Amsterdam – Nederlandse politici hekelen steeds openlijker het rentebeleid van de Europese Centrale Bank. Vanmiddag spreekt de Tweede Kamer hierover met Klaas Knot, die ook steeds in Frankfurt aanschuift. Waarom moeten gepensioneerden de dupe worden van Italiaans beleid? „Het is een hard gelag voor de betrokkenen. Als ik 67 zou zijn, zou ik daar ook van balen.”
DNB-president Klaas Knot is geïnterviewd door de Telegraaf. Waar stevenen we op af als land zijnde? De rente wordt door de ECB kunstmatig laag gehouden en daardoor krimpen de pensioenen enorm. Wanneer gaan andere net als Klaas Knot nu eens opstaan voor onze Nederlandse belangen? Iedereen weet dat het beleid van de ECB destructief is, toch wordt er geen actie ondernomen.
Klaas Knot maakte furore door openlijk kritiek te uiten op het beleid van de ECB. Dit zorgde voor veel rumoer binnen de internationale economische wereld. Knot hekelde het idee dat de geldpers weer werd aangezet. Toch bleef het daarna stil, Knot is zeker niet onschendbaar. Terecht ook dat de Telegraaf zich afvraagt of hij wel ‘onze man is’.
„De groei en de verwachte inflatie waren opnieuw verslechterd. Dus ook ik vond een proportionele reactie in de rede liggen. Maar dit pakket vind ik disproportioneel. We hebben al een negatieve rente en voor 2600 miljard euro aan obligaties gekocht. Ik maak me zorgen om de neveneffecten, zoals de sterke stijging van de huizenprijzen op veel plekken in Europa.”
Knot is vrij duidelijk over waarom hij besloot met kritiek naar buiten te komen, iets wat een unicum is. De bankenwereld is meestal een gesloten wereld van ja-knikkers maar Knot accepteerde het niet langer.
Op de vraag of Klaas Knot er zit voor onze belangen krijgen we een duidelijk antwoord. Wanneer er gevraagd wordt waarom we een ECB beleid steunen dat slecht is voor ons land en goed voor de Italianen krijgen we het volgende antwoord:
Overwegingen of het ene land er beter vanaf komt dan het andere spelen voor mij geen rol. Als ik in Frankfurt aan tafel zit, richt ik mij op ontwikkelingen in de hele eurozone.”
Knot zit eigenlijk in Frankfurt met een dubbele agenda, enerzijds moet hij de altijd vrolijke, EU minnende beleidsmaker zijn, anderzijds moet hij de belangen van de DNB hoog houden. Dit lijkt niet altijd makkelijk.
Ik maak onderscheid tussen die rollen. Op het moment dat ik in Frankfurt zit, zit ik daar als een van de Europeanen die het Europese monetair beleid vormgeven. In Nederland ben ik president van DNB. En dan moet ik de uitkomsten van dat ECB-beleid als een gegeven beschouwen in mijn opstellingen in nationale debatten. De pensioenen bijvoorbeeld. Daarin is het Nederlandse model anders dan in de rest van Europa. Dan kun je niet verwachten dat Europese instellingen hun beleid daarop aanpassen. Al is dat een hard gelag voor de betrokkenen. Als ik 67 zou zijn, zou ik daar ook van balen. Maar Nederland moet het stelsel zo inrichten dat het kan omgaan met deze lage of zelfs negatieve rente.”
Klaas Knot deed een dappere poging om het beleid van de ECB openlijk te bekritiseren. Probleem van Knot zelf is dat hij twee verschillende functies en belangen moeilijk scheiden. Beide functies kunnen niet de prioriteit hebben. De EU lijkt toch een belangrijkere post te zijn.
Klaas Knot kiest zijn woorden zorgvuldig, af en toe spiekend op zijn iPad met aantekeningen. De president van De Nederlandsche Bank (DNB) weet dat het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) heel gevoelig ligt. Hij distantieerde zich openlijk van het besluit om de geldpers weer aan te zetten, wat tot internationaal rumoer leidde.
Maar ook in Nederland moet hij op eieren lopen. Waarom moeten spaarders en gepensioneerden de prijs betalen voor de acties van ECB-president Mario Draghi? Waarom moet de spaarrente omlaag om Italië van een schuldenprobleem af te helpen? Is Knot wel ’onze man in Frankfurt’ die de Nederlandse belangen dient?
De ECB verlaagt de rente, koopt weer staatsobligaties op en komt met extra bankensteun. Is het crisis?
„De groei en de verwachte inflatie waren opnieuw verslechterd. Dus ook ik vond een proportionele reactie in de rede liggen. Maar dit pakket vind ik disproportioneel. We hebben al een negatieve rente en voor 2600 miljard euro aan obligaties gekocht. Ik maak me zorgen om de neveneffecten, zoals de sterke stijging van de huizenprijzen op veel plekken in Europa.”
Dus spaarders in Nederland krijgen minder rente omdat de prijzen niet hard genoeg stijgen? Dat is toch niet te verkopen?
„Op lange termijn functioneert een economie gewoon beter bij 2 procent inflatie dan bij 1 procent inflatie. Met name omdat dat de centrale bank meer ruimte geeft om stabilisatiebeleid te voeren bij toekomstige recessies.”
En ondertussen krijgt de spaarder nog maar 0,02 procent rente op de spaarrekening.
„Voor de spaarder is van belang hoe de rente zich verhoudt tot de algehele prijsstijgingen. De spaarrente min de inflatie is in het verleden vaker langdurig negatief geweest. Dan was de spaarrente wel hoog, maar de inflatie nog hoger. Het unieke is dat er nu boven de markt hangt dat de spaarrente zelf negatief wordt, al denk ik dat de ECB de kans daarop heeft verkleind door flankerende maatregelen. Het is wel waar dat monetair beleid altijd herverdelingseffecten heeft. Een lage rente is goed voor schuldenaren, een hogere rente voor schuldeisers.”
Waarom voert de ECB al jaren beleid dat goed is voor Italië en slecht voor Nederland?
„Overwegingen of het ene land er beter vanaf komt dan het andere spelen voor mij geen rol. Als ik in Frankfurt aan tafel zit, richt ik mij op ontwikkelingen in de hele eurozone.”
Wat heeft Nederland er dan aan om deel uit te maken van een eurozone waarin onze belangen niet bediend worden?
„Zo zou ik het niet formuleren. Nederland profiteert als geen ander van de interne markt en die zou er niet zijn zonder de euro.”
Dit is dus de prijs die we daarvoor moeten betalen?
„De euro is een integraal onderdeel van de Europese integratie. En daarvan heeft Nederland volop geprofiteerd.”
ECB-president Mario Draghi roept ook al jaren dat regeringen hun economie moeten hervormen. Komt die boodschap wel aan in Rome?
„Die vraag moet u eigenlijk aan de Italiaanse regering stellen.”
De ECB koopt steeds weer tijd voor Zuid-Europese landen, maar die stellen geen orde op zaken. Denkt u dan niet, wat zijn wij in vredesnaam aan het doen?
„Dat speelt geen doorslaggevende rol als ik in Frankfurt aan tafel zit. Daar is ons mandaat, streven naar prijsstabiliteit, leidend. In Nederland heb ik ook een adviesfunctie over nationale dossiers, in Europa minder.”
Dankzij uw beleid kan Italië zijn torenhoge staatsschuld heel goedkoop financieren. De prikkel voor Rome om in te grijpen is nul.
„Dat geldt voor alle overheden in de eurozone. Maar Italië is wel een van de landen waar je moet constateren dat de consolidatie van de overheidsschulden geen voortgang maakt. Maar dat is primair aan de Europese Commissie. Die handhaaft de begrotingsregels. Ik vind dat dat in het verleden niet altijd goed is gegaan.”
U heeft uw taak als centrale bankier, maar tegelijkertijd ziet u ook dat dat politieke gevolgen heeft. Worstelt u daar weleens mee?
„Ik maak onderscheid tussen die rollen. Op het moment dat ik in Frankfurt zit, zit ik daar als een van de Europeanen die het Europese monetair beleid vormgeven. In Nederland ben ik president van DNB. En dan moet ik de uitkomsten van dat ECB-beleid als een gegeven beschouwen in mijn opstellingen in nationale debatten. De pensioenen bijvoorbeeld. Daarin is het Nederlandse model anders dan in de rest van Europa. Dan kun je niet verwachten dat Europese instellingen hun beleid daarop aanpassen. Al is dat een hard gelag voor de betrokkenen. Als ik 67 zou zijn, zou ik daar ook van balen. Maar Nederland moet het stelsel zo inrichten dat het kan omgaan met deze lage of zelfs negatieve rente.”
U zegt niet in het ECB-bestuur: Weten jullie wel wat dit voor onze pensioenen betekent?
„Niet in de vergadering. Want wij voeren monetair beleid op basis van de hele eurozone.”
U bent dus niet ’onze man’ in Frankfurt.
„Nee, ik ben één van de 25 Europeanen die is uitverkoren om het Europese monetair beleid vorm te geven.”
En dus moeten de pensioenen gekort worden. Ook al komt dat voor een deel door het ECB-beleid.
„Daar moeten we aan het eind van het jaar naar kijken. De situatie is inderdaad bijzonder zorgwekkend. Het besluit van de ECB vorige week heeft laten zien dat die lage rente bepaald niet tijdelijk is, maar eerder een quasi-permanent fenomeen.”
Dus de gepensioneerden betalen de prijs.
„Alle generaties betalen daarvoor de prijs. Niet indexeren en korten geldt niet alleen voor gepensioneerden. Wij willen dat er voor alle generaties een goed pensioen is. Pensioenfondsen moeten een evenwichtige belangenafweging maken. Uitstel van korten betekent dat de rekening doorschuift naar jongere generaties.”
In welke mate is dit de schuld van de ECB?
„De lage rente is al veel langer met ons. Het overgrote deel van de rentedaling die we al decennia zien, heeft te maken met structurele factoren. Er wordt veel gespaard, minder geïnvesteerd. Het renteniveau op de kapitaalmarkt is al fors omlaag gegaan. En de ECB probeert dat nog iets verder te drukken. Dus ja, monetair beleid heeft een impact, maar het is absoluut niet de dominante factor. De rente in niet-eurolanden als Zweden, Denemarken en Zwitserland is net zo laag of lager. Overigens is er in de pensioenwereld meer misgegaan. Er zijn ook pensioenfondsen die helemaal niet hoeven te korten en zelfs de pensioenen indexeren. Die hebben andere beleggingskeuzes gemaakt.”
De ECB geeft wel het laatste zetje.
„Een lagere rente helpt niet, maar ik werp verre van mij de suggestie dat de ECB een zetje aan ons pensioenstelsel heeft willen geven. Het is te makkelijk om de pensioenkortingen op het conto van de ECB te schuiven. Tien jaar geleden spraken we al over een pensioenhervorming. Dat heeft tien jaar geduurd. Dan zijn we nu natuurlijk laat.”
Door de strenge rekenregels vreest de pensioensector dat het niet bij één ronde aan kortingen blijft.
„Het is zeer onwenselijk als er meerdere jaren kortingen dreigen. Dat is ook slecht voor het consumentenvertrouwen. Dat is ook een argument om op een bepaald moment de pijn te nemen. Als je dit steeds voor je uitschuift, dan hou je steeds die onzekerheid. Dat hebben we nu al jaren gedaan, de rek is er een keer uit.”
Direct na de ECB-vergadering stelde u in een publieke verklaring dat u het oneens bent met het beleid. Waarom deed u dat?
„We hadden binnen het bestuur een pittige discussie. De ervaring leert dat dit soort meningsverschillen nooit binnenskamers blijft. Er was een breed gedeeld gevoel dat we beter transparant konden zijn in plaats van dit over te laten aan het anonieme gefluister in de pers. Om mijn collega’s niet te verrassen heb ik dan ook aangekondigd dat ik met een publieke toelichting zou komen.”
Dat baarde nogal opzien, omdat u de verhouding met Mario Draghi op scherp zette. Heeft u hem sindsdien nog gesproken?
„We hebben vanzelfsprekend contact gehad in Helsinki, bij de informele vergadering van euroministers.”
Hij vroeg er niet naar?
„Daar zeg ik verder niks over. Wat ik met hem wissel, is privé.”
Alle bankiers zijn lid van dezelfde club . De armen verder verarmen en de rijken verder verrijken !