Hele generaties zijn jarenlang monddood gemaakt met liberale sprookjes over ‘eigen verantwoordelijkheid’ en hoe je je geluk ‘zelf’ bepaalt. Dankzij die giftige focus op het individuele, zijn we de focus op het collectieve en systemische kwijtgeraakt, en beseffen we niet meer dat dingen niet altijd aan onszelf liggen, maar ook dikwijls aan het systeem en het bewuste beleid. De weg naar verandering begint bij het besef dat we rechten hebben en dat het huidige systeem die rechten verkwanselt met hulp van de zittende politieke orde. Het is tijd dat we die sprookjes de nek omdraaien en weer opstandig worden, schrijft Bart van der Zeijden.
Voor wie het gemist heeft: het gaat niet best de laatste tijd. We zien een overheid die onschuldige burgers systematisch als criminelen behandelt, enkel vanwege een achternaam, achtergrond of huidskleur; we moeten leven met een kabinet dat hier geen consequenties van ondervindt buiten een symbolische demissionaire status; we zitten midden in een pandemie die niet alleen de volksgezondheid ondermijnt maar ook wordt gebruikt om de kloof tussen de armsten en rijksten nog verder te vergroten; we beleven een escalerende klimaatcrisis die een directe bedreiging vormt voor al het leven op onze planeet en als catastrofale kers op de taart gaan we ook nog eens gebukt onder de grootste wooncrisis sinds de Tweede Wereldoorlog als gevolg van een woonbeleid dat onze huisvesting als verdienmodel ziet voor de rijksten. Door een aanhoudende uitholling van ons fundamentele woonrecht wordt de plek die voor ons allemaal een veilige basis zou moeten zijn – een thuis – nu juist voor veel mensen een van de grootste bronnen van onzekerheid gemaakt. Al met al blijft er maar één vraag hangen: waarom pikken we dit nog?
Je doet je best maar
Zelf vraag ik weinig van mijn leven: betekenisvol werk, een kans op een woning in een mooie stad en een leven met zo min mogelijk onzekerheden voor mij en de mensen om mij heen. Ik dacht altijd dat ik hiermee snel tevreden was, maar hoe meer ik om mij heen kijk, hoe wanhopiger ik word. Vooral jonge generaties betalen een hoge prijs: terwijl we dagelijks horen hoe verwend we allemaal zijn, wijst de realiteit uit dat wij nooit dezelfde zekerheden, dezelfde levensstandaard of dezelfde kansen en vrijheden op de woning- en arbeidsmarkt zullen ervaren als eerdere generaties. De sleur die voor vorige generaties zo’n groot existentieel leed veroorzaakte: de verveling die komt kijken bij ‘huisje boompje beestje’, bij een bestaan zonder angst, bij het negen-tot-vijf-leven, opgesloten in een koophuis zonder grote uitdagingen, zal voor een gigantisch deel van de huidige jonge generatie als een naïeve, utopische droom klinken.
Om een hele vervreemde, wanhopige generatie gedeisd te houden, moet je van goede huize komen. Daarbij speelt één constant terugkerend riedeltje een cruciale rol: het sprookje van ‘eigen verantwoordelijkheid’.
Als ik het met vrienden over een mogelijke koopwoning of een betaalbare huurwoning heb, eindigt het gesprek altijd in cynisch gelach. Hoe hard wij ook proberen, jonge mensen worden weggeduwd. Uit de banenmarkt, uit de woningmarkt. Je doet je best maar. Terwijl wij steeds minder kunnen met het geld dat wij hebben – ik hoorde laatste dat iemands grootouders voor hun eerste huis zeven gulden per week betaalden, gewoon even een leuk feitje – wordt de harde realiteit steeds duidelijker: de kans dat jij zal kunnen (blijven) wonen in de stad waar je van houdt, krimpt met de maand. Het is een clusterfuck van angsten en onzekerheden voor de jonge generaties en het is heel bijzonder dat dit nog niet van de daken geschreeuwd wordt. Want om een hele vervreemde, wanhopige generatie gedeisd te houden, moet je van goede huize komen. Daarbij speelt één constant terugkerend riedeltje een cruciale rol: het sprookje van ‘eigen verantwoordelijkheid’. Vooralsnog lijkt dit goed te werken.
De riedel
In Nederland horen we namelijk al decennialang hetzelfde achterhaalde deuntje: jij hebt je lot in eigen handen. Als je maar hard genoeg je best doet op school, als je je dromen maar nastreeft, als je maar doet waar je goed in bent en de kantjes er niet vanaf loopt, dan kom je er wel. Je krijgt je sleur, je krijgt je huis, je kan je eigen liberale droompje leven, als je maar doet wat wij deden. Iedereen zou een prima leven kunnen hebben, als we onze verantwoordelijkheid maar nemen.
Dit is het verhaaltje dat de VVD en diens gewillige handlangers aan de macht houdt, dat de armen in dit land machteloos tegenover hun problemen maakt, en dat iedere kans op een fundamentele, structurele verbetering in de kiem smoort. Het is een verhaaltje dat is ontstaan in de jaren van de ongekende – en beter verdeelde – welvaart waar een groot gedeelte van de eerdere generaties van heeft kunnen genieten. De mensen die hun hele leven gebakken hebben gezeten en de overheid nooit als tegenstander hebben ervaren rechtvaardigen een zorgwekkend gebrek aan solidariteit met de kansarmen door middel van een leugen die ze zichzelf blijven vertellen: ‘Mijn welvaart heb ik aan mezelf te danken. Als anderen het net zo goed willen hebben als ik het heb, moeten ze maar – net als ik – harder en slimmer werken.’
Dit sprookje, dat individuele verantwoordelijkheid en de illusie van ‘economische vrijheid’ naar de voorgrond schuift, domineert al een hele lange tijd het politieke debat en de verwachtingspatronen voor onze eigen levens. Door grote maatschappelijke problemen op individuele verantwoordelijkheid af te schuiven in plaats van de pijlen te richten op de actieve politieke beslissingen die de grote crises veroorzaakten, worden veel oplosbare problemen genegeerd, ontkend en vaak verergerd.
Het is ook dit verhaal dat huisjesmelkers de vrijheid geeft om mensen die het minder hebben met steeds hogere huren op te zadelen, en dat ervoor zorgt dat de overheid de mensen die maar geen zeker bestaan voor zichzelf kunnen verzekeren geen enkele hand toereikt. En als mensen zich ook maar durven uit te spreken tegen racistische, seksistische of klassistische machtsstructuren die hen ontegenzeggelijk benadelen, is het ook dit verhaal dat wordt gebruikt om hun stem te verstommen.
Het zijn de mensen met de wind in de rug, die denken dat ze zo snel fietsen omdat ze zelf heel hard kunnen trappen, vol onbegrip kijkend naar tegenliggers die doodvermoeid de andere kant op aan het fietsen zijn.
De overheid heeft hun boodschap aan mensen met problemen de afgelopen jaren pijnlijk duidelijk gemaakt: als je wordt benadeeld door de manier waarop onze samenleving is ingericht, hoe onrechtvaardig en onnodig ook, dan is dat jouw probleem. “Ik zit hier niet voor jou, dat moet je zelf maar regelen. Doe je best maar.” Zo worden echte problemen van echte mensen bewust niet opgelost met echt beleid, maar afgedaan met een abstract ideologisch verhaal over persoonlijke verantwoordelijkheid. Wil je een huis kopen? “Stop gewoon met arm zijn, je kan toch zelf gaan beleggen?” Wil je huren? “Je kan toch ook niet in de stad wonen?” Want waarom zou je iets goeds voor jezelf of voor de mensen om je heen wensen?
Eigen verantwoordelijkheid is onverantwoordelijkheid
Terwijl de grootste crises worden gebagatelliseerd en de meest machtelozen worden aangewezen als de grootste schuldigen, gaan de dingen fout, heel erg fout. De mensen die dit neoliberale sprookje het luidst blijven verkondigen, zijn ironisch genoeg dezelfde mensen die in welvaart zijn opgegroeid en wiens ouders altijd paraat hebben gestaan. Het zijn de mensen met de wind in de rug, die denken dat ze zo snel fietsen omdat ze zelf heel hard kunnen trappen, vol onbegrip kijkend naar tegenliggers die doodvermoeid de andere kant op aan het fietsen zijn. “Trap gewoon zo hard als ik”, is het enige wat ze denken. De mensen die de wind in de rug hebben, zullen hun afhankelijkheid van externe factoren nooit écht kunnen erkennen zonder dat ze hard met de neus op de feiten worden gedrukt.
Het is al lang te laat om blij te zijn met ‘stilstand’. Wat we nodig hebben is geen uitstel van executie, maar verandering.
Aan de mensen die mij het individualistische verhaaltje proberen te verkopen – de D66’ers en VVD’ers onder ons – vraag ik: kijk alsjeblieft om je heen. Probeer je voor te stellen hoe je leven zou zijn als je rijke ouders niet garant voor je zouden kunnen staan, of als je soms iets minder geluk zou hebben gehad.
De realiteit is dat veel mensen simpelweg niet zo veel keus hebben. En waar de relatief welvarende mensen wel beschikken over de mogelijkheid om te kiezen voor solidariteit, blijft dit vooralsnog uit. Als collectief hebben we een keuze. Het is een keuze om te accepteren dat zoveel studenten naast hun voltijd studie nog minstens 24 uur per week worden afgetakeld in een horecabaantje, om vervolgens alsnog amper rond te komen. Het is een keuze om te accepteren dat wij hoogstwaarschijnlijk nooit een huis zullen kunnen bezitten en dat het normaal zal gaan worden om tot je 35e noodgedwongen met huisgenoten te wonen omdat de steden simpelweg te duur zijn geworden. Dit zijn echter ook keuzes waar we ons hele leven op worden voorbereid met het bovenstaande riedeltje, maar ook omdat we het gevoel hebben dat we simpelweg niet anders kunnen. We zijn gaan geloven dat fundamentele maatschappelijke verandering vanuit mensen zelf onmogelijk is, en dat pogingen daartoe eenvoudigweg zinloos zijn. Als alles tegen je werkt, accepteer je het maar gewoon. Zo steekt de samenleving eenmaal in elkaar, toch? Niets aan te doen!
Dankzij deze conditionering blijft dit neoliberale sprookje onze belevingswereld en politieke opvattingen vormen. Maar voor wat? Is het onze verantwoordelijkheid dat de huizenmarkt implodeert, dat de huizen voor de armste mensen worden gesloopt en dat er amper wordt bijgebouwd? Dat de overheid zich niet meer inzet om de kwaliteit van de levens van haar burgers te bewaken en dat ons fundamentele recht op een woning wordt uitverkocht aan de extreemrijke beleggers die werkende bewoners zien als financiële melkkoeien?
Wat kunnen wij zelf doen tegen de almaar groeiende macht van verhuurders en huisjesmelkers die simpelweg rijkere huurders kunnen zoeken als we het zelf niet meer kunnen betalen? Wat kunnen wij eraan doen dat onze lonen stagneren terwijl de kosten om te wonen de pan uitrijzen? Afgelopen jaar werd het door linkse partijen als gigantische overwinning gezien dat de huurprijzen een jaartje werden bevroren. Bevriezen, dat is blijkbaar de hoogste ambitie van het gevestigde links op dit moment. Het is al lang te laat om blij te zijn met ‘stilstand’. Wat we nodig hebben is geen uitstel van executie, maar verandering.
De staat van de samenleving lijkt uit te wijzen dat mensen niet meer geloven dat ze iets beters voor zichzelf kunnen eisen. De meest duidelijke verschijnselen van het onrecht dat woekert in onze samenleving worden door symptoombestrijding ‘aangepakt’: huizen zijn te duur? Dan maken we het toch nog makkelijker om een verstikkend hoge hypotheek aan te gaan – wat enkel leidt tot hogere huisprijzen. Loonsverhoging? Kan, maar alleen als de ondernemerslobby dit oké vindt, en de klimaatverandering kúnnen we remmen, maar het mag niet ten koste gaan van de winst van de bedrijven die op vervuiling gedijen.
De frames
Als er dan toch wordt gedebatteerd over mogelijke oplossingen voor deze massale wooncrisis gaan we tot het grote geluk van de rechtse machtspartijen en de rijke beleggers braaf mee in de frames die gebruikt worden om fundamentele veranderingen te omzeilen. Waar mensen in nood leven, waar kinderen met honger naar school gaan, waar de huizenmarkt stagneert en er geen enkel teken van verbetering is, zijn we alleen bezig met het debat over de richting van de boze vinger.
Het is tijd om te breken met de liberale sprookjes. Ga over tot directe actie, help elkaar, blokkeer huisuitzettingen, kraak, protesteer tot je niet meer kan
We lezen dat de huizenmarkt onder druk staat door ‘de immigrant’, dat het klimaatprobleem is veroorzaakt door het consumptiegedrag van ongeïnteresseerde boomers en dat alles beter zou zijn als andere individuen maar beter hadden gehandeld. Waar je aangeleerd krijgt dat je enkel controle hebt over je eigen acties, moet je vervolgens toekijken hoe anderen hun verantwoordelijkheden verloochenen. Maar zo simpel is het niet. We horen niets over de actieve politieke keuzes van de VVD, D66, CDA, CU en vaak zelfs de PvdA om klimaatverandering te negeren, om bedrijven de vrijheid te geven om die van anderen af te nemen, en om het woonbeleid over te laten aan de ‘vrije markt’ – een sector waar de waarde wordt bepaald door schaarste, heel handig in geval van een fucking mensenrecht.
Ons antwoord
Het antwoord op de vraag waarom we dit blijven pikken, is dat we blijkbaar niet meer beseffen dat we allemaal recht hebben op beter. Blijkbaar beseffen we niet dat als onze buren geen zekerheid ervaren, dit voor ons ook geen vanzelfsprekendheid is. We beseffen niet dat het beter zou moeten, en dat het anders kan. Dat de beschermers van de ‘vrije markt’ niet het beste met ons voor hebben. Wij beseffen dit niet, omdat er niet veel volksvertegenwoordigers zijn met een alternatief verhaal; iemand die mensen vertelt dat ze rechten hebben en dat ze beter verdienen. Iemand die duidelijk maakt dat de verantwoordelijken voor de grootste crises waar wij als collectief onder gebukt gaan de machtigsten zijn, en niet de machtelozen. Daarom hebben we een hard, ongeremd geluid nodig tegen de radicale liberalisering van de woningmarkt die ons fundamentele woonrecht uitholt en tegen de verwaarlozing van de voorzieningen die burgers nodig hebben om een goed leven te kunnen lijden.
Want als een overheid niet eens kan garanderen dat iedereen die dit wil een betekenisvol leven voor zichzelf en met de ander kan verzekeren, waar doen we dit dan voor? Willen we leven in dienst van de winst van anderen? Willen we leven voor de parasitaire beleggers die profiteren van onze wens om simpelweg ergens te kunnen wonen? Nemen we simpelweg aan dat ‘het nieuwe normaal’ inhoudt dat we drukker zijn met de huur betalen dan zelf te kunnen leven?
Als het antwoord ‘nee’ is, blijft er maar één optie over. Het is tijd om te breken met de liberale sprookjes, met het idee dat politiek niet ideologisch mag zijn, met de illusie dat maatschappelijke verandering onmogelijk is. We moeten aantonen dat onze generatie wel in staat is om voor onszelf en voor elkaar op te staan. Het is tijd voor een beweging die niet vraagt, maar EIST dat het verandert. Ga naar die demonstraties en schreeuw je longen uit je lijf. Ga over tot directe actie, help elkaar, blokkeer huisuitzettingen, kraak, protesteer tot je niet meer kan en laat zien dat wij er alles aan zullen doen om voor iedereen een goed leven te verzekeren. Laat 12 september het begin van een grote beweging zijn. Een die niet zal juichen bij een simpele huurprijsstagnering, maar pas bij de absolute garantie van betaalbare volkshuisvesting.
Bart van der Zeijden is Master in Philosophy of Contemporary Challenges en vanaf het eerste uur actief bij BROODBUIS.