Het vertrek van Lilianne Ploumen, amper een jaar aan de macht, heeft de PvdA opnieuw in de ellende gestort. Sinds het voortijdig vertrek van Job Cohen, voorbestemd om premier te worden maar in een oppositierol belandde waarin hij zich niet thuis voelde, heeft de PvdA de ene na de andere politiek leider versleten. Diederik Samsom was succesvol, maar werd na één kabinetsperiode aan de kant geschoven door Lodewijk Asscher die het ook maar iets meer dan vier jaar volhield. Hij struikelde over de toeslagenaffaire. En nu dient zich het einde van Ploumen aan. Met iets meer dan twee jaar leiderschap behoort zij tot het rijtje van kortst zittende PvdA-leiders.
“Ploumen heeft haar rol van leider geen dag waargemaakt. Ze zal als politiek leider snel vergeten zijn”
Hoewel Ploumens besluit is ontvangen als een gewaardeerde uiting van zelfkennis, mag haar vertrek niet verrassen. Ze heeft haar rol van leider geen dag waargemaakt, speelde in het debat nooit een hoofdrol, werd in de discussie over de fusie met GroenLinks verbaal weggeblazen door Jesse Klaver en verspeelde kabinetsdeelname. Het lukte haar niet de kiezers die de partij in de steek lieten, terug te halen. En de wijze waarop ze Gijs van Dijk uit de fractie zette vanwege privégebeurtenissen, verdiende ook geen schoonheidsprijs. Ploumen zal als politiek leider snel vergeten zijn.
Komende week kiest de PvdA een nieuwe fractievoorzitter. Attje Kuiken en Henk Nijboer zijn kansrijk; het gaat om een tijdelijke functie. De PvdA kiest later een politiek leider, zodra nieuwe verkiezingen in zicht zijn. Frans Timmermans, wiens Europees avontuur in 2024 eindigt, heeft er wel oren naar. Hij heeft zichzelf deze week gepresenteerd door in een artikel in NRC te pleiten voor een samengaan met GroenLinks zonder het woord fusie te gebruiken. Want daar is nog niet iedereen in de PvdA van overtuigd.
“Een fusie zou links een boost geven en mogelijk weer een rol van enige betekenis”
In een tot op het bot verdeeld politiek landschap, met 20 partijen in de Tweede Kamer, is samenvoeging van gelijkgezinde partijen zeker een uitkomst. De fusie van KVP, AR en CHU tot CDA in 1980 was voor de christelijke politiek een prima zaak; ook PPR, PSP en CPN kregen als GroenLinks een nieuwe impuls. Een fusie nu van PvdA en GroenLinks, al dan niet met de SP, zou links een boost geven en mogelijk weer een rol van enige betekenis. Maar daar heb je wel leiders voor nodig die hun achterbannen kunnen overtuigen. Het is Klaver bij GroenLinks gelukt. Timmermans en Aboutaleb zouden dat bij de PvdA moeten kunnen. Maar ook Marjolein Moorman, de succesvolle lijsttrekker in Amsterdam die van de PvdA weer de grootste partij in de hoofdstad maakte.
De traditionele middenpartijen maken moeilijke tijden door. Het CDA zonder aanspreekbare leider is nog maar een schim van wat het ooit geweest is, de PvdA zit al jaren in de hoek waar de klappen vallen. Alleen de VVD lijkt de dans te ontspringen. Maar dat kan zomaar veranderen als Mark Rutte ermee stopt. Een natuurlijke opvolger is er niet, ondanks een zoektocht van inmiddels twaalf jaar.
“Als de VVD niet oppast, gaat ze dezelfde kant op als CDA en PvdA”
De beoogde kroonprinsen en -prinsessen hadden niet het geduld te wachten (Edith Schippers) of verdwenen om andere redenen van het toneel (Halbe Zijlstra, Klaas Dijkhoff). En van de huidige generatie, van wie Sophie Hermans de favoriet van Rutte is, heeft zich nog niemand onderscheiden als de opvolger-waar-je-niet-omheen-kunt. Als de VVD niet oppast, gaat ze dezelfde kant op als CDA en PvdA.
De verkiezingsprogramma’s van de traditionele partijen onderscheiden zich nauwelijks van elkaar. Van potentiële kiezers wordt het uiterste gevergd om de verschillen te doorgronden. Hoe makkelijk is het dan om je te focussen op de persoon van de lijsttrekker. De VVD scoort er al twaalf jaar lang mee. Het CDA liet die kans vorig jaar lopen.
De PvdA weet wat ze te doen staat.