De halve wereldbevolking loopt rond met afzichtelijke maskers op hun gezicht, die geen enkel doel dienen, angst en vervreemding bevorderen, en zelfs schadelijk zijn voor de gezondheid. Er is sprake van een irrationele massahysterie, die zo snel mogelijk een halt moet worden toegeroepen.
In Nederland is ook een mondkapjeswet ingevoerd, die de hele bevolking verplicht mondkapjes te dragen op allerlei plaatsen. Deze verplichting dient geen enkel medisch doel, maar schendt wel het grondwettelijke recht van het individu op lichamelijke integriteit en schaadt onze gezondheid. De mondkapjes werken bovendien angst in de hand en ondermijnen onze sociale relaties. Ze geven het signaal af dat wij een potentieel gevaar zijn voor elkaar en dat we tegen elkaar moeten worden beschermd.
Dat de mondkapjeswet geen enkele medische onderbouwing heeft, is al lang bekend. We weten dat deze gezichtsmaskers, zoals ze in het Engels worden genoemd, niet werken tegen de verspreiding van virussen. Dat is door onze autoriteiten, van hoog tot laag, erkend – tot aan de premier en de minister van Volksgezondheid aan toe. Meneer Jaap van Dissel van het RIVM heeft gezegd dat 200.000 mensen een week een mondkapje moeten dragen om één besmetting tegen te gaan. Op de website van het RIVM was gewoon te lezen dat mondkapjes niet werken.
Tot voor kort, waren alle wetenschappers in de wereld het hier ook over eens. Op de website Ademvrij.NU, die ik heb opgezet, kun je de wetenschappelijke literatuur erop nalezen. Een van de redenen is dat luchtwegvirussen zoals corona merendeels worden verspreid door aerosolen, die vele malen kleiner zijn dan de luchtgaten in de mondkapjes – en zich overigens ook niet houden aan 1,5 meter.
Er zijn zelfs redenen om aan te nemen dat mondkapjes averechts werken. Zoals Dr Carla Peeters heeft geschreven in haar serie voor HP/De Tijd, worden mondkapjes broedplaatsen van virussen en bacteriën, zeker als ze onoordeelkundig worden gebruikt, wat onvermijdelijk is bij het grote publiek. Ze zijn ook gevaarlijk voor de drager zelf: door het mondkapje kunnen uitgeademde virussen niet ontsnappen en kunnen ze via de neusholtes weer naar binnenkomen. Roger W. Koops, een Amerikaanse vaccin-expert, schrijft: “Ik vind het verbijsterend dat wordt beweerd dat je een mondkapje draagt ‘voor een ander’. Het tegenovergestelde is waar. Het mondkapje maakt je tot een mogelijke bron van contaminatie. Je verhoogt niet alleen het risico voor jezelf, maar ook voor anderen.”
Epidemiologisch bewijs voor de werking van mondkapjes is er ook niet: er is geen enkele relatie tussen mondkapjesplichten die in diverse landen in de wereld zijn ingevoerd en de mate van besmettingen of coronaslachtoffers in die landen. Aan de mondkapjesregeling ligt niet eens een advies van het Outbreak Management Team (OMT) ten grondslag. De regering zegt met haar coronabeleid de wetenschap te volgen, maar volgt in dezen niet het advies van het eigen adviesorgaan.
De overheid hoeft niet meer te bewijzen of aannemelijk te maken dat iemand besmettelijk is, iedereen wordt gewoonweg verondersteld een gevaar te zijn voor zijn omgeving.
De wet zelf zegt eigenlijk ook wel genoeg over de werkelijke effectiviteit van mondkapjes. Immers, als deze maskers echt belangrijke bescherming zouden bieden, waarom zouden er dan zoveel uitzonderingen worden gemaakt? In de kerk hoeft het niet, in de supermarkt wel. Bij de hoeren niet, bij de kapper wel. Basisschoolleerlingen niet, middelbare scholieren wel. En waarom wachten tot 1 december als het gaat om een bedreiging van de volksgezondheid die hiermee wordt bezworen?
De minister van Volksgezondheid, meneer De Jonge, zegt dat de regeling een mogelijk “restrisico” moet elimineren. Een ongedefinieerd “restrisico” is blijkbaar genoeg reden, in de hysterische sfeer waarin we leven, om een grondwettelijk recht opzij te schuiven. Het coronavirus, het zij nog maar eens gezegd, heeft volgens de WHO een sterftecijfer dat vergelijkbaar is met de griep en een gemiddelde sterfteleeftijd van 82. Hoe bizar het ook klinkt: er is dit jaar geen sprake van oversterfte in Nederland.
Besmettingshaarden
De mondkapjesdwang wordt vaak verdedigd met de dooddoener baat het niet, dan schaadt het niet. Dat is een ernstige onderschatting van de funeste implicaties van deze wet.
Mijn belangrijkste bezwaar tegen deze wet is dat hij niet alleen vrijheidsbeperkingen oplegt aan mensen die besmet zijn met het coronavirus en dus in theorie een gevaar zouden kunnen zijn voor andere mensen, maar aan alle burgers. Ook aan mensen die gezond zijn, die geen symptomen hebben, en waarvan geen enkele reden is om aan te nemen dat ze een reëel gevaar vormen voor anderen.
Dit is iets ongekends. Aan een hele bevolking wordt verhinderd op natuurlijke wijze te leven.
Onder de bestaande wet Publieke Gezondheid kunnen mensen, van wie klinisch is vastgesteld dat ze een besmettelijke ziekte hebben (wat iets anders is dan “positief getest”) in quarantaine of isolatie worden geplaatst. Dat moet dan wel onder medisch toezicht en met recht op een gratis advocaat. Onredelijk is dat niet. Onder de nieuwe mondkapjeswet echter krijgt iedereen ingrijpende verplichtingen opgelegd. De overheid hoeft niet meer te bewijzen of aannemelijk te maken dat iemand besmettelijk is, iedereen wordt gewoonweg verondersteld een gevaar te zijn voor zijn omgeving. Je hebt zelfs niet de mogelijkheid om aan te tonen dat je geen gevaar vormt. Het maakt niet uit. Ook al ben je kerngezond, dan nog moet je een masker dragen.
Dat is het verraderlijke van deze wet: hij definieert ons allemaal, per decreet, tot potentieel gevaar voor onze medeburgers. Wij worden door onze wetgever – door onze regering en parlement – zoals ik eerder heb betoogd, gedefinieerd als wandelende besmettingshaarden. Wezens die een bedreiging vormen voor elkaar alleen omdat wij leven – omdat wij, op puur theoretische gronden, zonder dat daarvoor enig reëel bewijs voor hoeft te worden aangevoerd, elkaar zouden kunnen besmetten met een virus.
Totalitair
De implicaties van deze wetgeving zijn verstrekkend. Als wij accepteren dat een dergelijk theoretisch risico voldoende grond is voor een ingrijpende vrijheidsbeperking als mondkapjesdwang, dan impliceert dat, dat wij nooit meer vrij zullen zijn. Dat we ons nooit meer zullen kunnen beroepen op ons zelfbeschikkingsrecht, op ons grondwettelijke recht op lichamelijke integriteit.
Er zullen immers altijd virussen zijn, om nog maar te zwijgen van andere risico’s, dus het betekent dat de overheid voortaan iedere denkbare maatregel kan invoeren teneinde ons te “beschermen” tegen ieder denkbaar risico. Daarmee zijn we in een totalitaire samenleving terecht gekomen.
Dit is de belangrijkste schade die deze mondkapjeswet veroorzaakt: een onherstelbare schade aan onze rechten als vrije mensen. Het baat niet – maar het schaadt wel.
Daarbij is het van belang om te benadrukken dat het hier niet gaat om een onschuldige ingreep. Het gaat om een fundamentele inbreuk op de vrije keuze van mensen. Het is vergelijkbaar met een verplichting aan alle vrouwen om een hoofddoek te dragen of een verbod op blote benen. Het is nog erger, want het dragen van mondkapjes is ook fysiek en psychisch schadelijk.
Veel mensen krijgen gedurende hun werkweek iets op hun gezicht geplakt dat hen de adem letterlijk beneemt. De natuur heeft ons uitgerust met een mond en neus om vrij door te kunnen ademen. Om dit op kunstmatige wijze te verhinderen is iets ongekends. Aan een hele bevolking wordt verhinderd op natuurlijke wijze te leven.
Iemand schreef me dat haar zoon van 19 met ernstige lichamelijke en verstandelijke beperkingen niet meer op de dagbesteding mag komen omdat hij geen mondkapje kan dragen.
De schade aan de psychische gezondheid die de mondkapjesplicht met zich meebrengt is minstens zo ernstig. Wat doet het met mensen als zij elkaar niet meer kunnen zien zoals ze zijn – niet meer goed kunnen horen – niet meer elkaars glimlach kunnen zien? Wat doet het met onze kinderen?
Dan heb ik het nog niet over al die mensen met gezondheidsbeperkingen, zoals astma, long- of hartziekten, en verstandelijke aandoeningen, die soms levensbedreigende hinder ondervinden van de mondkapjesplicht. Ja, in theorie wordt voor sommige groepen een uitzondering gemaakt in de wet, maar in de praktijk lopen deze mensen tegen allerlei muren op.
Ik krijg talloze schrijnende verhalen te horen. Iemand schreef me dat haar zoon van 19 met ernstige lichamelijke en verstandelijke beperkingen niet meer op de dagbesteding mag komen omdat hij geen mondkapje kan dragen. Een man met een autistische stoornis die geen mondkapje kan verdragen kreeg van zijn huisarts te horen dat hij alleen nog in noodgevallen zou worden geholpen. Veel mensen met ademhalingsproblemen die geen mondkapje kunnen verdragen komen het Openbaar Vervoer niet meer in en zelfs de pont niet meer op. Ze mogen ook veel winkels niet meer in.
Talisman
Als we dit allemaal weten, waarom dan toch deze wet, in ons eigen land, waarin wij ooit het idee hadden vrije burgers te zijn?
Ik denk dat er verschillende factoren een rol spelen. Ten eerste komt de wet tegemoet aan de irrationele angsten van veel mensen die ten onrechte geloven dat zij door mondkapjes worden beschermd. In een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift New England Journal of Medicine uit mei 2020 schreven onderzoekers: “We weten dat het dragen van een masker buiten gezondheidscentra niet of nauwelijks bescherming oplevert tegen infectie.” Maar zij voegden hier aan toe dat “er additionele voordelen kunnen zitten aan brede mondmasker-maatregelen … Het is duidelijk dat maskers ook symbolische rollen vervullen. Maskers zijn niet alleen middelen, maar ook talismannen die een gevoel van veiligheid teweeg brengen voor medisch personeel en vertrouwen in ziekenhuizen.”
Is het nodig om deze wetenschappers uit te leggen dat een talisman een vorm is van primitief bijgeloof? Dat een overheid anno 2020 een wet invoert die inspeelt op angst en bijgeloof is schokkend. Dan kunnen we ook weer heksen gaan verbranden. Als onze beleidsmakers werkelijk iets willen doen om aan de angsten van burgers tegemoet te komen, zouden ze er beter aan doen om de risico’s van het coronavirus eindelijk eens in het juiste perspectief te plaatsen.
Een tweede vermoedelijke reden voor de mondkapjeswet is dat hij autoriteiten de gelegenheid biedt om hun autoritaire impulsen uit te leven. Met de wet kan bepaald gedrag worden afgedwongen – en er zijn genoeg politici die daar gevoelig voor zijn. De burgemeester van Eindhoven, John Jorritsma, heeft gezegd: “Van mondkapjes gaat een symboolwerking uit, het maakt dat mensen zich bewust blijven van de risico’s.” De burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, heeft zich op soortgelijke wijze uitgelaten.
De beelden en verhalen die uit andere landen tot ons komen zijn angstaanjagend in hun totale irrationaliteit.
Deze impuls, om gedrag af te dwingen bij burgers, wordt maar al te vaak aangemoedigd door technocraten en intellectuelen die van mening zijn dat zij beter in staat zijn om te bepalen wat goed voor ons is dan wij zelf. De Belgische virologe Erika Vlieghe erkende tegenover de omroep VRT dat er geen bewijs is dat mondmaskers werken, maar zei dat een verplichting nuttig is om bewustzijn te creëren: “Je kan met mondmaskers echt weer awareness genereren. Mensen er bewust van maken dat het nog niet voorbij is, dat er iets aan de hand is en we met zijn allen voorzichtig moeten zijn.”
Dat het bij mevrouw Vlieghe en onze burgemeesters niet opkomt dat hun decreten averechts kunnen werken – dat mensen dankzij de schijnveiligheid die mondkapjes bieden juist minder “awareness” ervaren – is tot daar aan toe. Dat zij het blijkbaar acceptabel vinden om gedragsexperimenten uit te voeren op ons, zou in een vrije maatschappij niet mogelijk moeten zijn.
Een derde reden waarom de regering deze mondkapjeswet invoert is waarschijnlijk druk vanuit het buitenland. In veel andere landen gelden immers nog draconischer mondkapjesverplichtingen. De beelden en verhalen die uit andere landen tot ons komen zijn angstaanjagend in hun totale irrationaliteit: peuters en zelfs baby’s met mondkapjes op, of mensen die alleen in de auto zitten of op het strand zitten en worden gedwongen mondkapjes te dragen. Maar ook ogenschijnlijk “gewone” beelden zijn schokkend irrationeel: officials op de tribune bij een voetbalwedstrijd met een mondkapje op. Het is een massapsychose die zijn weerga niet kent.
De mondkapjesgekte begon pas goed nadat de WHO in juni zijn advies over mondkapjes veranderde van “niet doen” naar “wel doen”. De BBC meldde later dat deze koerswijziging niet was gebaseerd op wetenschappelijke gegevens, maar onder “politieke druk”.
Maar alleen omdat in veel landen – niet overal – deze dwang geldt, kan geen reden zijn om hier hetzelfde te doen. Ooit bestond in de hele wereld slavernij. Dat maakte slavernij nog niet rechtmatig. De Nederlandse regering en parlement horen het Nederlandse volk te vertegenwoordigen, niet buitenlandse krachten.
Inbreuk
Ik heb besloten dat ik me niet wens neer te leggen bij de mondkapjesdwang. Ik beschouw de mondkapjeswet, om alle redenen die ik hier heb aangevoerd, als een onrechtmatige, ongerechtvaardigde, ongrondwettelijke inbreuk op mijn zelfbeschikkingsrecht en lichamelijke integriteit. Ik kan de opvolging van deze maatregel niet rijmen met mijn geweten. Ik kan het niet rechtvaardigen tegenover mijn kinderen en kleinkinderen. Ik wil niet dat zij een wereld erven waarin ze niet meer vrij kunnen zijn en zelf kunnen beschikken over hun lichaam. Dat is waar deze wet toe zal leiden als wij hem accepteren.
Ik wil niet dat mijn kinderen een wereld erven waarin ze niet meer vrij kunnen zijn en zelf kunnen beschikken over hun lichaam.
Betekent dit dat ik de wet zal gaan overtreden? Ik weet niet in wat voor omstandigheden ik terecht zal komen. Ik besef dat veel mensen van mening zijn dat je de wet nu eenmaal hoort te gehoorzamen, omdat het de wet is, en omdat we in “een democratisch land” leven. Maar een wet is niet rechtmatig alleen omdat hij door een democratisch gekozen regering en parlement is ingevoerd. De grote vrijheidsstrijders die de mensheid heeft gekend, de Mandela’s, Martin Luther Kings, de Gandhi’s, de Amerikaanse Founding Fathers, de grote religieuze leiders, weigerden, als het erop aan kwam, de wet te volgen. Zij volgden het recht, niet de wet. Ik wil mezelf zeker niet met hen vergelijken – maar ik laat me wel door hen inspireren.
Geen volk en geen individu hoeft mee te werken aan zijn eigen onderdrukking en de beschadiging van zijn eigen gezondheid. Geen wet, die het zelfbeschikkingsrecht van het individu aantast, zonder dat daar zeer zwaarwegende redenen voor zijn, is rechtmatig. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft in een advies van 3 november ook onomwonden gesteld dat de medische noodzaak voor de wet ontbreekt en daarmee de rechtsgeldigheid. De Orde schrijft over de mondkapjesregeling dat zij een “ernstige” en “ingrijpende inbreuk” vormt op de grondrechten van burgers. Volgens de Orde “kan een inperking van grondrechten in een democratische samenleving (ook bij wet) alleen plaatsvinden indien dit noodzakelijk en evenredig is.” De Orde “is van mening dat de noodzaak noch uit het voorstel noch uit de huidige toelichting daarop is gebleken.”
Ik besef ook dat veel mensen mijn weigering om een mondkapje te dragen als “asociaal” zullen bestempelen. “Je doet het voor een ander,” wordt er vaak gezegd.
Dat argument heeft op veel mensen een verlammende uitwerking. Niemand wil asociaal zijn. Maar het is een pervers argument. Ik weiger een mondkapje te dragen – en dat doe ik voor mezelf, ja, want ik heb rechten als mens. Sinds wanneer heeft de staat het recht om mij te dwingen “voor een ander” te leven?
Maar: ik doe het ook voor een ander, voor al mijn medemensen, omdat zij dezelfde rechten hebben.
Ik doe het opdat de ander vrij kan ademen. Opdat de ander over zijn eigen lichaam kan beschikken. Opdat de ander vrijuit kan lachen naar anderen. Opdat de ander zich vrij kan voelen ten opzichte van zijn medemensen. Opdat de ander niet met het gevoel hoeft rond te lopen dat hij een bedreiging is voor een ander.
Wie bedenkt dat het “sociaal” is om kinderen te dwingen hun gezicht te bedekken, afstand te houden van elkaar?
Ik doe het ook voor de kinderen. Opdat zij op school bevrijd kunnen worden uit deze ketenen die om hun gezicht worden gelegd. Wie bedenkt dat het “sociaal” is om kinderen te dwingen hun gezicht te bedekken, afstand te houden van elkaar? Wie bedenkt het om kinderen te belasten met de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van hun opa’s en oma’s? Om ze ervan te beschuldigen dat het potentiële moordenaars zijn als ze geen mondkapje dragen? Hoe “sociaal” is dat?
Als onze volksvertegenwoordigers, onze zorgverleners en onze leerkrachten onze kinderen niet beschermen, als zij welbewust een onveilige en beangstigende situatie creëren voor onze kinderen, dan is het tijd om zelf actie te ondernemen.
Griepvirus
Wat u doet is uiteraard uw zaak. Misschien denkt u, het is maar voor even. Tot het virus weg is. Maar dacht u dat ook niet in maart, toen de eerste lockdown begon? Wat als er zich een nieuw virus aandient? Wat als het volgende griepvirus zich aandient?
Misschien denkt u, de overheid gaat ons echt wel weer onze vrijheid teruggeven, als we netjes doen wat ons wordt opgedragen. Ik hoop oprecht dat u gelijk heeft. Ik heb dat vertrouwen niet. Overheden geven zelden vrijwillig macht terug die zij hebben verworven.
Misschien vraagt u zich af, de mondkapjesdwang werkt misschien niet, maar hoe moet het dan wel?
Er is een tijd geweest dat wij het vanzelfsprekend vonden dat wij als burgers allereerst zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van onze problemen. “Zelf” betekent natuurlijk samen, met elkaar, maar wel op vrijwillige basis. Er was iets wat weleens het maatschappelijk middenveld werd genoemd – er waren ondernemers, boeren, artsen, priesters, dominees, leraren, brandweerlieden, juristen, psychologen, en ga zo maar door – er waren verenigingen, maatschappelijke organisaties, die datgene deden wat zij nodig achtten om mensen te helpen en beschermen.
Nu is er blijkbaar alleen nog maar de staat. De centrale overheid, die alles bepaalt. In samenspraak met grote anonieme organisaties en concerns die heel ver van ons af staan en zich ook niet echt om ons lijken te bekommeren.
De meeste van mijn vrienden en kennissen kijken me vreemd aan als ik zeg dat we in een dictatuur zijn beland.
Het probleem corona gaan we te lijf door al onze verantwoordelijkheden, al onze rechten en plichten, te overhandigen aan de staat. De staat doet dan wat je van de staat kunt verwachten: tot in het kleinste detail voorschrijven hoe wij met het probleem dienen om te gaan – tot de meest intieme handelingen aan toe. Hoe ver we van elkaar moeten staan, of we elkaar mogen aanraken, hoeveel mensen we thuis mogen ontvangen, of we mogen sporten, op kantoor mogen werken samen, een feest mogen geven, een bedrijf mogen uitoefenen, de deur uit mogen gaan, op vakantie mogen. En of we vrij mogen ademen.
Een situatie waarin de overheid dit allemaal voor ons bepaalt heet – ik heb er geen ander woord voor – een dictatuur.
De meeste van mijn vrienden en kennissen kijken me vreemd aan als ik zeg dat we in een dictatuur zijn beland. Bij dictatuur denken ze misschien aan Hitler en Stalin en martelkamers. Maar dictatuur kan vele gedaanten aannemen. Dictatuur is ook de DDR van weleer, het China van nu, en ja, er is ook democratische dictatuur. Ik kreeg een mailtje van een Nederlandse die in Griekenland woont en me vertelde dat zij opgesloten zit in haar eigen huis, alleen naar de supermarkt mag, met mondkapje op uiteraard, verder niets. Is dat geen dictatuur?
Dezelfde verhalen komen uit talloze andere democratische landen. Er is ook geen enkele reden om aan te nemen dat het beter zal worden. Ook in Nederland niet. De wet die per 1 december ingaat, waar de mondkapjesdwang deel van uitmaakt, geeft onze regering vrij spel om ons alles te doen wat haar goeddunkt, officieel om de coronacrisis tegen te gaan, maar zonder enige objectieve criteria waar het bestaan van die crisis aan wordt afgemeten – of het einde ervan.
Ik wens dat niet te accepteren. Wie angst heeft en geen risico’s wil lopen, mag datgene doen wat hij of zij denkt nodig te vinden om risico’s te mijden. Ook een mondkapje dragen, als hij gelooft dat dit beschermt.
Wie dat niet wil, wie geen mondkapje op wil, geen afstand wil houden, normaal wil leven, hoort dat recht te hebben. Dat is vrijheid. Dat is de enige morele weg. De enige sociale weg. De enige weg terug naar normaal.