Op 8 november 2021 werd Menno de Jong, viroloog en lid van het OMT, op BNR geïnterviewd met de vraag of hij überhaupt wel weet of het coronatoegangsbewijs enig effect heeft op het aantal besmettingen. De Jong antwoordt: ‘Er is nooit een formele test gedaan, het is gebaseerd op een theorie, een beetje.’ Hij vervolgt met: ‘Als je gevaccineerd bent, heb je minder kans op infectie en minder kans om die infectie over te dragen, maar hier is formeel niet naar gekeken. Er is geen experiment geweest om te kijken hoe effectief de coronapas eigenlijk is. Het zou een goed idee zijn om eens te kijken hoe effectief dat is.’ De interviewster vraagt hem: ‘Er is dus niemand geweest die dacht, laten we het onderbouwen? Voor hetzelfde geld werkt de pas niet. Je ziet namelijk nu dat de besmettingen oplopen.’ Het antwoord van Menno de Jong is even verbijsterend als lachwekkend: ‘We hoeven ook niet uit te testen of een parachute werkt. Er is ook nooit een studie naar gedaan. Als je uit een vliegtuig stapt met een parachute, gaan we ervan uit dat je veilig beneden komt. Op goede theoretische overwegingen hebben we besloten dat het een goed idee is. Maar hoe effectief het is? Dat weten we niet precies.’
Maar in tegenstelling tot wat Menno de Jonge zegt, is de parachute niet alleen gebaseerd op dat wat ’theoretisch een goed idee is’. Leonardo Da Vinci maakte in 1483 een schets van wat men nu beschouwd als het allereerste ontwerp van een parachute. Pas driehonderd jaar later waagde de natuurkundige Louis Sébastien Lenormand het om deze schets om te zetten in een experiment. Hij sprong eerst van een kerk en later van de sterrenwacht, en overleefde beide keren. Maar niet iedereen was zo gelukkig: in 1835 bestudeerde Robert Cocking de geschriften van George Cayle, om op basis van zijn ontwerp uit een luchtballon te springen. Maar de parachute was veel te zwaar en erg bouwvallig. Het ontwerp viel uit elkaar en Cocking viel te pletter, niet meer in staat om zijn experiment grondig te evalueren. Dat deden anderen na hem, wat uiteindelijk leidde tot de moderne parachute. Maar tot op de dag van vandaag controleert men de parachute voor iedere sprong heel nauwkeurig, vouwt deze heel precies op en neemt voor de zekerheid een reserveparachute mee. Men neemt niet de eerste de beste parachute uit het theoretische kastje van de oorspronkelijke ontwerpers.
Menno de Jonge begrijpt niet dat de parachutist die nu uit een vliegtuig springt, dat doet op basis van een lange ervaring, met vele parachutisten die het leven lieten. Bijvoorbeeld omdat hun parachute niet goed opgevouwen was of niet ontplooide. En hij realiseert zich ook niet dat er ooit, lang geleden, iemand geweest moet zijn die dacht dat op basis van een ‘goede theoretische overweging’ er de mogelijkheid zou zijn om met een parachute uit een luchtballon te springen, maar zekerheidshalve toch maar met beide benen op de grond bleef staan. Leonardo da Vinci was een wijs man en liet het experimenteren over aan anderen. Menno de Jong is ook een wijs man, maar dan anders. Hij experimenteert, maar laat graag anderen te pletter vallen.
Menno de Jonge realiseert zich blijkbaar ook niet dat er tussen de eerste schets van een parachute tot de uitvoering van de eerste parachutesprong, ruim 300 jaar verstreken is, en dat er daarna nog talloze verbeteringen werden doorgevoerd alvorens de parachute zo veilig was dat deze op grote schaal kon worden ingezet. Zonder dat er voor iedere gebruiker steevast een graf moest worden gegraven. Dat wil zeggen, de parachutist maakte zelf zijn eigen kuil, waarna de grafdelver het opgespatte zand er alleen maar overheen hoefde te schuiven. En er daarna een steen opzetten met steeds dezelfde tekst: ‘Het was in principe een goed idee, maar het zat niet echt mee.’ Een vloeiende overgang van parachute naar begrafenis waarvoor men slechts enkele honderden meters hoefde te overbruggen. En dat zonder dat er paard en wagen aan te pas hoefde te komen.
Ik vraag me af of Menno de Jong zich in dit geval als eerste zou hebben aangemeld om te bewijzen dat het ontwerp van Da Vinci op ’theoretische gronden een goed idee was’. Ik denk dat het hem dun door de gescheurde virologische broek zou lopen.
Nee, dan Marc Bonten, die op maandag 15 november bij Op1 zei dat er inderdaad geen andere onderbouwing is voor de 2G regel dan ‘boerenverstand’. Dat vat ik als boerenzoon op als een grove belediging. De uitspraak impliceert dat Bonten van boerenafkomst is en tevens beschikt over gezond verstand. Het eerste vereiste is met zekerheid afwezig, en het tweede vereiste valt te betwijfelen.
Ik ben wel van boerenafkomst en ‘boerenverstand’ betekent bij ons dat we iets bedenken, daarna uitproberen en als het niet goed gaat, niet nog eens proberen. Simpelweg omdat je dan niet lang boer bent, omdat het te veel geld kost om bij herhaling iets te proberen dat gedoemd is te mislukken. Om in de terminologie te blijven: de ezel stoot zich over het algemeen niet twee keer aan dezelfde steen.
Maar de ezels van het OMT hebben allerlei ideeën waarvan keer op keer blijkt dat ze in de praktijk niet het resultaat opleverden wat men er op theoretische gronden van verwachtte. Maar de koppige ezels van het OMT leren er niets van. De weg van de vergaderzaal van het OMT naar het Torentje is bezaaid met hele grote hunebedden, en de leden zien er nauwlettend op toe dat er geen kei onbenut blijft om hun grijze hoofden hinnikend aan te stoten. En waarom ook niet? Zij hoeven niet te betalen voor de immense schade die hun ‘boerenverstand’ en hun ‘op theoretische gronden goede ideeën’ aanrichten. Als ze weer een goed ideetje hebben, schuiven ze dat gewoon weer onder de deur van Rutte’s werkkamer door, en verzinnen dan weer nieuwe briljante theoretische nonsens.
In twee jaar tijd lijkt er bij het OMT een gewoonte te zijn ingesleten om zich niets aan te trekken van de wetenschappelijke literatuur en voortschrijdende wetenschappelijke inzichten. Wie de inmiddels 128 adviezen van het OMT aan de demissionaire regering doorspit, vindt niet of nauwelijks een grondige wetenschappelijke onderbouwing van het ‘boerenverstand’ van Bonten of de ‘op theoretische basis goede ideeën’ van Menno de Jong. Men doet maar wat. Dan is er weer een idee een lockdown in te voeren, gevolgd door het idee om een testmaatschappij in te richten en als dat ook niet blijkt te werken, verzint men een coronatoegangsbewijs en een 2G-systeem. Als het om experimentele parachutes zou gaan, zou het zweet op het voorhoofd van de grafdelver staan van al het zandschuiven. Het veld waar de OMT-leden landen zou te klein zijn om voor alle leden een plekje te vinden. De horeca zou moeten bijspringen om voldoende sterke koffie en plakkerige cake aan te voeren.
Een recent voorbeeld: tot aan de technische briefing van de Tweede Kamer op 18 augustus 2021 door Jaap van Dissel had het OMT de mond nog vol van ‘groepsimmuniteit’. In de presentatie van Van Dissel van die datum wordt nog nadrukkelijk gesproken over het leggen van een ‘cordon sanitaire’ om de kwetsbaren en ouderen, terwijl het op dat moment al lang duidelijk was dat vaccinatie de transmissie niet zou stoppen en niet of nauwelijks nog remde. Daarmee werd ook het doel om een cordon sanitaire aan te leggen door middel van vaccinatie absoluut onhaalbaar. Maar hierover werd met geen woord gesproken in deze briefing, terwijl het feit dat vaccinatie de transmissie niet of nauwelijks stopt, impliceert dat het virus endemisch wordt, en ook de ouderen en kwetsbaren uiteindelijk (opnieuw) zal bereiken. Men kon op dat moment alleen maar hopen dat de vaccins voldoende zouden werken om in ieder geval ernstige ziekte of overlijden te voorkomen. Maar nu, amper drie maanden na deze briefing, blijkt zelfs dat niet het geval te zijn. Het ‘cordon sanitaire’ is kort daarna van de OMT-kerktoren gesprongen en heeft het niet overleefd. Nog voordat de koffie en de cake achter de kiezen van de leden van het OMT was verdwenen, was zelfs de nagedachtenis uit het collectieve geheugen van het team gewist.
De grafdelver heeft voor het cordon sanitair een speciaal plekje bij de uitgang van het ‘coronakerkhof’ geregeld en met een dikke laag zand bedekt. Naast het cordon sanitaire liggen de lockdown, de avondklok en het testen voor toegang. De grafdelver heeft ook al een plekje gereserveerd voor de coronapas, die uitstekend samen in een graf past met het 2G systeem. De grafdelver wist zich het zweet van het voorhoofd, en krabt zich bedachtzaam aan het oor, peinzend of hij ook al vast een plekje moet reserveren voor de vaccinatiecampagne, en of deze nu twee, drie of vier graven nodig heeft.
Dan over de vaccinatiegraad: eerst zou een vaccinatiegraad van 60-70% voldoende zijn om groepsimmuniteit te bereiken, vervolgens werd dit percentage verhoogd naar 85%, en toen ook die vaccinatiegraad gehaald werd, moest hij volgens Ernst Kuipers en het OMT omhoog naar 95%. Het volgende doel voor de vaccinatiegraad is 125%. En als die gehaald wordt – ik doe zelden voorspellingen, maar nu wel – zijn de kinderen van 5-11 jaar aan de beurt om gevaccineerd te worden. Of het zin heeft of niet, er zal en moet gevaccineerd worden. Of het veilig is of niet, er zal en moet gevaccineerd worden. De kinderen hoeven het niet voor een ander te doen, zoveel is al duidelijk – weer een uitspraak die landde op het OMT-kerhof – en ze hoeven het ook zeker niet voor zichzelf te doen. Een recente studie laat zien dat de mortaliteit van corona onder kinderen tot 18 jaar twee per miljoen is: tienmaal kleiner dan de mortaliteit van influenza in deze leeftijdsgroep (1).
Maar wacht, Marion Koopmans schermt met het PIMS-TS (COVID-19-geassocieerde hyperinflammatie) als reden om te vaccineren: helaas, in dezelfde studie werd dit gezien bij drie kinderen per miljoen, een risico dat lager is dan het risico op ernstige bijwerkingen van vaccinatie voor deze leeftijdsgroep. Nee, dan Long-COVID, de stok van stupide en onwetende politici om critici van de massale vaccinatiecampagne mee te slaan en hoogdravende verwijten te maken: helaas, de prognose blijkt bijzonder goed – aangenomen dat Long-Covid een duidelijk af te grenzen ziektebeeld is – en bovendien blijkt het aantal en de ernst van de klachten en symptomen tussen kinderen die een infectie doormaken en diegenen die de ziekte niet doormaken, niet of nauwelijks verschillend te zijn. Dat er geen enkele studie is die laat zien dat vaccinatie beschermend werkt op dit ‘ziektebeeld’ laat ik dan nog maar even buiten beschouwing. Mijn advies aan onze politici is dat men de Tweede Kamer voorzichtig moet ventileren, anders zou bij mensen als Jan Paternotte en Aukje de Vries al bij het eerste windvlaagje van de ventilator op het ene oor, het brein er pardoes aan de andere kant uitvliegen.
En nu het op geen enkele manier meer te ontkennen valt dat gevaccineerden nagenoeg even goed in staat zijn om het virus verder te verspreiden, verzetten de theoretische parachutisten van het OMT de doelpalen opnieuw: nu zijn het de ongevaccineerden die tegen zichzelf beschermd moeten worden. Ze zouden – negatief getest – besmet kunnen worden door gevaccineerden. Natuurlijk, dat geteste en niet-gevaccineerde mensen gevaccineerden zullen besmetten zal vrijwel niet voorkomen, dus hoe pijnlijk en onwenselijk ook, deze fabel kan terugkeren naar de vuilnisbelt waar die toevallig naar toe gewaaid was: de laptop met de prutsmodelletjes van Jacco Wallinga. Gelukkig heeft de grafdelver nog net een gaatje vrij naast het G2- en coronapasgraf.
De 2G-regel: de meest ingrijpende, de meest ondemocratische, de meest vrijheidsbeperkende, de meest discriminerende, de meest immorele, de meest polariserende, de meest onethische en meest misdadige maatregel die een Nederlandse overheid sinds de Tweede Wereldoorlog uitvaardigde:
Menno de Jong, viroloog, vond het op ’theoretische basis een goed idee’. Marc Bonten vond het een kwestie van ‘boerenverstand’.
Maar het is geen goed idee, ook niet op theoretische basis, laat staan in de praktijk. Het is geen kwestie van het boerenverstand van Marc Bonten. Het is de grootste fout die men zou kunnen maken, en die op termijn niets anders tot gevolg kan hebben dan dat de gewone man wetenschappers nooit meer zal vertrouwen, en hen terugjaagt naar hun donkere academische kamertjes en hel verlichte laboratoria.
Ik zou voor willen stellen dat Menno de Jong en Marc Bonten alsnog het eerste ontwerp van de parachute door Leonardo Da Vinci in de praktijk testen, om te bewijzen dat het op ’theoretische gronden een goed idee’ is en een kwestie van ‘boerenverstand’. Onder het toeziend oog van de grafdelver, zodat hij er voor kan zorgen dat ze op de goede plaats terecht komen.
Indien ze toch triomfantelijk van het veld lopen, wacht hen het erelidmaatschap van het OMT. Zo niet, moet de grafdelver nog een keer schuiven. En zet ik voor mezelf een sterke kop koffie, en eet nog een stuk plakkerige cake.
In 1976 schreef Carlo M. Cipollo het werkelijk briljante essay met de titel: ‘The Basic Laws of Human Stupidity”. Dit essay behandelt het oprechte en ware boerenverstand. Het zou verplichte kost voor iedere burger moeten zijn, om te lezen en herlezen voor iedere verkiezing.
Het in acht nemen van de vierde wet had ons heel veel leed en rampspoed kunnen besparen:
Non-stupid people always underestimate the damaging power of stupid individuals. In particular, non-stupid people constantly forget that at all times and places, and under any circumstances, to deal and/or associate with stupid people always turns out to be a costly mistake.
Het boerenverstand, een waarheid als een koe. Niet de theoretische ideeën van de OMT-ezels die er naast staan.
Het citaat hang inmiddels boven de poort van het kerkhof van de theoretische goede ideeën en kwesties van academisch boerenverstand.
Zodat deze nooit meer vergeten wordt.
1. Deaths in children and young people in England after SARS-CoV-2 infection during the first pandemic year. Nature Medicine, 11th November 2021. https://www.nature.com/articles/s41591-021-01578-1