Hugo de Jonge, de meest geportretteerde minister sinds 1848, heeft een masochistisch trekje. Enerzijds is geen pose hem te gek om de aandacht op zijn persoon (en schoeisel) te vestigen, anderzijds lijkt hij een sardonisch genoegen te scheppen in een rol als risee van de regering. Negatieve aandacht is immers ook aandacht.
Hugo de Jonge minister van Volksgezondheid paradeerde hij ons door diverse lockdowns, kop in de wind en poten in de klei vanuit zijn eigen perspectief, maar verketterd en verguisd door vele Nederlanders, die liever gewoon doen want dan doe je al gek genoeg, maar die ook hun grootouders eenzaam zagen wegkwijnen in verzorgingshuizen, de kinderen niet kwijt konden door schoolsluitingen, en verloren inkomsten door omzetverlies of hun aversie tegen dreigende prikplicht pareerden met (vruchteloos) protest.
Nu is Hugo de Jonge minister van Wonen en trekt hij wederom een zware kar door diepe modder: woningtekorten en een asielcrisis komen bijeen in een verhitte markt waarin koopwoningen pieken op knotsgekke prijzen, stikstofwaanzin slopend is voor nieuwbouw en de onderkant van de samenleving de pijn van een schreeuwend tekort aan sociale huur moet delen met een tsunami van statushouders, die ook nog eens voorrang krijgen bij het verdelen van de sleutels.
Je zou medelijden kunnen krijgen met een minister met zoān takenpakket, maar niet met Hugo de Jonge. Daarvoor geniet hij net iets te veel van zijn macht. Nu de gezondheidscrisis voorbij is en de corona-rook optrekt, blijken die 5 miljard euro aan verloren bonnetjes nog steeds onvindbaar, worden schoorvoetend bekentenissen gedaan dat de OMT-adviezen inderdaad werden beĆÆnvloed door het ministerie van VWS, en vragen ook sommige experts zich af of al die lockdowns eigenlijk wel verstandig waren.
Daaromheen hangt een sfeertje van āja jongens, helaas, niks meer aan te doen nu, het was crisis en we moesten wat doenā, maar wat je ook heel erg proeft, is dat de regering zich het mantra van dwang onder druk wel erg makkelijk eigen heeft gemaakt. De toon waarop Hugo de Jonge verklaarde dat opvang wordt verplicht en statushouders voorrang krijgen op de wachtlijsten voor sociale huurwoningen, was echt iets te vanzelfsprekend.
Mark Rutte is jaren geleden begonnen met het delegeren van verantwoordelijkheid naar de gemeenten. Als iemand kwam klagen, omdat ze woningmarkt, jeugdzorg of klimaatwetten niet aankonden, ging er een zak zwijggeld naartoe. Maar nu gemeenten dreigen te bezwijken onder verantwoordelijkheden die ze nooit wilden en niet kunnen betalen, grijpt de regering opnieuw naar de tijdens corona beproefde methode: dwang. Gebouwen worden gevorderd, statushouders aangevoerd en gemeenten ā en hun inwoners ā geknecht.
De minister voelt geen terughoudendheid. IJdelheid is zijn moreel kompas, burgerlijke weerzin de brandstof voor zijn ego. Hugo de Jonge, ongenaakbaar in zijn eigen spiegelbeeld, houdt te veel van status ā neem het toch in godsnaam van hem af.