Natuurlijk is Nederland weer de gebeten hond. In plaats van medelijden en het ongelimiteerd trekken van de beurs voor de zwaar door het coronavirus getroffen zuidelijke landen Italië en Spanje blijft Nederland de hand op de knip houden, gesteund door Duitsland, Finland en Oostenrijk die achter Neerlands smalle rug blijven schuilen.
De zuidelijke landen wilden ‘coronabonds’, leningen die worden gesteund door alle landen van de eurozone. Op die manier staan de sterke landen als Duitsland en Nederland garant voor dit soort leningen die dan een lagere rente kunnen dragen. kortom, Italië, Spanje, Frankrijk en Griekenland kunnen dan goedkoper lenen dan andere het geval was geweest. Maar als het mis gaat en ze hun verplichtingen niet nakomen, zijn die sterke landen wel de sjaak. Immers, ze staan garant. Het idee is al eerder gelanceerd en afgewezen door de noordelijke landen. Immers, zo hou je een constante geldstroom van noord naar zuid op gang waardoor er minder een prikkel is om zelf de tering naar de nering te zetten.
Ook de coronacrisis is nu geen vrijbrief om dat piketpaaltje maar om te trappen. Het beste wat er in zat was dat getroffen landen nu mogen putten uit het Europese noodfonds van 410 miljard, maar wel onder precieze voorwaarden die de ministers van Financiën binnen twee weken nog moeten vaststellen. En natuurlijk zal onze minister Wopke Hoekstra hier ook niet kiezen voor alle sluizen open.
Nederland speelt het hard en maakt zich al doende niet populair bij de zuidelijke landen. Maar het valt niet te ontkennen dat met name Italië en Spanje ongekend hard zijn getroffen en dat alle landen een forse economische setback zullen krijgen omdat er echt een knop om is gegaan in de tomeloze consumptiemaatschappij.
Maar ja, ‘coronabonds’ worden het dan niet, of we dat nou leuk vinden of niet, de eurolanden zitten wel aan elkaar vast. Griekenland konden we met een paar honderd miljard nog wel redden, als Italië omvalt is dat een ander verhaal. Kortom, er zal toch iets moeten gebeuren om de boel bij elkaar te houden, en snel.
Waar voormalig ECB-president Mario Draghi de euro in 2012 redde met ‘whatever it takes’, doet zijn opvolgster Christine Lagarde nu ook een duit in datzelfde zakje. De ECB gaat ongelimiteerd staatsschulden van eurolanden in nood opkopen in ruil voor bijgedrukte euro’s. De grens dat de ECB nooit meer dan een derde van de staatsschuld van een land in handen mag hebben wordt losgelaten. Landen incasseren miljarden, de ECB wordt behangen met schulden waarvan de vraag is of die ooit worden terugbetaald.
Als Italië bezwijkt onder de schulden is de zeperd voor de ECB. En dat is helaas geen bankje dat failliet kan gaan, alle eurolanden hebben een aandeel in de ECB. Ergo, die zeperd wordt dan verdeeld over de overige eurolanden die de brokken mogen oppakken. En het is de vraag of ze daar zin in hebben. Mogelijke uitwegen zijn massaal schulden kwijtschelden zoals dat in het klein met Griekenland is gebeurd of via een fikse inflatie proberen de schulden te laten ‘smelten’.
De moraal van het verhaal is dat ook de nu gekozen oplossing om de coronacrisis via de ECB te bezweren uiteindelijk grote risico’s inhoudt voor de noordelijke landen. Waar Draghi nog een ‘bazooka’ hanteerde, lijkt de aanpak van Lagarde meer op de laatste nucleaire optie.
Het vervelende is dat er ook geen alternatief is. Het is gas op de plank en maar hopen dat we uit de slip komen en de betonnen muur kunnen ontwijken.
Feit is dat de coronacrisis niet alleen voor veel direct leed en grote economische schade zorgt, de politieke spanningen binnen de EU zijn er ook fors door verhoogd. Om nog maar te zwijgen van de problemen voor de euro, die de financiële crisis nu al een zwaardere tegemoet gaat.
Maar wie ook maar de mogelijkheid van een pandemie had willen opperen toen de euroverdragen werden opgesteld, was meewarig aangekeken.