Grote nieuwsgebeurtenissen hebben het CDA-rapport over de dramatische verkiezingsnederlaag een beetje overschaduwd. Maar dat wordt straks in september goedgemaakt, als het CDA gedwongen door zijn leden een congres houdt over de desastreuze ontwikkelingen in de partij. Dan zal de achterban zich uitspreken hoe het verder moet met de ooit zo machtige club, die zichzelf succesvol om zeep helpt. Van de toch al schamele vijftien Kamerzetels zijn er in de peilingen nog maar iets meer dan de helft over.
Het rapport van oud-minister Liesbeth Spies is voor veel CDA’ers, maar vooral voor de partij, vernietigend. Knallende interne ruzies, kampen die elkaar naar het leven staan, een onmachtig partijbestuur dat fout op fout stapelt, en een onzichtbare partijleider hebben het CDA naar de rand van de afgrond gebracht. “Deze keer heeft het CDA van zichzelf verloren”, is de nuchtere maar snoeiharde conclusie van Spies. De verkiezingscampagne was een drama, het ontbrak volledig aan samenwerking tussen lijsttrekker Wopke Hoekstra en nummer 2 Pieter Omtzigt. Elke kandidaat voerde zijn eigen campagne, al dan niet met de verkiezingsleus ‘nu doorpakken’.
“Het sloeg ook nergens op; er viel helemaal niets door te pakken”
Die leus had het team van Hoekstra bedacht, maar CDA’ers herkenden zich er niet in. Het sloeg ook nergens op; er viel helemaal niets door te pakken. Doorpakken doe je, als je al op de goede weg bent en nog een boost nodig hebt voor dat laatste zetje naar de overwinning. Zoals een wielrenner die de ene na de andere tegenstander passeert en alleen nog maar de koploper voor zich heeft. Die moet doorpakken om de rit alsnog te winnen. Maar in zo’n positie zat en zit het CDA helemaal niet. De partij hangt aan de staart van het peloton en moet zijn uiterste best doen om niet gelost te worden. ‘Zorg voor elkaar’, zoals het verkiezingsprogramma heette onder Hoekstra’s voorganger Hugo de Jonge, past het CDA veel beter.
Het is niet de enige fout van Hoekstra, de man die zichzelf meer bestuurder dan politicus vindt maar toch het lijsttrekkerschap aanvaardde. Hij omringde zich na zijn benoeming met eigen mensen die verder weinig met het CDA op hadden. Hij roemde zijn nummer 2 in woord, maar niet in daad. Omtzigt was na de machtsovername niet langer running mate, maar gewoon een van de vele kandidaat-Kamerleden. Hoekstra deed niets om de achterban van Omtzigt, die toch al uiterst kritisch was omdat hun man niet de lijsttrekker was geworden, voor zich te winnen. Hij was te druk met een onbenullig reclamespotje.
“Nu, een week verder, hebben we Hoekstra nog altijd niet gehoord. Terwijl zijn partij in rep en roer is.”
En wie dacht dat het na de verkiezingen allemaal wel goed zou komen, moet vaststellen dat dat niet is gebeurd. Hoekstra heeft nog niets gedaan om de eenheid in het CDA te herstellen. Na het uitbrengen van het rapport-Spies reageerde Hoekstra alsof hij opnieuw wil beginnen: “We zullen weer als één team moeten opereren; ik kijk ernaar uit om daar met onze fractie aan bij te dragen.” Daar is het nog niet van gekomen. Maar ondertussen wel anderen de les lezen. “Het is bij uw partij een grote puinhoop”, zei Hoekstra onlangs in een debat met PVV-leider Geert Wilders, zonder om te zien naar zijn eigen politieke beweging.
Hoekstra zat bij een vergadering van de G20, toen Spies haar rapport presenteerde en kon er dus niet bij zijn. Noodgedwongen beperkte hij zich tot een schriftelijke reactie. Maar nu, een week verder, hebben we Hoekstra nog altijd niet gehoord. Terwijl zijn partij in rep en roer is. De kritische achterban, onder meer verenigd in het netwerk CDA Midvoor, is verbaasd dat Hoekstra in het rapport buiten schot blijft. Spies zal hebben gedacht dat ze al genoeg ellende naar boven heeft gehaald.
Het drama van de verkiezingsnederlaag heeft veel slachtoffers gemaakt. Partijvoorzitter Rutger Ploum verdween onmiddellijk van het toneel. Het nagenoeg voltallige partijbestuur is afgetreden, Omtzigt heeft de partij vaarwel gezegd. Maar de man die voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor alle ellende, zegt doodleuk dat hij aanblijft als partijleider. Misschien moet hij daar nog eens een nachtje over slapen.