Advies Gezondheidsraad over ethische en juridische afwegingen bij vaccinatieplicht stelt gedwongen vaccins als onontkoombaar
Op 4 februari 2021 publiceerde de Gezondheidsraad op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een advies over hoe om te gaan met ethische dilemma’s die zich kunnen voordoen bij de COVID-19-vaccinatie en de juridische vragen die zich kunnen voordoen. Het gaat kort gezegd over hoe mensen het beste te ‘motiveren’ het coronavaccin te nemen. Voordat we dat advies bespreken is het nodig de achtergrond van het verzoek van VWS te bespreken.
Volstaat de huidige wet- en regelgeving niet om de afwegingskaders te scheppen? Ligt het beleid ethisch gezien ingewikkelder dan bij reguliere medische protocollen rond vaccinatie, medisch beroepsgeheim en de gangbare ideeën over inbreuken op lichamelijke integriteit uit naam van de volksgezondheid, zoals die binnen de GGZ al uitvoerig in wetenschappelijk literatuur zijn beschreven? Was de Raad van Europa eind januari niet al duidelijk genoeg (in een resolutie die boven onze wet staat), dat je mensen niet direct óf indirect mag dwingen tot het nemen van een vaccin? De RvE zegt daarbij zelfs dat de overheid verplicht is:
- ervoor te zorgen dat de burgers worden geïnformeerd dat de vaccinatie NIET verplicht is;
- ervoor te zorgen dat niemand wordt gediscrimineerd omdat hij niet is gevaccineerd.
Blijkbaar is dit een onvoldoend bevredigend kader voor onze overheid. Want hoewel de wet burgers vrije keuze laat in het wel of niet laten vaccineren en daar ethisch gezien ook weinig op af te dingen valt, is er ogenschijnlijk nog geen oplossing voor de weigering dit tóch te doen. Dat ‘probleem’, met het oog op ‘de pandemie’ is de strekking van dit rapport. De Gezondheidsraad: “Niet iedereen zal zich willen laten vaccineren. Dat leidt tot ethische dilemma’s en juridische vragen: hoe verhoudt het belang van de volksgezondheid zich tot individuele belangen en rechten?”
Omdraaien van het dilemma
De Gezondheidsraad begint de vraagstelling dus al vanuit een nogal on-ethisch kader. Dat niet “iedereen” vrijwillig een medische ingreep wil ondergaan is hier volgens de Gezondheidsraad het ethische dilemma. Heel anders en juister was het geweest als het dilemma vanuit de andere hoek was erkend: ‘VWS wil vaccinaties onder de hele bevolking stimuleren, dat kan leiden tot ethische dilemma’s.’ Bijvoorbeeld. Maar dat is niet gedaan.
Deze opzichtige probleemvervalsing is karakteristiek voor het coronabeleid van ministeries en kabinet. De minister wil (en krijgt) de invalshoek die tot de meest wenselijke antwoorden leidt. Want, en zo blijkt ook uit het advies in de breedte, het dilemma moet zijn dat mensen nog onvoldoende doordrongen zijn van de noodzaak van deze vaccinaties. De Gezondheidsraad komt ook snel terzake hoe dit te verhelpen. Wie niet doordrongen is van de noodzaak, die moet via de weg van ‘drang’ overtuigd worden. Het tweede dilemma in het advies is dan: hoe is door de overheid uitgeoefende drang nog te vatten onder vrijwilligheid van de kant van de burger? Van het formele concept vrijwilligheid wordt nergens afgeweken, terwijl er op elke pagina duidelijk wordt toegewerkt naar uitvluchten voor de situatie waarin burgers die vrijwilligheid ook daadwerkelijk ter harte nemen. Het antwoord van de Gezondheidsraad is dan ook een tweeledige truc:
- Door de definitie van drang op te rekken (richting feitelijke dwang)
- Door particuliere partijen de drang te laten uitoefenen. Zo ontspringt de overheid meteen tal van juridische hobbels. Particuliere partijen zoals horeca, toerisme en culturele instellingen kunnen, zo stelt de Gezondheidsraad, uit hoofde van economische belangen, veiligheid en gezondheid gestimuleerd worden vaccinatiebewijzen te eisen bij toegang tot producten en diensten.
Dwang is niet toelaatbaar, stelt de Gezondheidsraad vast, maar elke vorm van drang in principe wel. “Van dwang is sprake wanneer iemand tegen zijn wil wordt genoodzaakt iets te doen of te laten.” De bovengrens van het wel toelaatbare “drang” is in het advies een “directe vaccinatieplicht met wettelijke sanctie of indirecte vaccinatieplicht, zoals geen toegang tot essentieel ruimten of voorzienen zonder vaccinatiebewijs”.
Discriminatie bij uitstek
Met de beste wil van de wereld kun je dit niet vrijwillig meer noemen. Als mensen geen toegang tot arts, apotheek, gemeentekantoren (teneinde een paspoort of rijbewijs te halen) of politiebureau hebben, dan houden ze op een burger in de publieke ruimte te zijn. Omdat ze geen zorg kunnen ontvangen en geen handelingen kunnen verrichten die hen volwaardig in de maatschappij laat meedraaien. Het is discriminatie bij uitstek.
De Gezondheidsraad noemt deze ‘drang’ die leidt tot schijnvrijwilligheid echter “begripsverheldering”, oftewel een nieuwe definitie maken die lijnrecht indruist tegen de oorspronkelijke definitie. Behalve de wettelijke sanctie (een boete? hechtenis?) noemt de raad nog verhoging van de zorgpremie als stok achter de deur, een verhoging van de inkomstenbelasting en ‘vervangende maatregelen voor bepaalde groepen’. Als je bloeddruk niet omhoog gaat van zoveel pressiemiddelen ter bevordering van de ‘vrijwilligheid’ dan weet ik het niet meer. De trieste constatering is dat de Gezondheidsraad de grondrechten niet als onvervreemdbaar beschouwt, maar onderdeel van een onderhandeling waarbij de overheid de knokploegen heeft als je niet ondertekent.
Onder aan de streep is dit advies een ethisch gedrocht, dat de naam ‘afweging’ niet kan dragen. Er is naar een conclusie toegeschreven die het kabinet tal van opties geeft om binnen marges van nieuwe definities van wat ethisch en juridisch is te handelen.
Opvallend is tot slot de zogenaamde waiver (afstandsverklaring) die is ingebouwd voor overschrijding van de rol van de overheid hierin. De Gezondheidsraad: “Bij onaanvaardbare inbreuken op de individuele grondrechten van mensen mag worden verwacht dat de overheid ingrijpt. De overheid kan ervoor kiezen om via wetgeving te sturen dat private partijen zich houden aan de voorwaarden die gelden bij de inzet van een vaccinatiebewijs, maar kan bijvoorbeeld ook stimuleren dat brancheorganisatie zelf richtlijnen opstellen.”
Overheid wil handen wassen in onschuld via private partijen
Dus als het de overheid te heet onder de voeten wordt, dan kan het bedrijfsleven de oneigenlijke en illegale inbreuken (die gezien de verhouding burger-overheid aan strengere eisen moet voldoen vanwege de verticale werking van grondrechten) uitvoeren via ‘richtlijnen’. Zo blijft de overheid buiten beeld, maar gebeurt de facto hetzelfde: burgers kunnen niet het café in zonder vaccinatiebewijs, ze kunnen niet vliegen, reizen, tanken, naar het theater, naar hun opleiding of het werk. En de overheid wast zo haar handen in onschuld. Nergens in het advies wordt gesproken in hoeverre particuliere partijen hierbij belang hebben, het wordt simpelweg verondersteld met het argument van “economische belangen”. Vermoedelijk steekt daar achter dat het economisch gewoon een stuk lastiger wordt voor ondernemers als ze niet meedoen met de richtlijnen, hetgeen iets anders is dan dat de vaccinatiebewijzen je werkelijk enig voordeel brengen als private partij. Ook hierbij geldt dat de straf voor de (pseudo)beloning komt.
Doelmatigheidsdenken overheerst in dit rapport, waarschijnlijk het gevolg van het rotsvaste geloof dat de realiteit over de coronacrisis in beton gegoten is. De juridische en ethische realiteit is echter vloeibaar, leren we. Die kunnen we als adviesorgaan naar de wens van het kabinet oprekken, wegmaken of herdefiniëren.
Dit laatste is per definitie al onethisch. Een gevaarlijke weg ligt voor ons.