De oprichter failliete cryptobeurs FTX, Sam Bankman-Fried, ‘was niet bezig met plegen van fraude’. Zegt Sam Bankman-Fried.
De Volkskrant meldt vanavond o.a. het volgende:
“FTX-oprichter Sam Bankman-Fried zegt geen fraude te hebben gepleegd bij de inmiddels failliete cryptobeurs. De voormalig miljardair was zich ‘niet bewust’ van het feit dat tegoeden van FTX-klanten werden gebruikt voor beleggingen bij het eveneens door hem opgerichte investeringsbedrijf Alameda.
Bankman-Fried stelde dat zijn bedrijf tekort is geschoten op het gebied van risicobeheersing. Hij deed zijn uitspraken in een video-interview van een uur tijdens een door de krant The New York Times georganiseerde conferentie.”
Je verzint dit niet. Na het onjuiste verhaal te hebben gepromoot dat er massavernietigingswapens in Irak waren en de VS via haar verslaggever, Judith Miller, in een dodelijke en kostbare oorlog te hebben geduwd; en zijn redactieraad gebruikte om te pleien voor de intrekking van de Glass-Steagall Act om de hebzuchtige Wall Street-ambities van Citigroup-ceo Sandy Weill te bevorderen (wat uiteindelijk de Amerikaanse economie in 2008 neerhaalde) lijkt de New York Times nu vastbesloten om de reputatie van de in ongenade gevallen Sam Bankman-Fried, medeoprichter en onlangs afgezette ceo van de failliete cryptobeurs FTX, te herstellen.
Naar Bankman-Fried wordt op meerdere continenten een onderzoek ingesteld, waaronder Noord-Amerika, voor het stelen van activa van klanten en het plunderen van zijn privé-investeerders. Hij wordt in krantenkoppen over de hele wereld vergeleken met de bekende/beruchte Bernie Madoff en zijn Ponzi-scheme.
De ineenstorting van Sam Bankman-Fried en zijn frauduleuze cryptocurrency-imperium bij FTX is nieuws op zijn meest vermakelijke manier. Wie houdt er niet van het verhaal van een grote miljardair die een regelrechte fraude blijkt te zijn? FTX heeft miljarden aan schulden en bezit eigenlijk geen cent van de activa die het claimde. Game over.
Op het eerste gezicht lijkt het verhaal simpel. Een oplichter overtuigde op cynische wijze een stel goedgelovige financiers ervan dat hij een excentrieke jonge visionair was en een geweldige kerel, en hij ging ervandoor met het geld. Maar kijk eens goed naar de berichtgeving van de mainstream media en u zult beseffen dat dit verhaal veel meer inhoudt dan een klassieke financiële fraude. In feite zijn de berichten van de mainstream media over SBF en de doelen die hij financierde – met name de pandemische planningsindustrie – zèlfs nadat werd onthuld dat zijn imperium een regelrechte fraude was, het duidelijkste voorbeeld dat we hebben gezien van de moderne politieke machine in al zijn cynisme.
Zowel de New York Times als de Washington Post publiceerden artikelen waarin SBF werd afgeschilderd als een min of meer eerlijke zakenman met een groot hart die verstrikt raakte in een slechte situatie. Dit slaat nergens op. Vanaf het allereerste begin was SBF niet van plan om eerlijk zaken te doen. Hij bezat nooit een cent van de bezittingen waarvan hij zei dat hij die had. En in een ongelooflijk interview met Vox gaf hij in wezen toe dat er nooit goede bedoelingen achter zijn ‘filantropische’ bijdragen zaten.
Reuters meldde dat Bankman-Fried maar liefst $ 10 miljard aan FTX-klantengeld naar zijn hedgefonds, Alameda Research, via een “achterdeur” in zijn software had weggesluisd. De Financial Times meldde dat FTX slechts $ 900 miljoen “aan gemakkelijk verkoopbare activa” had tegenover $ 9 miljard “aan passiva op de dag voordat het ineenstortte”.
Veel van het FTX/Alameda-geld ging naar het kopen van luxe eigendommen op de Bahama’s – voor een bedrag van honderden miljoenen dollars – terwijl honderden miljoenen méér gingen naar het verkrijgen van marketinngrechten van beroemdheden; tv-commercials en een super bowl-reclame; terwijl de campagnekas van vooral Democratische politici in Washington werd gevuld; en miljarden dollars aan leningen werden verstrekt aan Sam Bankman-Fried en andere topmanagers.
Tegen die achtergrond is het onvoorstelbaar dat een dagblad met een grote oplage in Amerika zijn naam zou lenen aan een conferentie met Sam Bankman-Fried als spreker. Maar dat is inderdaad gebeurd – Bankman-Fried heeft deelgenomen aan het DealBook Summit-interview vanuit de Bahama’s.
Bankman-Fried werd op de website van de New York Times voor deze top genoemd in de belangrijkste rij sprekers. Zijn foto verscheen vlakbij die van Eric Adams, de cryptominnende burgemeester van New York City.
Een andere spreker op hetzelfde evenement is Janet Yellen, minister van het Amerikaanse ministerie van Financiën, die een dubbelrol vervult van voorzitter van de Financial Stability Oversight Council – van wie verwacht kan worden dat ze commentaar geeft op hoe crypto destabiliseert en de reputatie van de Amerikaanse financiële markten in gevaar brengt – terwijl Bankman-Fried meeluistert vanuit zijn penthouse-appartement van $ 40 miljoen op de Bahama’s.
We zijn niet de eersten die merken dat de New York Times zijn berichtgeving over Sam Bankman-Fried aan het bijschaven is. Op 15 november schreef Gizmodo-verslaggever Matt Novak het volgende: “…het interview met SBF, zoals hij vaak wordt genoemd, wordt gepresenteerd met zo’n wazige lens dat je je moet gaan afvragen wat er in godsnaam aan de hand is met crypto-verslaggeving in de Times.
Het nieuwe artikel in de New York Times door David Yaffe-Bellany legt de feiten uiteen op een manier die duidelijk gunstig is voor SBF’s versie van het verhaal en laat veel van zijn zeer twijfelachtige beweringen achterwege zonder de juiste context of zelfs maar de minste hoeveelheid kritiek te uiten. Het resultaat is niet om de schimmige wereld van crypto te verlichten. Het leest alsof de Times een interview had gehouden met Bernie Madoff nadat zijn ponzi-scheme instortte en uiteindelijk suggereerde dat hij gewoon een paar slechte investeringen had gedaan.”
De berichtgeving in de New York Times over FTX en Sam Bankman-Fried heeft ook de aandacht getrokken van de immer attente en kritische Robert Kuttner van American Prospect. Onder de kop “The New York Times is in the Tank for Crypto“, schrijft Kuttner:
“Een [New York Times] stuk over de onderlinge verbanden tussen de beurs van Bankman-Fried (FTX) en de investeringsmaatschappij die hij controleerde (Alameda) verzachtte de regelrechte onwettigheid van zijn transacties met klantgelden. Om de Times te horen vertellen: ‘Alameda’s behoefte aan geld om zijn handelsactiviteiten te runnen was een belangrijke reden waarom de heer Bankman-Fried FTX in 2019 oprichtte. Maar de manier waarop de twee entiteiten waren opgezet, betekende dat problemen in de ene eenheid de andere door elkaar schudden toen cryptoprijzen in het voorjaar begonnen te dalen.’
Maar dat is niet wat er is gebeurd. Als klanten hun geld eisten, had Fried het niet, omdat hij het illegaal had gebruikt en verloren had door zijn eigen transacties.
En dit: ‘Alameda’s methoden ontleendem veel aspecten van traditionele high finance. Het was een kwantitatief handelsbedrijf, vergelijkbaar met hedgefondsen van Wall Street, die wiskundige modellen en gegevens gebruiken om beslissingen te onderbouwen.
Het gebruikte ‘hefboomwerking’ – of geleend geld – om zijn transacties aan te wakkeren en grotere opbrengsten te behalen.’
Let op de alibi’s en de lijdende vorm. De tussenkop vertelt de lezer dat ‘de dingen uit de hand liepen’, zoals in Nixons beruchte ‘er werden fouten gemaakt’. Het vergelijkbare Wall Street Journal-stuk keek kritisch naar de Times-versie, waarin de onderlinge verbanden en de pure illegaliteit werden uitgelegd.”
Volgens Kuttner schrijft New York Times-verslaggever David Yaffe-Bellany de “slechtste Times-stukken” over crypto en verwijst hij naar een artikel van Yaffe-Bellany in januari van dit jaar, getiteld: “The Rise of the Crypto Mayors.” We hebben dat artikel heel zorgvuldig bekeken, een stuk dat geen tegenwicht bood aan verkeerde informatie die tussen aanhalingstekens was ingesloten. Yaffe-Bellany citeert bijvoorbeeld Scott Conger, de burgemeester van Jackson, Tennessee als volgt: “Bitcoin is een geweldige financiële gelijkmaker. Het is een hedge tegen inflatie. Het kan die welvaartskloof overbruggen.”
In feite zijn de prijzen van Bitcoin en andere grote cryptocurrencies dit jaar ingestort terwijl de inflatie in de VS het hoogste punt in 40 jaar bereikte. Crypto is het tegenovergestelde geweest van een hedge tegen inflatie. Waarom dat is gebeurd? Omdat toen de Federal Reserve de rentetarieven aanscherpte om de stijging van de inflatie tegen te gaan, de weddenschappen met een hoge hefboomwerking in crypto duurder werden en het moeilijker werd om aan margeleningen te komen.
Wat betreft de “overbrugging van de welvaartskloof” door crypto: miljoenen particuliere klanten over de hele wereld hebben dit jaar geen toegang tot hun crypto-accounts gekregen, met alle waarschijnlijkheid dat ze alleen kruimelcenten zullen zien – als er al iets is – wanneer de faillissementszaken zijn afgewikkeld.
De New York Times DealBook Summit, waar Bankman-Fried dus vanuit de Bahama’s aan meedeed, is het geesteskind van Andrew Ross Sorkin, die een vreemd aantal verschillende petten draagt. Zijn profiel bij CNBC luidt als volgt: “Andrew Ross Sorkin is presentator van ‘Squawk Box’, het kenmerkende ochtendprogramma van CNBC. Sorkin is ook financieel columnist voor The New York Times en hoofdredacteur van DealBook, een door hem opgerichte nieuwssite die wordt gepubliceerd door The Times.”
De promotiepagina van de New York Times voor de DealBook Summit begon met het volgende:
“Dit najaar brengt Andrew Ross Sorkin de meest vitale geesten van vandaag de dag samen op één podium, live in het hart van New York City. Wees erbij terwijl het gesprek zich ontvouwt en verborgen complexiteiten, onverwachte relaties en de vèrreikende rimpeleffecten van verandering blootlegt. Vang elk woord op en laat de rest van de wereld bijbenen.”
De top vpnd plaats in de Appel Room in Jazz at Lincoln Center. Tickets waren al snel uitverkocht, maar waren oorspronkelijk geprijsd op $ 2.499 per persoon.