Moeten we niet veel meer doen om de coronabesmetting een halt toe te roepen? Die bange vraag wordt luider en luider gesteld, en ook steeds vaker. Critici van het ‘lakse’ Nederlandse beleid wijzen op China, waar miljoenensteden op slot gingen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Of op Italië, waar zelfs winkels en cafés moeten sluiten in een poging de uitbraak van de ziekte te stoppen. Ongetwijfeld komen daar binnenkort de Verenigde Staten bij, die op bevel van president Donald Trump een inreisverbod hebben opgelegd aan alle Europeanen.
Wat kunnen wij daar tegenover stellen? Geen handen meer schudden. In je elleboog niesen. Papieren zakdoekjes gebruiken. In Brabant, de zwaarst getroffen provincie, gelden iets strengere adviezen (zoveel mogelijk thuiswerken), maar dat zijn slechts vrijblijvende oproepen, geen dwangmaatregelen. Waar blijven de harde ingrepen van de autoriteiten?
De essentiële vraag luidt natuurlijk: zouden die helpen? Ik ben geen deskundige, maar tenzij je het hele land platlegt en iedereen dwingt binnen te blijven valt een verdere besmetting volgens mij niet echt te verijdelen. Overal waar mensen bijeen zijn loert het gevaar dat je de ziekte oploopt.
In het openbaar vervoer, om maar een voorbeeld te noemen, wordt heel wat afgehoest en gesnotterd. Misschien door lijders aan een onschuldig verkoudheidje, maar dat moet je altijd maar afwachten. Ook op kantoren en andere werkplekken loopt iedereen een groot risico. Niemand weet immers met wie zijn of haar collega’s in contact zijn geweest. Niemand kan er zeker van zijn dat hij aan het eind van de werkdag weer virusvrij naar huis gaat. Zelfs op straat kunnen de ziektekiemen op je overspringen, al ben je nog zo voorzichtig. Nog sterker: je eigen huisgenoten zouden zonder het te beseffen in fatale aanraking geweest kunnen zijn met iemand die de bacterie bij zich draagt.
Iedereen dan maar binnenblijven, het liefst in een afgesloten kamer, weken- en misschien zelfs maandenlang? Hebben we een dergelijke maatschappelijke ontwrichting daar echt voor over? Is zoiets überhaupt wel te realiseren?
Het is misschien goed enkele relativerende cijfers te noemen, al besef ik dat die aan de meeste coronafanatici niet besteed zullen zijn. Het aantal besmettingen in Nederland ligt op dit moment (voor zover mij bekend) ietsje boven de 500. Het aantal inwoners van dit land bedraagt zo’n 17 miljoen. Van die ruim 500 (of wat het juiste getal ook precies is) ziektegevallen zijn er vijf overleden. Dat waren zonder uitzondering hoogbejaarden en/of mensen die al van alles onder de leden hadden. In Italië hebben volgens de laatste mij bekende gegevens zo’n 12.000 personen het longvirus opgelopen. Van hen hebben er ruim 800 het niet overleefd. In Italië wonen ruim 60 miljoen mensen.
De media (en anderen) wekken de indruk dat een besmetting gelijk staat aan overlijden. Dat is – zoals uit het bovenstaande mag blijken – geenszins het geval. De kans dat je aan corona bezwijkt als je besmet raakt, bedraagt een paar procent (ik wil hier niet twisten over het juiste percentage). Alle anderen die de ziekte krijgen zullen haar dus overleven. Ik neem graag aan dat corona gevaarlijker is dan een huis-tuin-en-keuken-griepje (dat overigens jaarlijks in Nederland enkele duizenden levens kost). Maar is het voorkomen daarvan nu echt belangrijk genoeg om het hele land stil te leggen?
Toch gaan kranten, tv en nieuwssites maar door met het aanwakkeren van een onheilsstemming. De Volkskrant meldde gisteren onder de dreigende kop “Coronavirus verspreidt zich ‘onder de radar’” dat ook mensen die nauwelijks of geen klachten hebben besmet kunnen zijn. ‘Griezelig’, constateerde de krant. Je moest even doorlezen voor je toekwam aan ‘het goede nieuws’. Namelijk dat corona in veel gevallen niet veel meer is dan ‘een tamelijk onschuldige snotterziekte’.
Had dat laatste niet óók de kop boven het artikel kunnen zijn? Ach. Zoals we allemaal weten: goed nieuws is geen nieuws.