In de laatste 12 jaar heeft de Europese Unie diepe wonden opgelopen, als gevolg van de krediet-, euro- en migrantencrisis.
Maar in al die gevallen stonden Europese landen elkaar (met tegenzin) bij.
Nu, na de uitbraak van de Chinese griep, zit dat heel anders in elkaar:
Ieder land voor zich, met minimale samenwerking, terwijl de roep om ITALEXIT nu gehoor vindt bij meer dan tweederde van de Italiaanse bevolking.
Italië, het land dat aan de frontlinie stond van de migrantencrisis en jarenlang op last van Duitsland haar economie kapot bezuinigde wordt nu door Merkel in de steek gelaten. In reactie daarop schiet de euroscepsis als een raket omhoog.
Macron en George Soros waarschuwen ervoor dat er ook het risico is op een FREXIT en een NEXIT. Macron gaat nog iets verder in zijn waarschuwing:
“Als wij een FREXIT-referendum hadden, was Frankrijk zeker uit de EU gestapt”
Dr. Steve Turley : COVID19 epidemie kan einde van de EU betekenen:
https://youtu.be/w96ah5hX7es
FREXIT:
Het einde van de Europese Unie in huidige vorm is in zicht
Al tientallen jaren verliest Nederland macht aan Brussel. De gulden heeft plaatsgemaakt voor de euro, de EU breidt aan de lopende band uit met nieuwe landen via associatieverdragen, we vieren dit jaar ons vijfde lustrum als netto- betaler en in plaats van onze grenzen te bewaken staat de poort naar Europa wagenwijd open voor migranten. Gelukkig is er goed nieuws: de wal keert bijna het schip.
Vrijwel ieder Europees besluit eindigt momenteel in een middelmatig compromis tussen Noord-Europese verantwoordelijkheid en Zuid Europese ongehoorzaamheid. De nieuwe lidstaten onderhandelen ondertussen als pubers: verongelijkt principieel, hoge eisen, maar een matige uitvoering van het afgesproken beleid.
Nederland is door het uitdijende heelal dat Brussel heet, onderdeel geworden van een omgekeerd piramidespel, waarbij iedere Nederlandse inleg in Brussel steeds minder waard wordt. Of meer concreet, in 25 jaar hebben we tientallen miljarden euro’s meer betaald dan ontvangen: waar zit precies ons voordeel?
Strikt financieel kijken naar een Europese samenwerking is te beperkt. De idee EU is gestoeld op een belangrijke waarde: solidariteit. Dit is echter exact de achilleshiel: er is geen Europese solidariteit op de zaken die Nederland belangrijk vindt. De 17 miljoen Nederlanders op een Europese bevolking van 500 miljoen doen er niet meer toe.
Daarnaast werkt Europese solidariteit alleen als de impliciete wederkerigheid ook daadwerkelijk getoond wordt. In lijn met onze westerse (Bijbelse) waarde om voor de zwakken op te komen, verwachten wij dat deze zwakke broeders dan ook hard hun best doen om met onze steun uit de ellende te komen. Zo zijn we bijvoorbeeld solidair met de Grieken, maar verwachten we wel dat zij dan ook de pensioenhervormingen doorvoeren.
De beantwoording van deze solidariteit laat echter eigenlijk altijd te wensen over. Nederland levert, de hulpbehoevende faalt. Daarnaast kan ook de vraag worden gesteld of Griekenland in het omgekeerde geval zou hebben geholpen wanneer wij door een economisch moeilijke tijd heen zouden gaan. De terechte perceptie van vele Nederlanders is toch dat het vooral eenrichtingsverkeer is. En dat steekt. Al jarenlang is er sprake van eenrichtingsverkeer: Nederland betaalt braaf, slikt iedere Europese wetgeving en voert als braafste jongetje het beleid uit in lijn met onze waarden. Vele andere landen modderen ondertussen door of kiezen uit welk deel van de wetgeving goed uitkomt.
De uitkomst van het referendum zal uiteindelijk geen effect hebben op het Oekraïense handelsverdrag, ook hier is er eenrichtingsverkeer: Nederland roept en betaalt mee, maar onze eisen verstrooien als kaf in de wind.
EU-beleid heeft doorgaans als uitgangspunt ”hoop”. En hoe nobel, wellicht zelfs Bijbels dit ook is, het loopt iedere keer op een teleurstelling uit. Zo wordt er gehoopt op een indamming van de vluchtelingenstroom. En in de onderhandelingen met de Grieken over de euro hoopt de trojka dat er hervormd gaat worden. Voor de bühne worden er zogenaamd harde afspraken gemaakt, maar bij het niet nakomen is er ook geen man overboord: er volgt een lijmpoging en er worden nieuwe afspraken gemaakt met opnieuw de hoop dat het goed komt.
Eigenlijk is het Europese project gebaseerd op de hoop dat een verenigd Europa een veilig Europa is waarbij oorlogen niet meer voorkomen en de bewoners het allemaal een stukje beter hebben. Of dit voor Nederland geldt is maar zeer de vraag.
Net als ooit in het Romeinse Rijk, zijn er scheuren zichtbaar in de EU. Zo zijn de laatste referenda in Europa over Europese thema’s, zoals het associatieverdrag met Oekraïne, weggestemd. In het Verenigd Koninkrijk bereidt men zich voor op de Brexit. Wanneer er goed wordt geluisterd naar de achterban zijn veel mensen EU-moe: ze willen terug naar overzichtelijkheid.
De meeste zaken om ons heen zijn cyclisch. We hebben de piek van de welvaart gezien, want hoe groter de EU, hoe meer onze verzorgingsstaat zal verwateren. De verschraling van zorg, onderwijs en sociale voorzieningen zal onprettig voelen. Een grondige analyse van het stemgedrag van het referendum laat een opvallende verschuiving zien in het beeld over Europa. Waar de EU eerst werd gezien als positief tot neutraal noodzakelijk kwaad, is de houding verschoven naar negatief kritisch.
Als gevolg van beide trends zullen politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen van 2017 hun partijprogramma’s moeten herschrijven. Meer voor Nederland en minder naar Europa. Deze nationale bewegingen zijn in veel landen zichtbaar.
Het uiteindelijke gevolg is dat er een Raad van Europa ontstaat van Europese leiders die eigenlijk slechts het mandaat hebben om hun landsbelang te beschermen. Verdragen zullen worden ontmanteld tot nationale wetgeving, in het EU-budget zal worden gesneden en er ontstaat een bestuurlijke verlamming.
Een diepe herbezinning zal volgen, waarbij er een federatie van Europese landen zal ontstaan: een samenwerking waar wederzijds aantoonbaar voordeel kan worden behaald met behoud van nationale eigenheid.
Nederlandse besluitvorming kan dan weer plaatsvinden in lijn met onze calvinistische waarden van zuinig leven, betrouwbaarheid, ordentelijkheid, hard werken en verantwoordelijke besluiten nemen. En dan uitvoeren. „Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee.”