een knooppunt voor taxichauffeurs, van wie velen van Marokkaanse afkomst zijn. Groepen inwoners van Amsterdam begonnen de Tel Aviv-hooligans op te sporen, waarbij ze sommigen hardhandig in elkaar sloegen en anderen publiekelijk confronteerden.
Video’s die op sociale media circuleerden, legden deze daden van burgerwachten vast, waaronder een waarin een hooligan in een Amsterdamse gracht werd gegooid en gedwongen werd om “Vrij Palestina” te scanderen. In een andere video werden lokale bewoners gezien die schreeuwden naar de geslagen hooligans en hen veroordeelden met opmerkingen die verwezen naar de wreedheden in Gaza, zoals: “Jullie vallen vrouwen en kinderen aan, maar nu staan jullie tegenover ons.”
De situatie riep de vraag op: hoe kan een Israëlisch team als Maccabi Tel Aviv, met zijn fanbase die berucht is om racisme en geweld, meedoen aan UEFA-toernooien, vooral terwijl Israël door het ICC wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan genocide? Dit schrille contrast wordt nog schrijnender als je het vergelijkt met de behandeling van Russische teams, die zijn uitgesloten van internationale competities en zelfs van de Olympische Spelen vanwege geopolitieke conflicten. Toch lijken de voortdurende bezetting en vermeende oorlogsmisdaden van Israël niet hetzelfde niveau van verantwoording te rechtvaardigen, wat een flagrante dubbele standaard op het gebied van wereldwijd sportbestuur blootlegt.
8 november: Een pogrom fabriceren
De reguliere Nederlandse media, versterkt door Israëlische en westerse media, herformuleerden de gebeurtenissen snel als een ‘pogrom’ gericht op Joden, waarbij de context van hooliganprovocaties die de botsingen hadden veroorzaakt, werd uitgewist. Berichten sensationaliseerden het geweld en beschreven het als voorbedachte antisemitische aanvallen. In een bijna kluchtige wending beweerden sommigen dat er noodvluchten waren geregeld om de vermeende slachtoffers te redden, wat beelden opriep van 19e-eeuws Rusland met massamoorden en brandende dorpen.
Het overdreven verhaal verlegde op handige wijze de focus van de provocaties van de hooligans naar een zorgvuldig opgebouwde weergave van slachtofferschap.
Politiek opportunisme: rechtse politici in Nederland versterkten het verhaal meteen, waarbij Geert Wilders als een dirigent het voortouw nam en een symfonie van verontwaardiging orkestreerde. Zijn aantekeningen galmden door de media.
Na zijn telefoongesprek met de Israëlische premier Netanyahu veroordeelde Wilders de gebeurtenissen als schandelijk antisemitisme en beloofde hij de Nederlandse Joden te beschermen. Aan zijn zijde harmoniseerde Dilan Yesilgöz, als een plichtsgetrouwe eerste violist, zijn boodschap en versterkte hij het kader van een natie die belegerd wordt door intolerantie. Zelfs koning Willem-Alexander sloot zich aan bij het koor en uitte zijn en koningin Máxima’s schok over het “geweld tegen Israëlische gasten” en waarschuwde voor de gevaren van het negeren van antisemitisme, waarbij hij historische parallellen aan vroegere wreedheden aanhaalde.
Samen veranderden hun stemmen een chaotische nacht in een zorgvuldig opgebouwde climax van slachtofferschap, waardoor de provocaties die de negatieve reacties hadden veroorzaakt, werden overschaduwd.
Tegen het einde van 8 november ging het verhaal niet langer over hooligan-agressie, maar was het herschreven om politieke en media-agenda’s te dienen. De aandacht was verlegd van de waarheid naar een schouwspel van morele verontwaardiging.
Antizionisme en antisemitisme op één hoop gooien: de rol van Nederlandse politici en lobbygroepen
De incidenten in Amsterdam vormden een vruchtbare bodem voor Nederlandse politici en media om antizionisme te verwarren met antisemitisme, waarbij legitieme verontwaardiging over het Israëlische beleid werd omgevormd tot een breder verhaal van slachtofferschap en angstzaaierij.
In dit verhaal stonden twee prominente figuren voorop: Geert Wilders, leider van de extreemrechtse Partij voor de Vrijheid (PVV) en een uitgesproken voorvechter van de ultranationalistische belangen van Israël, en Dilan Yeşilgöz, het nieuwe gezicht van de Nederlandse liberale partij VVD en een sleutelfiguur in de huidige coalitieregering.
Wilders, bekend om zijn polariserende retoriek en uitgesproken pro-Israëlische houding, profileert zich al lang als verdediger van ‘westerse waarden’ tegen wat hij omschrijft als de dubbele bedreiging van de islam en kritiek op Israël.
Dilan Yesilgöz: De verzorgde stem van Hasbara
Yeşilgöz was ooit minister van Justitie, maar is nu een prominent figuur in de Nederlandse regering. Ze heeft zich kandidaat gesteld voor het premierschap als leider van de VVD. Haar opkomst naar bekendheid ging gepaard met haar onverzettelijke verbondenheid met Israëlische verhalen, een relatie die werd verstevigd tijdens een door CIDI gesponsorde ‘studiereis’ naar Israël en de bezette Palestijnse gebieden in 2019.
Critici noemen dergelijke reizen ‘grooming missions’. Deze missies zijn bedoeld om politici een eenzijdig beeld te geven van het Israëlisch-Palestijnse conflict en zo pro-Israëlische vooroordelen in hun beleidsvorming te integreren.
De controverse rond de reis van Yeşilgöz werd groter toen bleek dat een deel van haar reiskosten werd gedekt door restitutiefondsen die bestemd waren voor de Nederlandse Joodse gemeenschap. Deze fondsen waren bedoeld als compensatie voor de verliezen tijdens de Holocaust.
Haar deelname aan de reis en de daaropvolgende acties, zoals het bestempelen van consumentenboycots van producten uit de Israëlische nederzettingen als antisemitisch, onderstrepen hoezeer zij een sleutelrol heeft gespeeld bij het bevorderen van de agenda van CIDI, dat vaak wordt omschreven als de Nederlandse tegenhanger van AIPAC .
Geert Wilders: Israëls loyale pleitbezorger
Geert Wilders , leider van de extreemrechtse Partij voor de Vrijheid (PVV), heeft langdurige banden met Israël en heeft het land meer dan 40 keer bezocht. Zijn connecties omvatten relaties met prominente Israëlische figuren zoals Amos Gilad en Zeev Boker.
Amos Gilad is een gepensioneerde generaal-majoor in de Israëlische Defensiemacht en was directeur van beleid en politiek-militaire zaken bij het Israëlische Ministerie van Defensie. Zeev Boker is een doorgewinterde Israëlische diplomaat die onder andere ambassadeur in Ierland en Slowakije was. Deze associaties onderstrepen Wilders’ verbondenheid met de Israëlische ultranationalistische politiek.
De retoriek van Wilders weerspiegelt vaak extreemrechtse Israëlische praatpunten, met name zijn bewering dat “Jordanië de enige Palestijnse staat is.” Hij verwart antizionistische kritiek consequent met antisemitisme. Na de incidenten in Amsterdam versterkte Wilders het “pogrom”-narratief en verscheen hij symbolisch op Schiphol om Israëlische functionarissen te ontmoeten, waarmee hij zijn onwrikbare loyaliteit onderstreepte.
Deze daad, die grotendeels performatief was, benadrukte de nauwe verwevenheid van Wilders’ politieke merk met de Israëlische belangen. Het riep vragen op over de invloed van buitenlandse mogendheden op de binnenlandse politiek.
Naast zijn connecties bracht Wilders in zijn jeugd tijd door op een kibboets in Israël, wat zijn persoonlijke en ideologische banden met het land verder versterkte. Als reactie op de veroordeling van het geweld tegen Israëliërs door burgemeester Femke Halsema van Amsterdam — waarin ze verklaarde: “Dat dit in Amsterdam gebeurde is ondraaglijk en onacceptabel” — riep Wilders op tot haar aftreden , waarbij hij haar ervan beschuldigde de openbare orde niet te handhaven.
De Telegraaf: De versterker van zionistische verhalen
Een belangrijke speler in het verspreiden van dit verhaal was De Telegraaf, de grootste krant van Nederland en een begrip in de roddeljournalistiek.
De Telegraaf wordt vaak vergeleken met fastfood vanwege het sensatiezucht en gebrek aan diepgang, maar heeft een erfenis die het blijft achtervolgen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het de enige grote Nederlandse krant die onder nazi-toezicht bleef opereren, en diende uiteindelijk als spreekbuis voor SS-propaganda.
Hoewel de krant na de oorlog zwaar werd bestraft, heeft de smet van de samenwerking tijdens de oorlog haar de blijvende bijnaam van foute krant opgeleverd.
Zoals gebruikelijk schaarde De Telegraaf zich achter het extreemrechtse verhaal rond de incidenten in Amsterdam.
De pagina’s presenteerden de gebeurtenissen als een voorbedachte antisemitische aanval, terwijl ze de provocaties van de hooligans van Tel Aviv handig omzeilden. De redactionele lijn van de krant leek op maat gemaakt om de agenda van CIDI te echoën , de pro-Israëlische lobbygroep in Nederland, die al lang de grenzen tussen kritiek op het Israëlische beleid en regelrecht antisemitisme vervaagt.
Maar het echte spektakel ligt in het redactionele arsenaal van De Telegraaf — een kliek van columnisten en schrijvers die onvermoeibaar werken om de geest terug te dringen die alternatieve media hebben losgelaten. Deze geest — de ongezuiverde waarheden van de bezetting van Palestina, de aanhoudende genocide in Gaza en de internationale verontwaardiging over het Israëlische beleid — is wat De Telegraaf met elke opinie en kop terug in de fles probeert te stoppen.
Maccabi Tel Aviv: een club die doordrenkt is van racisme en agressie
De gebeurtenissen in Amsterdam waren geen geïsoleerde uiting van hooliganisme, maar onderdeel van een groter patroon dat verbonden is met de cultuur rondom Maccabi Tel Aviv. De club staat bekend om zijn agressieve en racistische fanbase en wordt al lang geassocieerd met enkele van de ergste voorbeelden van onverdraagzaamheid in het Israëlische voetbal.
Het initiatief van het New Israel Fund, “Laten we racisme en geweld uit het Israëlische voetbal bannen”, meldde dat fans van Maccabi Tel Aviv alleen al in het seizoen 2022-2023 verantwoordelijk waren voor 65 incidenten met racistische spreekkoren.
Deze omvatten beledigingen zoals “monkey” gericht op zwarte spelers en “death to Arabs”, gezangen die verontrustend genoeg genormaliseerd zijn in de cultuur van de club. Ondanks wetten die bedoeld zijn om dergelijk gedrag te beteugelen, is de handhaving zwak, waardoor deze giftige omgeving kan floreren.
Deze vijandigheid beperkt zich niet tot de tegenpartij. In een goed gedocumenteerd incident in augustus 2014 keerden Maccabi-supporters zich tegen hun eigen Arabisch-Israëlische middenvelder, Maharan Radi, en vielen hem verbaal aan tijdens trainingen en wedstrijden. Fans bestormden zelfs het veld om beledigingen naar Radi te slingeren, een daad die leidde tot arrestaties, maar ook het diepgewortelde racisme binnen de gelederen van de club benadrukte.
Hoewel de autoriteiten een nultolerantiebeleid hebben gesteld voor dergelijk gedrag, blijft het een bepalend kenmerk van de fanbase van Maccabi Tel Aviv: een weerspiegeling van diepere maatschappelijke verdeeldheid.
Terwijl de rust wederkeert, eist Geert Wilders een parlementair debat en dringt hij de vraag op: zal burgemeester Femke Halsema onder de toenemende druk aftreden?
Ondertussen stromen de eerbetonen binnen voor de lokale bevolking en taxichauffeurs die standhielden, de stad verdedigden tegen het hooliganisme van Mossad-agenten en standvastig waren tegen Israëlische provocaties.
Buiten Amsterdam heeft Israël deze gebeurtenis gretig omarmd als een kans om een verdeeld land te verbinden. Door de incidenten in Amsterdam te kaderen als onderdeel van een wereldwijde golf van antisemitisme, versterkt Israël zijn belegeringsmentaliteit, waarbij burgers worden verzameld onder de vlag van existentiële dreiging, terwijl de aandacht wordt afgeleid van de wreedheden in Gaza.