De heer van Dissel, de baas van het RIVM, stelt dat het ‘testbeleid‘ niet het probleem is, maar ons gedrag.
Hierin zie ik de bevestiging van mijn stelling dat al die ‘wetenschappelijke‘ modellenbouwers volkomen zijn losgeweekt van de realiteit, en leven in een wereld die niet bestaat. En als het dan hopeloos misgaat, is het niet hun schuld, maar dat van de ‘anderen‘. Als voormalig werknemer bij een ooit roemrijke, en rijke onderneming, die door mismanagement binnen de kortste keren in buitenlandse handen kwam, heb ik het voorrecht gehad op de voorste rij te zitten bij ontwikkelingen in deze sfeer. Hoe een directie die volledig was losgeweekt van het personeel, de klanten, en de belangen van ‘partners‘, door een dodelijk vertrouwen in peilingen, statistieken en papieren winst, de erfenis van generaties noeste werkers er in minder dan geen tijd doorheen wist te jagen.
Met elke nieuwe tegenslag schrok men niet wakker, maar werd met dubbele inzet gewerkt aan het perfectioneren van het ‘model‘. Tegen de tijd dat de bodem van de kas in het zicht kwam, capituleerde de directie niet, om plaats te maken voor serieuze ondernemers, maar sloeg de verbittering toe, werd de aanval geopend op werknemers die al eerder hadden gewaarschuwd voor een dreigende catastrofe door de ‘Amerikaanse‘ manier van leidinggeven, en focus op de koers van het aandeel, waarbij het personeel sluitpost was. Passanten die je als apen een kunstje moest leren, en die je daar ook op af moest rekenen. Klanten werd gevraagd het personeel te beoordelen, wat ertoe leidde dat het ‘personeelslid-van-het-jaar‘, die het hoogste scoorde, omdat hij er overal de kantjes vanaf liep, zijn collega’s het werk liet doen, en zelf louter geselecteerde klanten verwende met ‘extra’s‘, om hen vervolgens een beoordelingsformulier onder de neus te schuiven, totaal niet functioneerde, en door zijn collega’s werd uitgekotst. Niemand was jaloers op hem, want hij was het probleem, en niet de oplossing. Maar de directie begreep dat niet. Op papier zag het er allemaal perfect uit. En door eigen aandelen terug te kopen met geld dat beter geïnvesteerd had kunnen worden, bleef de koers op peil, en konden de bonussen worden uitgekeerd. Tegen de tijd dat het hele bedrijf voor een appel en een ei werd verkocht aan een buitenlandse concurrent, leverde dat opnieuw mooie bonussen voor de directie op, en ‘feestbaantjes‘ in de overkoepende onderneming, waar ze verder geen kwaad konden doen.
Ander voorbeeld, hier op dit blog ook al eerder genoemd, was het ‘lagere management’, dat met bonussen werd beloond als ze hun afgesproken ‘verbeterpunten‘ wisten te realiseren. Met als gevolg dat slimme types het ene jaar een aspect van hun taak opzettelijk finaal uit hun klauwen lieten vallen, dat samen met de directie voor het volgende jaar ‘identificeerden‘ als een ‘verbeterpunt‘, terwijl ze al wisten hoe ze daarop konden scoren, door gewoon te doen wat ze het afgelopen jaar doelbewust hadden nagelaten. Dat speelde allemaal twintig, tot dertig jaar geleden. Maar inmiddels is heel Nederland erdoor vergiftigd. Zelfs Bas Heijne schrijft er nu over in NRC, hoe de ‘cancel-cultuur‘ en het hengelen naar ‘ratings‘ een complete schijnwereld in het leven heeft geroepen die niet bestaat, behalve ‘op papier‘.
Mijn stelling hier is, dat die schijnwereld nadrukkelijk ook het ‘nieuws‘ omvat, waar journalisten er op worden afgerekend als ze niet de overeengekomen ‘lijn‘ volgen, waar de redactie die ‘lijn‘ identificeert als ‘aandachtspunt‘. Daarom hoor je slechts één verhaal over wat Navalny is overkomen, bijvoorbeeld, terwijl er overduidelijk héél wat meer over valt te zeggen. En kan Assange doodvallen. En ‘wist‘ iedereen die ertoe deed al dat Hillary met twee vingers in haar neus van die idiote Trump zou winnen. ‘Kat-in-het-Bakkie‘. Net als destijds bij dat bedrijf waar ik voor werkte, is nu de kas leeg, en zie je hoe snel we afstevenen op een ‘afrekencultuur‘, waarbij degenen die met twee voeten in de realiteit waren blijven staan nu de Zwarte Piet toegespeeld krijgen. Niet mijn jeugdheld, die vrolijke schavuit aan de zijde van Sinterklaas die kwistig was met strooigoed, maar die molensteen uit dat kaartspel.
Onze westerse maatschappij is door mismanagement inmiddels een overname-kandidaat. De hele boel ligt in de etalage. Landen die intern hun zaakjes op orde hebben, en niet vertrouwen op modellen of de prijs van het aandeel, maar die uitgaan van wat de klant van hen verwacht, die tevens werknemer is in de bedrijven die ertoe doen, trekken onverbiddelijk aan het langste eind. Een overname, met behoud van het eigen karakter van de onderneming, is daarbij het hoogst haalbare voor ons in Nederland, op dit moment. Onszelf opnieuw uitvinden, en op eigen kracht als een Vuurvogel uit onze as herrijzen, zie ik niet gebeuren, helaas. Volharden op de ingeslagen weg betekent niet alleen gegarandeerd het faillissement, maar tevens een episch gevecht van allen tegen allen om de toch al niet meer zo florissante boedel, compleet met ernstig bloedvergieten, of een theatrale zelfmoord waarbij we de hele wereld hopen mee te slepen. Omdat we, op papier, gelijk hebben.