Met een zege van 37 zetels voor de PVV ligt de bal voor het verkennen van een nieuwe regering bij partijleider Geert Wilders. Opvallend genoeg ging dit deels via sociale media: een nieuw fenomeen in Nederland, maar gebruikelijk in andere Europese landen.
Sociale media ‘De kiezer heeft een grote voorkeur uitgesproken voor een centrumrechtse coalitie,’ liet VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz eind november via X (voorheen Twitter) weten. ‘Ik heb zojuist de verkenner medegedeeld dat de VVD graag bereid is deze coalitie mogelijk te maken. De VVD is van harte bereid, vanuit de Kamer, een coalitie van PVV, NSC en BBB te steunen.’ De liberalen gaven hiermee aan wel mee te willen doen, maar ook niet helemaal. ‘Als je kunt steunen, kun je ook in een kabinet,’ reageerde BBB-lijsttrekker Caroline van der Plas vervolgens via X.
Het aftasten van wie wil samen werken met wie, is onderdeel van de drietrapsraket in de Nederlandse formatie. Sinds 2012 bestaat deze uit een verkenningsfase, een informatiefase en een formatiefase. Tijdens de verkenning spreekt een verkenner (in dit geval PvdA’er Ronald Plasterk) met de verschillende fractievoorzitters om de wensen en voorkeuren in kaart te brengen. Deze fase gebeurt na de verkiezingen en voordat de nieuwe Tweede Kamer is geïnstalleerd.
Zodra de nieuwe Tweede Kamer er zit, in dit geval sinds 6 december, kan de nieuwe Tweede Kamer een informateur aanstellen. De informateur gaat vervolgens kijken welke combinaties van partijen er mogelijk zijn en gaat in gesprek met de fractievoorzitters. In het meest ideale scenario rolt hier – in de zogenaamde formatiefase – een regeerakkoord uit.
Door via sociale media – in dit geval nog vóórdat de nieuwe Tweede Kamer was geïnstalleerd – elkaars voorkeuren te recenseren, lijken deze fases nu door elkaar heen te lopen. De Leidse politicoloog Simon Otjes vergeleek in een eerder artikel op StukRoodVlees de Nederlandse drietrapsraket van formeren met de Duitse manier van coalitiezaken doen. ‘Het begin van de formatie is de Elefantenrunde, een tv-debat op de avond van de verkiezingsuitslag waar de leiders van de gekozen partijen naast een algemene reflectie over de campagne ook hun voorkeuren voor een coalitie uitspreken,’ aldus Otjes.
Zijn de publieke schoten op sociale media hiermee de nieuwe Nederlandse variant op de Elefantenrunde?
BROEDENDE KIPPEN DIE KAKELEN
Het is in ieder geval een opvallende ontwikkeling. ‘De Nederlands formatie is uitermate gesloten. In andere landen is het veel gebruikelijker dat via de (sociale) media onderhandeld wordt,’ legt politicoloog Otjes uit. In Duitsland vormde bijvoorbeeld het delen van een selfie – tussen de partijleiders van de liberale FDP en Die Grünen – een belangrijke stap in de onderhandelingen. ‘De leiders van de Groenen en de FDP tasten een coalitie af in vol vertrouwen.
Aan het einde van een geheime meeting deelden zij een selfie waar veel uit te op te maken is,’ zo schreef Der Spiegel twee jaar geleden. De foto ging viraal op sociale media en formatiewatchers in de media kwamen met allerlei duidingen over wat deze selfie precies betekende voor de formatie. Enkele weken later kwam het nieuws naar buiten dat de partijen – met toevoeging van de sociaaldemocratische SPD – een coalitie hadden gevormd.
Traditioneel gezien stond de Duitse gang van zaken in schril contrast met de Nederlandse. De absolute radiostilte ‘gaat gepaard met oud-Hollandse platitudes als “een broedende kip moet je niet storen’,’ schreef Otjes in zijn artikel. Maar wat als de broedende kippen zelf alvast beginnen te kakelen, nog voordat de verkenner met ze heeft gesproken?
Hoewel het proactief melden van waar partijen staan op het eerste gezicht een positieve ontwikkeling is, kan het verzanden in een wedstrijdje wie het meest rechtschapen is.
Voor de Spaanse politicoloog Alberto Lopéz-Ortega van de Vrije Universiteit is het gekissebis via sociale media erg herkenbaar. ‘Sinds 2015 hebben we in Spanje ook te maken met het uiteenvallen van grotere partijen in meerdere kleinere, waardoor bij ons het formatieproces meer een puzzel is geworden zoals in Nederland.’
Uit zijn onderzoek blijkt dat vooral de nieuwe partijen, de uitdagers van het establishment, zich in de formatieperiode wenden tot sociale media. ‘Deze partijen zijn immers verkozen omdat ze zich afzetten tegen de zittende partijen en continu kritiek hebben geuit op het gebrek aan transparantie,’ aldus Lopéz-Ortega.
In Spanje kapitaliseerden deze nieuwe partijen vooral op de onvrede tegen corruptie, het gebrek aan transparantie over geldstromen en het veelvuldig verdwijnen van documenten. De roep om meer transparantie over het handelen van de overheid is een sentiment waarop nieuwkomer Nieuw Sociaal Contract (NSC) onder leiding van voormalig CDA-politicus Pieter Omtzigt twintig zetels binnenhaalde.
Ook BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas hekelde het ‘gekonkelfoes’ van de eerdere regering Rutte. In haar boek Gewoon: gezond verstand schreef ze dat ze al haar hele leven ‘niet van geniepige spelletjes, gekonkel, achterklap of achterkamertjespolitiek’ houdt. ‘What you see is what you get.’
Hoewel het proactief melden van waar partijen staan op het eerste gezicht een positieve ontwikkeling is, waarschuwt Lopéz-Ortega ervoor dat het al snel kan verzanden in een wedstrijdje wie het meest rechtschapen is.
Het lijkt immers transparant als politici – zoals in Spanje – screenshots van WhatsApp-gesprekken en documenten delen, maar het is tegelijkertijd een strategisch middel waarbij concurrenten voor schut kunnen worden gezet. ‘Op die manier laten politici zien dat als de onderhandelingen klappen, het in ieder geval niet aan hén heeft gelegen.
Ze kunnen het dan presenteren als het establishment dat een spaak tussen de wielen heeft gestoken,’ constateert Lopéz-Ortega. Een modus operandi die ook duidelijk te zien is in de timeline van ‘Geert Milders’, die sinds de verkiezingen zichzelf presenteert als degene die graag met iedereen om tafel gaat, niemand uitsluit en vooral door wil. Aan de PVV zal het in ieder geval niet liggen, zo is de boodschap.
Volgens Otjes zien we nu dan ook ‘voor het eerst dat de PVV na de verkiezingen de publieke opinie blijft mobiliseren.’ Zo bracht Geert Wilders in de week na de verkiezingen een bezoek aan de bewoners van Kijkduin om ze een ‘hart onder de riem te steken’.
Deze praktijk staat in schril contrast met de conclusies uit de evaluatie van de vorige kabinetsformatie. Het Centrum voor de Parlementaire Geschiedenis van de Nijmeegse Radboud Universiteit adviseerde in februari van dit jaar om de vertrouwelijkheid van de gesprekken in acht te nemen.
Dat is immers ‘een voorwaarde voor succesvolle gesprekken en onderhandelingen. Betrokkenen kunnen gezamenlijk besluiten welke informatie wél naar buiten wordt gebracht,’ zo is te lezen. Iets wat lastig wordt als partijleiders elkaar via sociale media de maat gaan nemen, of alvast voorsorteren voordat er überhaupt gesprekken zijn geweest. Officieel vindt de verantwoording voor de formatie – en dus ook de verkenning – ‘plaats tijdens de Kamerdebatten aan het eind van elke fase,’ waarbij na elke fase een eindverslag wordt uitgebracht.
KOPIEERGEDRAG
De relatief nieuwe partijen (zoals de BBB) en de uitdagers van het establishment (zoals de PVV) nemen dan wel het voortouw in deze nieuwe communicatiestijl, ze worden rap gevolgd door traditionele partijen. Zo publiceerde de VVD – een dag voor het gesprek met verkenner Plasterk – een filmpje op sociale media waarin lijsttrekker Yeşilgöz naast een kamerplant aan kiezers uit ging leggen wat ‘ze gaan doen met jouw stem’. In dit geval: ‘onze verantwoordelijkheid nemen, vanuit de Tweede Kamer. Dáár gaan we zo een centrum-rechts kabinet duidelijk maken,’ zo richtte Yeşilgöz zich tot sociale-mediagebruikers.
Populisten zijn als een vis in het water op sociale media, maar laten talkshows tegelijkertijd links liggen.
‘Dit kopieergedrag door establishment-partijen zagen we ook Spanje,’ vertelt Lopéz-Ortega. Zij kunnen ook bijna niet anders. ‘De kaart van directe communicatie met de kiezer is nu eenmaal getrokken, dan kunnen andere partijen moeilijk hun mond houden en stijf volhouden elkaar alleen aan de onderhandelingstafel te treffen, of in de Tweede Kamer.’ Als een partij de lat verlaagd, kunnen andere partijen niet achterblijven.
Het alternatief is netjes de regels en de adviezen van onderzoekers blijven volgen en je electorale concurrent ervandoor laten gaan met een individueel voordeel. Ortéga-Lopez: ‘Het is snelle populariteitswinst, maar zorgt wel voor een devaluatie van het systeem. We zien hier echt een degradatie van democratische normen ontstaan.’
Maar de snelle winst voor politieke partijen is dermate groot dat het nog maar de vraag is of ze de verleiding kunnen weerstaan. X (voorheen Twitter) zorgt ervoor dat politici hun berichten zelf kunnen zenden, zonder dat ze daar journalisten voor nodig hebben. Dilan Yeşilgöz kan in haar filmpje twee minuten lang oreren over de verkiezingsuitslag, zonder onderbroken te worden door vervelende kritische vragen.
Het geeft partijen ook de regie over de manier waarop ze zichzelf naar buiten brengen en presenteren. Een krachtige boodschap, ferm en resoluut in de camera gesproken komt nog altijd beter over dan tweemaal hetzelfde riedeltje opdreunen tegen twee verschillende camera’s. Zoals dezelfde Yeşilgöz overkwam toen ze woord voor woord dezelfde tekst herhaalde tegen de plopkappen van RTL Nieuws en de NPO.
Deze strakke regie van vooral sociale-media-uitingen kenden we eerst vooral van Geert Wilders (PVV). Zo liet de partijleider zich in 2017 liet interviewen door Eva Jinek, maar alleen over zijn katten Snoetje en Pluisje. Het bondige verkiezingsprogramma presenteerde hij het jaar daarvoor op Facebook. Niet zonder reden: ‘De lengte van het programma (1 pagina) maakte het ook gemakkelijk te verspreiden op sociale media zoals Facebook en Twitter,’ schreef Kristof Jacobs hierover op StukRoodVlees.
‘Populistische partijen hebben vaak een erg grote en actieve kern van volgers op sociale media (veel meer dan gematigde middenpartijen) en daardoor zijn ze beter in staat om de snelheid van sociale media te benutten,’ aldus Jacobs. Ook hier is Nederland geen uitzondering: wetenschappers vergeleken in het verkiezingsjaar 2015 de media-uitingen van politici in zes verschillende landen (Tsjechië, Denemarken, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en concludeerden dat populisten als een vis in het water zijn op sociale media, maar tegelijkertijd talkshows links laten liggen.
Het klinkt ideaal, als partij je eigen persbureautje zijn, maar het heeft ook nadelen. Het wordt namelijk erg moeilijk om te claimen dat je verkeerd bent geciteerd als je zelf de citaten proactief naar buiten brengt. Populistische partijen hebben daarom meer discipline nodig en zijn doorgaans wat hiërarchisch georganiseerd, legt Jacobs uit: ‘dergelijke partijen liggen immers onder een vergrootglas vanwege de radicalere beleidsposities. Onenigheden en conflicten tussen populistische politici lopen de kans om meteen opgepikt te worden en een sneeuwbaleffect te veroorzaken.’
‘Als de onderhandelingen klappen doordat de traditionele partijen dwarszitten, hebben ze altijd nog de optie van nieuwe verkiezingen.’
Momenteel lopen ook traditionele partijen op eieren, en daarom kiezen ze voor hun communicatie voor sociale media. Vrijwel alle partijen hebben hun brief aan verkenner Plasterk op sociale media gedeeld om aan te geven waar voor hun de grenzen liggen en vaak ook met wie ze vooral niét willen samenwerken.
‘De fractie Groenlinks-Pvda is niet bereid tot politieke samenwerking met de PVV en FvD, in welke vorm dan ook,’ twitterde fractievoorzitter Frans Timmermans. De rode lijnen, mitsen en maren worden volop aangegeven, wat tegelijkertijd verraadt dat deze formatie niet bepaald wordt gekenmerkt door een positieve onderhandelingstaal.
Enerzijds maakt de communicatie via sociale media het formatieproces transparanter. Nieuwe partijen en uitdagers van het establishment hebben er baat bij om vooral te laten zien hoe ‘het spel’ – waar ze altijd zo kritisch op waren – werkt. Het is immers zaak om ook na de verkiezingen te laten zien dat de stemmen gehoord blijven worden tijdens de onderhandelingen. ‘Het is het afzetten tegen red carpet politics.
Bij de BBB is bijvoorbeeld het idee van stedelijke, hoogopgeleide mensen in maatpakken die de toekomst bepalen en andere gebieden uit het oog verliezen,’ aldus Lopéz-Ortega. Deze nieuwe partijen hebben, in tegenstelling tot traditionele partijen, geen enkele loyaliteit met de andere partijen waarmee ze mogelijk gaan samenwerken. Lopéz-Ortega: ‘Als de onderhandelingen klappen doordat de traditionele partijen dwarszitten, hebben ze altijd nog de optie van nieuwe verkiezingen.’
Een luxe die de traditionele partijen veel minder hebben.