Nu Mark Rutte meer dan ooit kwetsbaar is, zal hij ook meer dan ooit geneigd zijn terug te vallen op zijn twee favoriete overlevingstechnieken. De eerste stappen zijn al gezet. Rutte’s vuistregel: ‘Time is on my side’.
Voor liefhebbers van historische verkiezingsnederlagen was 15 maart een dag om nooit te vergeten. Bij de Provinciale Statenverkiezingen sneuvelde het ene trieste record na het andere.
De meeste aandacht trok uiteraard de nederlaag van het CDA. Nooit eerder in de partijgeschiedenis – of in die van de voorlopers KVP, ARP en CHU – deden de christendemocraten het zó slecht. Nog maar 6,6 procent van de stemmen.
VVD: slechtste uitslag sinds 1966
Indrukwekkend was natuurlijk ook de implosie van Forum voor Democratie en de maar liefst zevende verkiezingsnederlaag op rij voor de SP.
En wat te denken van de VVD. De partij van de langstzittende premier uit onze parlementaire historie bleef steken op 11,2 procent. Het was voor de liberalen de slechtste uitslag bij Provinciale Statenverkiezingen sinds 1966. De VVD stond toen nog onder leiding van Edzo Toxopeus, KVP’er Jo Cals regeerde het land en Mark Rutte was nog niet geboren.
Minstens zo pijnlijk voor onze recordpremier: voor de tweede keer op rij werd zijn partij bij Statenverkiezingen afgetroefd door een nieuwkomer op het provinciale toneel. De BoerBurgerBeweging (BBB) deed het zelfs aanzienlijk béter dan vier jaar geleden Forum voor Democratie.
De Statenverkiezingen leverden de partij van Thierry Baudet in 2019 twaalf zetels op in de Eerste Kamer, evenveel als de VVD. De partij van Caroline van der Plas mag binnenkort waarschijnlijk zeventien senatoren leveren, zeven méér dan de VVD.
Wat gaat Rutte doen?
Voor Rutte geldt nu dat hij moet functioneren onder omstandigheden die meer dan ooit penibel zijn. Hoe gaat hij dat aanpakken? We weten over onze premier dan hij nooit de behoefte heeft gevoeld om op politieke dossiers een liberaal stempel te drukken.
Geen enkele belangrijke verkiezingsbelofte is ooit door Rutte ingelost. Nederland kreeg onder zijn leiding niet minder, maar méér Europese Unie. Niet minder, maar méér migratie. Plus: een vrijwel continu stijgende collectieve lastendruk, een explosief groeiend ambtenarenapparaat, afbraak van de hypotheekrenteaftrek, een verwaarloosde krijgsmacht en miljardenverslindend klimaatbeleid uit de koker van linkse actiegroepen. De VVD uit de tijd van Frits Bolkestein, maar dan ondersteboven, gespiegeld en in negatief.
Niet liberaal, wel machtsbelust
Ruttes desinteresse voor liberale politiek faciliteert als het ware zijn ‘Wille zur Macht’. Dát is zijn motor en zodra de premier wordt uitgedaagd, begint die op volle toeren te draaien. Nooit, zelfs niet in de marge, gaat het daarbij om het realiseren van VVD-wensen. Het enige doel is het veiligstellen van de positie van Mark Rutte. Onze minister-president – het is op deze plek al eerder gezegd – is een liberaal van niks, maar een machtspoliticus uit duizenden.
Time management: dat is het belangrijkste instrument uit Ruttes arsenaal. Soms, zo weet de minister-president, moet je een kwestie voor je uit schuiven. Neem het vernietigende rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie over de toeslagenaffaire.
Over de jaarwisseling heen tillen
Het toeslagenrapport verscheen in december 2020 en was voor Ruttes vorige kabinet reden eigener beweging af te treden. Maar dat aftreden gebeurde pas ná de jaarwisseling, twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021. Het ideale moment om een schuldbewust gebaar te maken – of althans die indruk te wekken – en zo de schade te beperken.
Nog een voorbeeld: de kabinetsreactie op het vorig jaar gepresenteerde rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden. Rutte wilde per se voorkomen dat de kwestie een rol zou spelen in de aanloop naar de Statenverkiezingen.
En dus kwamen er nog in december namens de Nederlandse staat excuses voor het slavernijverleden. Organisaties van nazaten voelden zich overvallen en wilden liever 1 juli 2023 als dag voor verontschuldigingen. Maar Rutte koos zijn eigen moment – in zijn eigen belang.
Stoer doen voorafgaand aan verkiezingen
Ook daadkrachtig optreden met een hoog veldwachtersgehalte wordt door Rutte altijd zorgvuldig getimed. In 2017 ging dat ten koste van een aantal Turkse ministers die de zaterdag voor de Tweede Kamerverkiezingen de toegang tot Nederland werd ontzegd. Aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 grossierde Rutte in nationale rampenretoriek over de coronapandemie en werd voor het eerst sinds de Duitse bezetting een avondklok afgekondigd.
Behalve time manager is Rutte ook buitengewoon bedreven in probleemverbreding. Zo kun je, weet hij, de kern van een zaak aan het zicht onttrekken. Tevens verleid je critici tot het afsteken van cultuursociologische beschouwingen die – meestal tot grote tevredenheid van de betrokkenen – een buitengewoon diepzinnige indruk maken, maar die voor helemaal niemand gevaarlijk zijn.
‘Bestuurscultuur’ en andere kluitjes in het riet
Mooiste voorbeeld: het in april 2021 – na een marathondebat over de zogenoemde toeslagen-notulen – door Rutte in gang gezette discours over een ‘nieuwe bestuurscultuur’. De opiniepagina’s van de Volkskrant en NRC Handelsblad stonden er maandenlang vol van. Het ging over alles – en dus ging het over niks. Beter kan een premier zich niet wensen.
Nu Rutte meer dan ooit kwetsbaar is, zal hij ook meer dan ooit geneigd zijn terug te vallen op zijn beproefde overlevingstechnieken.
De BBB – dat hoeft niemand de premier te vertellen – heeft nu nog de charme, de glans en de bijbehorende goodwill van een nieuwkomer. Maar de partij gaat fouten maken, daar kun je op wachten. Waarom zou je dat dan niet gewoon dóen?
Nee, het hoeven niet direct fatále fouten te zijn en ondertussen mag er best een beetje met de BBB worden geknuffeld. Maar krasvrije politici met een eeuwig momentum bestaan niet, ook niet als ze Caroline van der Plas heten. Bovendien zijn er voor de BBB valkuilen genoeg, nu de partij misschien wel in alle twaalf provincies zitting krijgt in Gedeputeerde Staten.
Kijk maar eens hoe het in de lándelijke politiek afliep met debutanten die direct op het pluche mochten. DS’70 (1971-1972) en de PPR (1973-1977) werden machteloze splinterpartijen en de LPF (2002) blies zichzelf op. Ook de permanente oppositierol van Ruttes voormalige ‘gedoogpartner’ PVV (2010-2012) is niet jaloersmakend.
Niks overhaasten en de bal zijn werk laten doen, dat lijkt inzake de BBB de beste strategie voor Rutte. Time Is On My Side zong de nog altijd springlevende Mick Jagger in 1964 en zo is het nu ook – opnieuw – voor de premier.
Probleemverbreding!
Vanzelfsprekend kan het geen kwaad om ook het altijd effectieve middel ‘probleemverbreding’ weer eens zijn heilzame werk te laten doen. De eerste stappen zijn door Rutte al gezet.
Het kabinet, zo liet de premier vorige week weten, heeft ‘een fundamentele discussie’ gevoerd over ‘het signaal’ dat de kiezer op 15 maart heeft gegeven aan de politiek. Daarbij stond de vraag centraal ‘Is de politiek er wel voor iedereen?’ zei hij na afloop van het uren durende overleg op het ministerie van Algemene Zaken.
Signalen, beelden, processen!
Volgens Rutte ‘kan je uiteraard nooit een perfecte analyse maken’, maar hadden de deelnemers aan het beraad ‘een aantal echt gedeelde beelden’ over de boodschap van de kiezer. ‘Er zijn verbeteringen nodig op een aantal grote processen.’
Signalen, beelden, processen: typisch het proza van Rutte wanneer hij politieke kwesties op een metafysisch niveau probeert te tillen, buiten het bereik van gewone stervelingen, criticasters incluis. ‘Zonder zijn handige taalgebruik was hij geen premier meer geweest,’ concludeerde neerlandicus Robbert Wigt onlangs in zijn boek Supergaaf. De overtuigende taal van Mark Rutte.
Onze minister-president is een overlevingskunstenaar pur sang. Zo bezien komt het dus altijd goed, zolang hij maar zichzelf blijft.