HEILIGEN, HEILIGVERKLARINGEN EN DE BIJBEHORENDE RISICO’S
Met een kritische noot over heiligverklaarden is het oppassen geblazen. Voor je het weet roep je massale woede en verontwaardiging over je af, in het bijzonder van het deel der natie dat graag de deuger uithangt. Toch is het goed ook de heilige kritisch te bejegenen. Niet altijd heeft die een levenswandel die past bij de sacrosancte status, noch een boodschap die beantwoordt aan de hoge maatstaven die heiligheid oplegt. Daarvan kan ook een andere dan nobele invloed uitgaan, soms terwijl de heilige het zelf niet beseft. Al te snelle, gemakkelijke en ondoordachte adoratie levert dan ook forse risico’s op.
met een boot heb je altijd gekloot
Neem Moeder Teresa, de Macedonische (of volgens sommigen Albanese) non Agnes Gonxha Bojaxhiu, die wereldfaam verwierf als voorvrouw van de verworpenen der aarde, in het bijzonder die in de sloppenwijken van Calcutta. In 1979 kreeg zij de Nobelprijs voor de Vrede. Zestien jaar later viel ze na een grondige studie (The Missionary Position) van de journalist en publicist Christopher Hitchens door de mand als leider van een doodenge geldbeluste sekte, die er geen bezwaar in zag met hele foute rijkaards contacten te onderhouden teneinde miljarden te vergaren voor haar goede werken, waarbij fysieke verwaarlozing van weerloze mensen het verdienmodel was. Het kwam Hitchens op zware kritiek te staan. Hij had een heilige van haar voetstuk gestoten. Maar Hitchens toonde overtuigend aan dat Moeder Teresa geen heilige was, maar een fraudeur. Miljoenen fans over de hele wereld hadden er kritiekloos achteraan gehobbeld en stonden in hun deughemd.
Een andere Nobelprijswinnares die de status van heilige verwierf en door de mand viel is Aung San Suu Kyi, de Myanmarese politiek leider die langdurig onder huisarrest heeft gestaan en waar de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama, ook een Nobelprijswinnaar, graag mee dweepte. Nadat haar vijf jaar geleden hoge bestuurlijke verantwoordelijkheden toevielen ontspoorde ze volledig. Tegenwoordig geniet zij vooral bekendheid vanwege haar ontkenning van de genocide waarvan de islamitische Rohingya in haar land het slachtoffer werden. Levend verbrand in eigen dorpen of weerloos over grens naar Thailand gedreven. Obama bezoekt haar niet meer. Als Amsterdams wethouder Haven voerde ik ooit een nachtelijk debat in de gemeenteraad over het voorstel van linkse partijen om een nieuwe boot van de Havendienst te vernoemen naar Aung San Suu Kyi. Hoewel ook ik toen nog vol respect voor de politica was vond ik het een slecht plan. Je wist immers maar nooit. Ik citeerde mijn vader, bezitter van een plezierjacht. “Met een boot heb je altijd gekloot”. Er werd flink gelachen, het was al laat en iedereen was moe. Het voorstel werd verworpen. Anders had de boot nu overgeschilderd moeten worden.
herkenbaar patroon
Het patroon dat zich steeds aftekent is het opwerpen van een beeld van onbaatzuchtig en sterk, bijna overtrokken maatschappelijk engagement, een gestaag bouwen aan een stevige fanbase, een gunstige pers, het vergoelijken van bedenkelijke aspecten omdat het doel de middelen heiligt en het verontwaardigd afserveren of monddood maken van critici. Het idool verwerft de status van onaantastbare en belandt in een kosmos van vleierij, eerbetoon, aanbidding en gebrek aan tegenspraak en kritiek. Daarna liggen elk moment ontsporingen op de loer.
Suu Kyi en Bojaxhiu zijn twee voorbeelden uit een lange reeks. Wel twee grote. In het wijwater van de gecanoniseerden zwemmen ook vele kleinere vissen rond wier heiligverklaring tot opmerkelijke uitwassen kan leiden. Recente voorbeelden in eigen land zijn de politicus Pieter Omtzigt, de zanger Jeangu Macrooy en de komiek, acteur en televisiepresentator André van Duin.
vader des vaderlands
Die laatste is in de hoogste canonisatiefase beland na zijn toespraak tijdens de dodenherdenking op de Dam, 4 mei jongstleden. Heel Nederland, van Kamerlid tot BN’er, van columnist tot journalist, kwam superlatieven tekort om hem hulde en lof toe te zwaaien voor zijn optreden. Televisiepresentator Cornald Maas sprak in het Algemeen Dagblad over Van Duin als ‘een lichtpunt in duistere tijden’. ‘Aangrijpend, waardevol, indrukwekkend, Vader des Vaderlands’, spraken anderen. Het is maar een kleine greep uit de loftuitingen die de spreker ten deel vielen.
Honderden, misschien wel duizenden tweets stroomden binnen. Daaronder niet één negatieve. Twitter is de uitlaatklep waar gefrustreerden hun bagger uitstorten. Bij voorkeur over mensen die meer gepresteerd hebben dan de -meestal anonieme- twitteraars zelf. Als je daar kreukloos doorheen rolt ben je iemand.
Ik weet dat het risicovol is –zie bovengeschetst patroon- maar ik werp de vraag op of deze kritiekloze adoratie niet een beetje raar of zelfs bedenkelijk is. Op mij maakte de toespraak van Van Duin, over wiens veelzijdige vakmanschap ik geen twijfel heb, niet zoveel indruk. Wat zei hij nou helemaal? Hij lepelde wat historische feiten op over het bombardement op Rotterdam. Zijn vader had niet willen praten over de Arbeits-Einsatz. Als alles anders was gelopen hadden we misschien Duits moeten praten. Maar gelukkig, betoogde Van Duin, liep het goed af. “Je bent hier vrij. Je kunt doen en laten wat je wilt en zeggen wat je wilt. Hier mag iedereen zichzelf zijn zonder dat iemand anders daar wat van zegt”.
‘Vraag dat eens aan Geert Wilders’ schoot oneerbiedig door mijn hoofd. Of aan Lale Gül, schrijfster van het boek ‘Ik wil leven’. Vraag het eens aan Shevan van der Lugt, de joodse, homoseksuele, keppeldragende voormalige Syrische vluchteling die na tal van vreselijke incidenten zijn vertrouwen in de Nederlandse vrijheidszin kwijt begint te raken (nrc.nl, 11 mei 2021). Vraag het eens aan de nabestaanden van de jaarlijks tientallen (ja echt waar!) dodelijke slachtoffers van eerwraak in Nederland. Of aan de duizenden vrouwen die in Nederland achter de voordeur van onopvallende huizen opgesloten zitten omdat hun man niet wil dat ze gezien worden door, laat staan in contact komen met andere mannen, in het bijzonder met autochtone Nederlandse mannen. Vraag het eens aan jongeren die opgroeien in orthodox-christelijke kringen in de bible belt en zich willen bevrijden van de religieuze dwangbuis. Vraag het eens aan de slachtoffers van het door Volkskrant-columnist Zihni Özdil genadeloos ontmaskerde ‘betuttelracisme’ dat honderdduizenden landgenoten berooft van maatschappelijke kansen omdat ze onder het mom van goedertierenheid klein gehouden worden (volkskrant.nl, 22 april 2021).
Ik geloof zonder meer in Van Duins oprechte bedoelingen, maar zouden de adhesiebetuigende twitteraars ook maar één seconde aan al die onvrije mensen hebben gedacht? Vereren en adoreren zijn niet per definitie goed, hoe sympathiek het ogenschijnlijk is. Het kan, leert de geschiedenis, tot de gekste dingen leiden. Altijd eerst even nadenken wat je precies hoorde en zag voordat je gaat klappen.
broccoli
Een andere hedendaagse heilige is de zanger Jeangu Macrooy. Hij vertegenwoordigt Nederland op het Eurovisie Songfestival met het lied ‘Birth of a new age’. Bijzonder daaraan is dat hij er teksten in het sranantongo in heeft verwerkt, de 17e eeuwse creoolse taal die werd gebezigd door Afrikaanse slaven op de Surinaamse plantages. ‘Yu no man broki mi, mi na afu sensi’. Hij en zijn begeleiders hullen zich in kledingontwerpen met referenties aan de diverse etnische groeperingen die Suriname bevolken. Het is een vertoning die in politiek correct Nederland op zeer vruchtbare bodem valt. Jeangu Macrooy, een zanger en artiest van formaat, heeft mede door deze politieke inbedding van zijn artistieke prestatie een idoolstatus verworven die Nederlandse commentatoren op eieren zal doen lopen. Wie durft nog een kritische noot te kraken?
De grote gevoeligheden werden al zichtbaar toen supermarktketen Albert Heijn niet wist hoe snel hij excuses moest aanbieden nadat er heisa kwam over een advertentie met de tekst ‘Ook zo’n zin gekregen na het horen van ons Songfestivalliedje?’, met daarbij een foto van een stronk broccoli van 0.89 eurocent. Dit als knipoog naar de tekst ‘yu no man broko mi’ waar de argeloze luisteraar zou kunnen horen ‘I don’t like broccoli’. Wie daarom moest lachen, zoals ik, kreeg onderuit de zak als iemand die het slavernijleed niet serieus nam. Deugend Nederland, waar gevoel voor humor niet vanzelfsprekend is, had er weer een totempaal bij.
Merkwaardig overigens dat de European Broadcasting Union wel een stokje stak voor de inzending van Belarus omdat die ‘teksten en/of gebaren van politieke aard’ bevatte, in casu een ridiculisering van het verzet tegen de Witrussische president Loekasjenko, maar de inzending van Nederland kritiekloos heeft aanvaard, terwijl die toch ook een politiek statement van jewelste is. Kennelijk mag linkse politiek correcte propaganda wel en rechtse foute agitprop niet. Het liedje van Belarus kon ongehinderd bespot worden als amateurkitsch. Ik wed dat als het de Nederlandse inzending was overkomen de wereld te klein zou zijn geweest. We hebben immers met een heiligverklaarde te maken. Dan gelden andere normen en is het oppassen geblazen.
de heer Omtzigt te Enschede
Zo kom ik op Pieter Omtzigt, de CDA-politicus die ook hard op weg is naar bijzetting in het canon der heiligen. Tweede Kamerlid Omtzigt heeft voortreffelijk parlementair werk geleverd met zijn inzet om de feiten boven tafel te krijgen in wat de ‘Toeslagenaffaire’ is gaan heten. Mede door zijn toedoen zijn ‘een andere bestuurscultuur’ en ‘macht en tegenmacht’ Haagse topprioriteiten geworden. De hele vaderlandse pers, alle collega-Kamerleden, minister-president Rutte en de rest van politiek geëngageerd Nederland laten geen gelegenheid onbenut om Omtzigt daarvoor te bewieroken.
Nederig vroeg de MP, per sms, belet bij de parlementariër die al drie maanden wegens ziekte thuis te Enschede verblijft. Mark Rutte wilde van ‘Pieter, met wie ik al vijftien jaar heel prettig samenwerk’ persoonlijk horen: Waar zit je boosheid precies? De onderdanige vleierij van de premier miste doel. Omtzigt liet weten onvoldoende hersteld te zijn voor zo’n gesprek. Rutte nam er begripvol kennis van.
Ik had iets minder begrip. Nog maar een paar dagen voor Ruttes sms-je waren CDA-voorzitter Marnix van Rij en politiek leider Wopke Hoekstra naar Enschede gereisd, waar zij maar liefst vier uur lang met Omtzigt delibereerden. Zover was zijn herstel kennelijk al gevorderd. Of Omtzigt was daar ziek van geworden, of hij belazerde de minister-president. Ik gokte op dat laatste en vond de weigering Rutte te ontvangen een affront. Ook richting het volk. Met zijn 342.472 voorkeursstemmen en de publieke adoratie die hem ten deel valt is Omtzigt de kosmos binnengetreden waarin hij zich dit kennelijk kan veroorloven en waar tegenspraak en kritiek niet hem, maar de afzender raken. Omtzigt is een heilige en van heiligen blijf je af.
Toch durf ik wat relativerende kanttekeningen te plaatsen. Omtzigt sleepte 34,57% van de CDA-stemmen binnen. Zonder meer indrukwekkend. Maar Wybren Van Haga verwierf met 241.193 voorkeursstemmen maar liefst 46,11% van de FvD-kiezers. Dat is andere koek. Tunahan Kuzu bleef met 33,32% van de DENK-stemmen slechts een fractie achter bij Omtzigt. Uniek was de voorkeursstemmenscore van Omtzigt dus niet.
VVD-leider Rutte kreeg 1.977.651 stemmen, zes keer de oogst van Omtzigt. ‘Ja, die was dan ook de lijsttrekker’ zal Omtzigt tegenwerpen. Klopt. Maar de nummer 2, eerste vrouw op de lijst Tamara van Ark, kwam niet verder dan 3,2% van de VVD-stemmen. Daarmee was zij na Rutte veruit de hoogst scorende van alle tachtig VVD-kandidaten. Conclusie: Rutte heeft een kiezersmandaat waar dat van Omtzigt niet bij in de schaduw kan staan.
Toch hebben Van Haga, Kuzu en Rutte bepaald niet de status van heilige. En kan Omtzigt kritiekloos de minister-president schofferen. Hier klopt iets niet. Dat gevoel bekruipt mij te meer nu Omtzigt geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid die de Kieswet een Kamerlid biedt om bij langdurige ziekte tijdelijk terug te treden en zich te laten vervangen door de eerstvolgende die aan de beurt is. Omtzigt daalde even van de berg af om zich op 31 maart te laten (her)installeren als Kamerlid, maar werd daarna niet meer in Den Haag gezien. Zijn CDA-collega Harry van der Molen, ook niet de minste in die fractie, werd na de installatie ziek en is inmiddels tijdelijk vervangen door Joba van den Berg, die al eerder Kamerlid was. Ook hier klopt iets niet. De fractieleiding vulde de ontbrekende stem van Van der Molen -korter ziek dan Omtzigt- meteen op, maar laat de stoel van ‘onze Pieter’ al maandenlang leeg, terwijl die vanuit Enschede de CDA-fractie mede aanstuurt en grote invloed uitoefent op het regeringsformatieproces.
Het is een status aparte, die een heilige past maar niet in de haak is. In dit geval al helemaal niet omdat Omtzigt de verpersoonlijking is van ‘macht en tegenmacht’. Ook zijn macht -en die is groot- behoeft tegenmacht. Tegenmacht die hij effectief heeft geëlimineerd door zijn oproep aan de pers hem niet te storen tijdens zijn ziekte, maar wel vanuit huis selectief aan het arbeidsproces deel te nemen, zich niet te laten vervangen en dusdoende buiten beeld aan de touwen te trekken.
moraal van dit verhaal
Moraal van dit verhaal: wees op uw hoede bij heiligverklaarden. Moeder Teresa verkocht ons de deugd van onbaatzuchtigheid en rechtschapenheid, maar bleek een meedogenloze sekteleider. Aung San Suu Kyi dwong onze bewondering af door haar inzet voor democratie onder moeilijke persoonlijke omstandigheden, maar ontpopte zich tot potentaat toen ze zelf aan het roer kwam te staan. André van Duin vertolkte de rechte Nederlandse leer met zijn utopische schets van sociale en individuele vrijheid, maar zag over het hoofd dat die voor honderdduizenden landgenoten niet is weggelegd. Jeangu Macrooy dempt op voorhand kritische geluiden door aan negatieve recensies een gevoel van schuld over een beladen verleden te koppelen. Pieter Omtzigt opende ieders ogen voor het bestuurlijke verval en predikt macht en tegenmacht, maar draagt met zijn sultanistische werkwijze, die kritische bevraging en tegenspraak onmogelijk maakt, alleen maar bij aan verder verval.
De gewijde sfeer die de sacrosancte omringt heeft een verblindende uitwerking op de volgelingen en een verdovende op de tegenkrachten. Wie durft het aan een Heilige te bekritiseren, de maat te nemen of de les te lezen? Zoiets komt als een boemerang terug in het gezicht van de criticaster. Het is dit magische samenspel van ongrijpbare invloeden dat het aureool van heiligheid tot zo’n grote, risicovolle en zelfs gevaarlijke kracht maakt. Tot de heilige van zijn voetstuk dondert. Maar dan is het te laat. U bent gewaarschuwd!
Geert Dales
16 mei 2021