Met de dag groeit de vrees dat de tweede coronagolf ernstiger wordt dan de eerste en misschien wel een hele winter de samenleving in z’n greep houdt. Ook al heb je geen corona toch zijn we er allemaal mee besmet. Er gaat geen dag voorbij of we horen in de gesprekken wel honderd keer dat verrekte C-woord voorbij komen. Misschien zonder dat we het willen. Zetten we ’s avonds de TV aan dan worden we via de talkshows bestookt met coronanieuws. Ben je dat zat dan schakel je naar een andere zender waar je wordt vermaakt met armzalige platvloerse showprogramma’s. Zien we een nieuwe show waar ze hebben bedacht om de artiesten maar te verstoppen achter maskers in glitterpakken. Heeft niets om hakken en het is zo banaal om aan te zien dat ik mij weer snel omdraai naar mijn computerbeeldscherm. Ga ik wat zappen op Youtube om te zien wat de alternatieve onlinemedia te melden hebben. Wordt ik weer niet vrolijk van, ook al teveel coronaellende.
Muziek en cultuur liggen op hun gat
Gelukkig bezit ik harde schijven vol met mooie CD’s en liveconcerten en luister ik op dit moment al schrijvende naar de Rolling Stones. Hun 5-delige CD, “The Slow Numbers”, heb ik al grijs gedraaid. Ik krijg geen genoeg van die muziek uit de jaren 60 en 70 toen er nog geen rap en drillrap bestond. Toen de eenvoudige beatmuziek met liefdevolle teksten ons vrolijk stemde. Hoe opvallend dat een Mick Jagger(77) en een Paul McCartney(78) tamelijk fris uitziende hun vak nog steeds vol passie uitoefenen. Al is het momenteel niet op het podium maar vanuit hun huiskamer of eigen studio waar ze streaming met andere diehards hun fans proberen op te vrolijken met hun eigentijdse muziek. Ik ben blij dat ik flinke collecties heb verzameld uit de jaren toen muziek nog echt melodieus klonk. Komt nu goed van pas nu mijn schouwburgkaarten van de Pink Floyd Tribute Band liggen te vergelen in onze buffetkast. Te wachten op betere tijden. Houd mijn hart vast omdat onze schouwburg hopeloze verliezen lijdt. En waar niet trouwens. De cultuursector ligt in heel ons kikkerlandje op z’n gat. En ook de evenementensector. En de toeristensector, de luchtvaart, de kleine horeca en straks ook de grote horecazaken. We gaan de winter in met corona dus er volgen vanzelf meer sectoren die stil vallen.
De één z’n dood is de ander z’n brood
Consumenten gaan somberen door gemis aan de vreugde die wordt beleefd door te genieten van livemuziek en alles wat de cultuursector ons ooit in hun sfeervolle zalen presenteerde. We verkeren in een cultuurschok. We raken volledig in de war. We gaan minder naar buiten nu de zomer voorbij is. We moeten het nu binnen zoeken en zelfs meer dan ooit tevoren. Niet meer naar de kroeg, niet meer naar de schouwburg, niet meer naar het voetbalstadion, althans dat vrees ik naar aanleiding van het supportersgedrag. Kortom, we worden beperkt in heel veel pleziertjes. Zoals ik al pochte heb ik mijn muziekcollectie nog. Die kan ik beluisteren op meerdere plekken in mijn rijtjeswoning via de stereo, TV, PC en koptelefoon. Met mijn versterker kan ik de buren laten meegenieten. Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik het heb. En dat we internet hebben met ontelbare Youtube-kanalen waarop oneindig veel muziek uit het “gouwe ouwe tijdperk” is te vinden. Het internet met al z’n mogelijkheden daar zit nu juist veel muziek in. Letterlijk en figuurlijk. De sociale media, Facebook, Twitter, Youtube en alle streamingsdiensten van de grote techgiganten varen er wel bij. Omzetverlies bij de horeca betekent meer omzet bij de online-mediaplatformen. De één z’n dood is de ander z’n brood.
Muziek is onze redding, niet de rap
Ik denk dat het internet onze redding is. Nu de pandemie regeert en ons probeert klein te krijgen ziet de wereld er voor velen compleet anders uit dan een jaartje geleden. We moeten omschakelen naar een andere cultuur. Meer in huis, meer voor elkaars voeten lopen, meer agressie, meer suïcide, en nog veel meer ongewenst gedrag. De verveling slaat toe, vooral bij de jeugd. Heel begrijpelijk als je niet meer gezellig in een groep kunt samen komen, de gezelligheid van de feestjes mist, verjaardagen moet overslaan, alweer je idool niet mag zien optreden en noem maar op. Alleen maar appen, facebooken, instagrammen en netflixen. En je favoriete muziek beluisteren via Youtube en Spotify ’s avonds op je zolderkamer. Hoe treurig. Gelukkig hebben we voor al die treurnieten de rapmuziek nog. Past heel goed bij alle droefenis. Zelf houd ik niet van rapmuziek op die meest saaie eentonige beats die je maar kunt bedenken. Dat is toch geen muziek? Als muziek(?)stroming lijkt dat goed te passen in deze tijd van leegte. Het wordt tegenwoordig beoefend door zogenaamde woordkunstenaars die lak hebben aan vrolijke opbeurende melodieuze teksten.
We gaan drillrappen
Nieuw is tegenwoordig de drillrap. Een treurige monotone straattaal zonder inhoud met voornamelijk gewelddadige teksten, nota bene te beluisteren via meerdere radiozenders. Misselijkmakend, hard, rauw en met nihilistische teksten, gepromoot zelfs door gesubsidieerde omroepen. Schijnt te passen bij het tijdperk van deze 21ste eeuw waarin alles anders wordt. Muziekstromingen bewegen mee met de tijdgeest. De tijd waarin onze economie crasht door een pandemie. Een tijd van somberen, van consuminderen, van potverteren, interen, demonstreren, polariseren, escaleren en alle donkere beelden die we kunnen bedenken. Muziek beweegt de mens, maar de ‘rapmuziek’ zet niet aan tot dansen en swingen. De drillrap maakt juist agressief. Drillrappers die elkaar naar het leven staan. Hoe griezelig. Waarom noemen we dat muziek? Er zijn zelfs stadsdichters die zijn aangesteld vanwege hun binding met de rapmuziek, hoewel niet heel lang in dienst: https://nos.nl/artikel/2349839-nieuwe-stadsdichter-haarlem-na-twee-dagen-weg-vanwege-kwetsende-uitlatingen.html . Hoe opmerkelijk is het dat een stadsbestuur er toe overgaat om misselijkmakende tekstdichters aan te stellen. Dat een rauwe rapper het volk moet vermaken met nihilistische teksten. Zijn we inmiddels zover afgedwaald?
“Geef het volk brood en spelen,” zei ooit Julius Caesar. Is het een signaal van deze tijd dat een stad een dichter krijgt toegewezen die het volk moet vermaken met inhoudsloze teksten die zelfs oproepen tot agressie en aantasting van de eigen cultuur? Het lijkt wel de VS waar steden worden geregeerd door anarchistische bewegingen. Waar de ontkenners van gezag proberen het stadsbestuur over te nemen. Heeft Haarlem dan ook zo’n stadsbestuur die zichzelf ondergeschikt maakt aan de nieuwe opvattingen van anders denkenden, die met de komst van nieuwe muziekstromingen een kans zien om een nieuwe cultuur in te voeren in een landschap waar dat niet past? Ach ja, ieder krijgt wat hem toekomt, zo zegt een spreekwoord. Bij mij komt nu precies het nummer “good times, bad times.” van de Stones voorbij. Hoe toepasselijk bij de inhoud van deze column. “Goede tijden, slechte tijden,” is ook bij ons al niet weg te slaan van de TV. We moeten er aan geloven.