De zin ontbreekt, maar de noodzaak is er nog steeds. Stukjes schrijven over de pandemie. Over de maatregelen. Over de vierde golf. En, vooral, hoe mensen met een langdurige pandemie omgaan. Elk stukje dat ik erover schrijf voelt overbodig. Waarschijnlijk is alles wat ik neerkalk al eens opgeschreven door iemand anders. Maar het moet. Met name voor mezelf. De drang om zoveel mogelijk in aanvaardbaar perspectief te blijven zien is urgent. Dat geldt extra voor mij. Mijn tijdsbesef is van een armoedig niveau. Alleen al daarom is het van belang redelijk actuele stukjes te schrijven. Zodat ik achteraf tijdshandvatten heb. Een agenda achteraf, zeg maar. Zonder dat, ben ik verloren in de tijd.
Als iemand mij vraagt hoe oud ik was toen ik ergens aan begon. Een studie, een baan of iets soortgelijks, dan kan ik er zomaar een paar jaar naast zitten. Geen flauw benul van tijd. Ik raak ook altijd lichtelijk in paniek als ik formulieren moet invullen waarbij tijd en plaats nauwkeurig moeten worden vermeld. Dat kost me altijd ongelooflijk veel uitzoekwerk. Gewoon omdat ik het niet weet. In mijn hoofd is geen ruimte gereserveerd voor de opslag van tijdsbesef.
Maar goed.
Dat is persoonlijk. Het algemene nut van stukjes schrijven over pandemieën is minimaal. Behalve als het wetenschappelijk is en helpt om het virus terug te dringen. Wij, eenvoudige pennenlikkers, zijn op z’n best een verlengstuk daarvan. Wij kunnen, met een beetje geluk, wetenschappelijke stukjes naar gewoon leesvoer omzetten. Voor mensen die onze gelijken zijn en behoefte hebben aan klare taal. Daar staat weer tegenover dat voor elk wetenschappelijk stuk er altijd weer een stukjesschrijver is die de wetenschappelijke conclusies in twijfel trekt.
Nu we aan de vierde golf zijn begonnen – die ik al bij de eerste golf voorspelde – is vooral de moedeloosheid overweldigend aanwezig. Maar ik zie ook de wrange humor. Humor gevoed door domheid, egoïsme en de onwil om mee te werken. De eerste superspreader in Nederland was carnaval. En wat willen we weer met z’n allen gaan vieren in de vierde golf? Juist. Carnaval. Iedereen met een klein beetje verstand zag aankomen dat met de gestaag oplopende coronacijfers in de ziekenhuizen en de afnemende werking van het vaccin, er weer maatregelen aankwamen. De maatregelen zijn er en iedereen schreeuwt weer moord en brand. Terwijl we toch al een paar golven hebben gehad om van te leren.
Maar wat moeten we dan precies leren? Zelfs daar zijn de meningen over verdeeld. Dat komt door het ontbreken van een gemeenschappelijk hoofddoel. Dat zou natuurlijk het bestrijden van de pandemie moeten zijn. Maar daar denkt niet iedereen zo over. Een harde kern vindt de bescherming van de integriteit van het eigen lijf het hoogste goed. Er is een vaccin. De meeste mensen nemen het en het werkt. Anderen denken van niet en komen altijd aan het eind van de linie uit bij onvoorspelbare effecten op de lange termijn. Einde conversatie, want niemand heeft een glazen bol.
Hoe zorg je ervoor dat iedereen dezelfde kant op kijkt? Dat niemand ondergeschikt is aan de ander. Dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten en meer van die bla-bla.
Dat kunnen we niet. Tenzij door dwang. En zelfs dat wordt lastig. Lokaal lukt het nog wel om hier en daar wat regels te handhaven. Nationaal wordt het moeilijker. Zeker qua handhaving. Globaal is het helemaal een zootje. De eigen-prik-eerst mentaliteit heerst mondiaal. Met de arme landen als gebruikelijk slachtoffer.
Overeenstemming tussen mensen die vaccineren en diegenen die dat niet willen, komt er niet. Na vier golven en uitwisseling van alle denkbare argumenten zitten de hakken muurvast in het zand.
Het virus gedijt goed op dom egoïsme.