Het politieke jaar 2021 in vogelvlucht, volgens de redactie van Indignatie.nl. ‘Onze premier is de omgekeerde Forrest Gump: hij fantaseert zichzelf overal uit, in plaats van in.’
Al werd het niet eens massaal opgepikt, het was eigenlijk het belangrijkste en tegelijk meest onrustbarende nieuws van dit jaar. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met onder meer de Vrije Universiteit Amsterdam naar de maatschappelijke impact van covid-19 bleek in september 2021 dat Nederland het karakter heeft van een laag-ver-trouwensamenleving. ‘Er is sprake van een sterke afname van het vertrouwen in de overheid in het afgelopen anderhalf jaar: van bijna 70 procent in april 2020 naar minder dan 30 procent in september 2021. Daarnaast is sprake van een lichte afname in het onderling vertrouwen tussen mensen. Mensen vertrouwen vooral verwanten (familie en vrienden) en personen waarmee men een persoonlijke relatie kan onderhouden, zoals de huisarts.’
Het onderzoek gaf ook een op zichzelf niet heel verrassend inzicht in de menssoort die ervoor heeft gezorgd dat niemand in Nederland bij ‘wap’ nog denkt aan drugsgebruik: ‘Wantrouwen ten opzichte van de overheid is een belangrijk motief van ongevaccineerden om zich niet te laten vaccineren. Daarnaast bestaat er een samenhang tussen het gebruik van sociale media als primaire informatiebron en een gering vertrouwen in de overheid en een geringe vaccinatiebereidheid.’
Een laag-vertrouwensamenleving – je zal er maar in wonen. Je zou denken dat een regeringsleider die na ruim tien jaar premierschap een land achterlaat waarin minder dan 30 procent van de mensen nog vertrouwen in de overheid heeft inmiddels ergens in een chalet in het buitenland zit te werken aan zijn memoires, dol als hij is op politieke biografieën. Maar nee. Mark Rutte maakt zich op voor zijn nieuwe kabinet, met dezelfde partijen, maar wel met ‘meer elan’. Een goeie test om in een gesprek te checken of je praat met een VVD’er: spreek die woorden ‘meer elan’ uit. Als hij niet in lachen of huilen uitbarst: VVD’er.
Die opmaat naar het nieuwe kabinet-Rutte heeft inmiddels de lengte van een kabinetsformatie die we nog kennen uit België, en waar we dan in Nederland altijd hard om lachten, in die hooghartigheid waar onze buren juist zo’n hekel aan hebben. Die enorme tijdsspanne ligt vooral aan een briefje met daarop de woorden ‘functie elders’, opgemerkt dankzij een fotograaf die met een goede telelens en een vaste hand – in Scandinavië baseren ze politieke thrillers op dit soort scènes.
Volgens demissionair en toekomstig premier Rutte zijn de onderhandelingen nog helemaal niet zo lang bezig, en komt de trage aanloop door partijen die er lang over deden te beslissen wie nu met wie wilde regeren. Onze premier is de omgekeerde Forrest Gump: hij fantaseert zichzelf overal uit, in plaats van in.
Wat je ook zou denken van zo’n laag-vertrouwensamenleving: dat de politieke peilingen er uitzien alsof de tegenwoordige tijd in een blender is gestopt. Maar dat valt dus juist heel erg mee, of tegen, afhankelijk van je politieke positie. Op elk moment na de verkiezingen waarop het leek of er nieuwe verkiezingen zouden komen, en dat waren er wel een paar, moest iedereen concluderen: die nieuwe verkiezingen zouden ongeveer dezelfde situatie opleveren. Met waarschijnlijk hetzelfde kabinet, of met geen enkel werkbaar of realistisch denkbaar kabinet.
Hoewel corona een uiterst politiek onderwerp is gebleken, omdat het dwingt tot keuzes die zeer principieel zijn, heeft covid-19 het politieke debat lang lamgeslagen
Maar één volkspartij
Feit is namelijk dat we in dit land nog maar één volkspartij hebben, en dat is de VVD. Tot ontzetting van linkse mensen, en tot gruwel van rechtse mensen die vinden dat de VVD allang een partij voor en door linkse mensen is geworden. Linkse mensen kunnen nog zo vaak roepen dat de VVD er alleen maar is voor miljonairs en multinationals, rechts kan nog zo ferm beweren dat de VVD de Nederlandse identiteit te grabbel heeft gegooid, feit is en blijft dat er lang niet genoeg miljonairs in Nederland wonen om de VVD te helpen aan een stabiel zetelaantal boven de dertig, en dat geen enkele partij kennelijk de Nederlandse identiteit zo treffend uitdrukt als de VVD. En aangezien de partij, zo bleek ook tijdens het laatste partijcongres, nauwelijks een inhoudelijk debat kent (VVD-congressen buiten streamingtijden leken altijd een zo snel mogelijk te nemen hindernis richting het eigenlijke doel: de borrel) en Mark Rutte in die tien jaar ook nauwelijks opvolgers heeft klaargestoomd die nog steeds in Den Haag bij de VVD rondlopen en niet inmiddels in Eindhoven bij PSV (toch, Klaas Dijkhoff?), moet de conclusie haast wel zijn dat dit de verdienste is van de man die kennelijk al lang genoeg heeft aan zijn huidige mate van elan.
Niet dat er in de Tweede Kamer geen oppositie wordt gevoerd tegen Mark Rutte, integendeel. Maar hoewel corona een uiterst politiek onderwerp is gebleken, omdat het dwingt tot keuzes die zeer principieel zijn, heeft covid-19 het politieke debat lang lamgeslagen. Voor elk onderwerp gold ‘nu even niet, we hebben een crisis’, en bij die crisis zelf neigde ook een groot deel van de oppositie lang tot het ondersteunen van het kabinetsbeleid, op dezelfde manier waarop je in de oorlog allemaal achter de opperbevelhebber gaat staan.
Die oppositie kent enkele opvallende nieuwe gezichten. Ter rechterzijde is dat allereerst Caroline van der Plas van de partij Boerburgerbeweging, die in sommige peilingen helemaal op het eind wel een zetel leek te halen, maar eigenlijk vrij lang werd genegeerd door alle media (ja, ook Nieuwe Revu). Nou, die schade is meer dan ingehaald, want ‘Lientje’ was dé politieke mediaster van 2021. En toen er op een gegeven moment de vraag opdoemde of het niet allemaal wat érg veel aandacht was voor een partij met één zetel, kon ze alsnog terugvallen op hetzelfde verongelijkte minderwaardigheidscomplex dat ten grondslag lag aan haar partij. Maar ere wie ere toekomt: Van der Plas werkt hard in de Kamer, heeft zowel verbaal als non-verbaal een zeer heldere en herkenbare lijn, en durft ook soms tegen het militantere deel van haar achterban in te gaan. In de peilingen staat haar partij op grote winst. Sterker nog: soms peilt BBB hoger dan de voormalige volkspartij CDA, geleid door die consultant in zijn blauwe ‘real Superdry’-shirt, in een hilarische poging net zo’n gewone man te lijken als Van der Plas met zoveel meer succes de gewone vrouw vertegenwoordigt.
Ter linkerzijde is er ook een nieuwe partij in de Tweede Kamer gekomen: Bij1, in de persoon van Sylvana Simons. Ze valt nogal op, niet alleen omdat haar verbale en non-verbale stijl exact het tegendeel zijn van die van Van der Plas, maar ook omdat Bij1 samen met de Partij voor de Dieren en de SGP een van de weinige werkelijke beginselpartijen is die fundamentele, het nieuws van de dag overstijgende grote thema’s aansnijdt. Eigenlijk alles waarvoor gold ‘nu even niet, we hebben een crisis’. Dat leidt vaak tot geïrriteerde reacties bij andere partijen, en laat dat nou precies de functie zijn van een principiële oppositiepartij. Net zoals het stellen van pijnlijke vragen, zoals die naar het verband tussen coronabeleid en aantallen slachtoffers. Het ongemak is tot in de huiskamer voelbaar wanneer Simons dat doet, zoals ook wanneer Esther Ouwehand opnieuw het verband legt tussen de manier waarop we met onze dieren omgaan, zoönosen en pandemieën. Het is in beide gevallen een hoognodig ongemak.
Woke gedachtengoed
Wie overigens hardop constateert dat Simons het opvallend goed doet, ziet online meteen de Bij1-achterban steigeren: o, dat had je natuurlijk niet gedacht van een zwarte vrouw? (In Bij1-taal: een Zwarte vrouw / Een mens van kleur (mvk) (she/her). Aan de inzet, eloquentie en inhoud van Simons zal het niet liggen dat Bij1 in peilingen nauwelijks groeit, het zit ’m eerder in het kader van die partij, die alles vertegenwoordigt waar je aan denkt bij de term ‘woke’, de opvolger van ‘politiek correct’. Niet voor niets is Bij1 een exclusief (dus niet: inclusief) Randstedelijke en dan met name Amsterdamse partij. De tragiek van het woke gedachtegoed kon niet treffender geïllustreerd worden dan door de interne rel rond Quinsy Gario, waarbij het verwijt van racisme zich opeens ook tegen de partij zelf keerde en deze revolutie enkele van haar eigen kinderen opat. De tragiek van iedere scherpslijper: uiteindelijk val je in je eigen zwaard.
Een linkse partij waar het interne gedoe veel langer aanhoudt dan bij Bij1, is de Socialistische Partij. Op papier heeft deze partij eigenlijk de beste papieren. Allereerst is gebleken dat een zeer belangrijk deel van de analyse van de SP is uitgekomen: een land waarin je bezuinigt op zorg en onderwijs, waarin je de ‘samen’ wegsaneert uit ‘samenleving’, krijgt daar op een dag onherroepelijk de rekening voor gepresenteerd. Er waren wat relletjes rond Amsterdamse SPbestuurders, maar over het algemeen weet de SP, ooit alleen geassocieerd met ‘tegen’, op lokaal niveau prima bestuurders te leveren, die nooit in integriteitskwesties terechtkomen waarin bijvoorbeeld VVD’ers grossieren. En dan hebben ze ook nog Kamerleden als Peter Kwint, die werkelijk resultaten boekt voor het onderwijs, en dat ook nog in shirts van goede hardcorebands, en Renske Leijten, samen met Pieter Omtzigt de parlementaire motor achter het op de kaart zetten van de slachtoffers van de toeslagenaffaire.
En dan is hun grote electorale concurrent, de voormalig volkspartij Pvda, ook nog nooit heen gekomen over de afstraffing van hun eigen gulle bijdrage aan alle bezuinigingen op sociale voorzieningen waar we nu de bittere vruchten van plukken. Onder Lodewijk Asscher leek de Pvda een voorzichtige comeback te maken, tot zijn eigen rol in de toeslagenaffaire door de verhoren opeens in de volle schijnwerpers kwam te staan, en hij de conclusies trok uit zijn falen – iets wat bijvoorbeeld Hoekstra en Rutte na hebben gelaten.
Kortom, de SP heeft de analyse, het partijapparaat en de gezichten om dé partij op links te worden die het Rutte-tijdperk zou kunnen beëindigen. Maar helaas, het cliché wil dat menige wereldverbeteraar beter zorgt voor die wereld dan voor zijn medemens, en bij de SP klopt dat cliché in ieder geval voor partijgenoten. De rigide manier waarop de SP altijd heeft vastgehouden aan de verplichte afdrachtsregeling, gaat ook op voor interne oppositie. Jan Nagel zou er een puntje aan kunnen zuigen: gewoon discussieplatformen uitroepen tot ‘een andere partij’, er op wijzen dat lid zijn van ‘een andere partij’ niet mag, en vervolgens iedereen royeren die daar anders over denkt. Inclusief je volledige jongerenorganisatie. De sappige verhalen over afdelingen die opeens geen mail-account meer bleken te hebben, deden denken aan kameraden uit de voormalige Sovjet-Unie die opeens niet meer op een foto bleken te staan. Het was ook een tragisch soort Freudiaans: de partij die ooit begon als Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (marxisties-leninisties) gooit alle jongeren eruit die snuffelen aan het communisme, en daarmee aan de wortels van de partij. Tragisch gevolg: in steden als Rotterdam, met al zijn armoede, doet de SP volgend jaar waarschijnlijk niet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Wie zoveel energie steekt in het bestrijden van zichzelf, verdient inderdaad misschien geen zetelwinst.
Forum voor Democratie is niet uitgegroeid tot een onderdeel van de parlementaire democratie, maar een fascistoïde saboteur ervan
Nihilistisch en kwaadaardig
En rechts van de VVD dan? Tsja. Alleen ego’s en kennis van de ontstaansgeschiedenis kunnen nog verklaren waarom JA21 en patjepeeër Wybren van Haga’s BVNL aparte fracties zijn. Forum voor Democratie is niet uitgegroeid tot een onderdeel van de parlementaire democratie, maar een fascistoïde saboteur ervan, een aanjager en steunpilaar van de laag-vertrouwensamenleving. Nihilistisch en kwaadaardig, en in de peilingen omhoog gehouden omdat zelfs wappies stemrecht hebben. Als zelfs Elsevier Magazine Baudet vergelijkt met The Joker als ‘agent of chaos’, weet je wel waar Baudet zich inmiddels bevindt in het politieke spectrum.
De enige echt stabiele factor rechts van de VVD is eigenlijk die wonderlijke eenmanspartij, de PVV, met die al even wonderlijke partijleider, Geert Wilders, die al zijn hele werkzame leven in Den Haag rondloopt, maar zich nog steeds als een buitenstaander weet te presenteren. Die na al die jaren, en dan in zijn geval ook nog eens grotendeels bedreigde en geïsoleerde jaren, een energie en gretigheid vertoont die in Den Haag maar één gelijke kent, die van zijn favoriete tegenstander (en vice versa): Mark Rutte.
In tegenstelling tot Baudet neemt Wilders het parlementaire werk serieus en hij is er ook extreem goed in. Een partij heeft hij niet: de paar pogingen tot een lokale PVV leverde het gênante gedoe op dat Wilders juist wilde voorkomen door van de PVV geen echte partij te maken. Dus zal de PVV vooral in Den Haag blijven bestaan, met een paar scherpe Kamerleden (Harm Beertema en vooral de beste Kamervoorzitter die het nooit zal worden: Martin Bosma), een paar onzichtbare, en de wonderlijke clown en zelfverklaarde ridder Dion Graus, de man van wie we ooit, in een verre toekomst, zullen weten wat het grote geheim was dat hij al die jaren bij zich droeg, waardoor hij steeds opnieuw in de Kamer belandde, en ondanks alles: bleef.
De enige man die in 2021 een werkelijke bedreiging leek voor de almacht van Mark Rutte, heeft inmiddels inderdaad een functie elders. Pieter Omtzigt is nu een eenmansfractie, nog steeds een soort van overspannen, maar zelfs een soort van overspannen Omtzigt zonder uitgebreid fractie-apparaat is nog geregeld steeds een hinderlijk kiezel in de wandelschoenen van de vrolijk doorstappende Mark Rutte. Als iemand weet hoe het achter de schermen werkt, wat de machtsmechanismen zijn, in welke taal die wordt toegedekt, welk WOB-verzoek wordt gevreesd, en welke onderlinge verhoudingen een belangrijke rol spelen, is het wel de man die zich jaren precies in die macht bevond, als lid van de regerende machtspartij CDA. En die nu verantwoording hoeft af te leggen aan helemaal niemand meer: geen oude partij en geen nieuwe. Alleen aan zijn kiezers, in het verleden en vast in de toekomst goed voor een veelvoud van die ene zetel.
De onafhankelijke politieke stijl van Pieter Omtzigt bleek cruciaal tijdens de toeslagenaffaire die Nederland in de richting van een laag-vertrouwensamenleving duwde. En zal ook cruciaal zijn om de weg terug naar een hoog-vertrouwen-samenleving in te zetten.