Binnen herenigde Nederlanden worden Vlamingen een minderheid
De dagdroom van Bart De Wever over een politieke unie tussen Nederland en Vlaanderen kreeg weinig aandacht van Nederlandse media. Wel plaatste Elsevier op 30 juli op de webstek een opiniestuk van zijn hand. Daarin betoogde hij waarom Nederland en Vlaanderen moeten worden herenigd. Vier dagen later volgde een opiniestuk van Thierry Aartsen, Tweede Kamerlid voor de rechts-liberale VVD. Die vond dat het voorstel van De Wever serieus genomen moet worden. Eénwording ziet Aartsen niet zitten, samenwerking wel. Aartsen komt overigens uit Breda, waar sinds 2018 de intercity tussen Amsterdam en Brussel stopt. Als inwoner van de provincie Noord-Brabant (één van de drie die aan België grenzen) kijkt hij misschien anders aan tegen Vlaanderen en België dan politici van ‘boven de rivieren’.
Algemeen Nederlands Verbond
Elsevier-redacteur Jelte Wiersma verhuisde deze zomer terug naar Nederland. Hij was zeven jaar correspondent in Brussel. Een door hem gemaakte vergelijking viel uit in het voordeel van België. Stukjesschrijvers past bescheidenheid. Veel lezers willen hooguit tijdverdrijven. Mijn artikel, gepubliceerd op zondag, eindigde met een verwijzing naar het Algemeen-Nederlands Verbond. Woensdagmiddag had het ANV zes nieuwe leden. Sterkt het moreel.
Wie serieus werk wil maken van hereniging van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, moet niet alleen kijken naar de voordelen. Er zijn trekjes die noorderlingen minder prettig vinden van zuiderlingen en andersom. Bij een politiek verband moeten de overeenkomsten en de verschillen in politieke cultuur worden meegewogen. Een aantal kenmerken van de Nederlandse politiek kan ook Groot-Nederlandsgezinde Vlamingen tegenstaan.
Gecentraliseerd land
Stel dat in België de provincies worden afgeschaft als bestuurslaag. Dan nog zou de Vlaamse of de Waalse regering het eigen gewest niet centraal aan kunnen sturen. Of zullen gemeenten uit eigen beweging hun autonomie opgeven? Nederland is een gecentraliseerd land. Het is geen federatie, zoals de twee buurlanden, België en Duitsland. Nederland wordt bovendien van bovenaf bestuurd. Gemeenten zijn ondergeschikt aan provincies, provincies aan het rijk.
Nederlanders aanvaarden dat. Afgelopen voorjaar kondigde Jean-Marie Dedecker tijdens het vragenuurtje in de Kamer aan een bepaalde coronamaatregel niet langer te handhaven. Een week later maakte hij, eveneens in de Kamer, bekend een telefoontje te hebben ontvangen van een hogere bestuurslaag, die meedeelde wat daarvan de gevolgen zouden zijn. Hij was verontwaardigd over dit ingrijpen in plaatselijk zelfbestuur. In Nederland zou geen burgemeester ook maar overwegen openlijk af te wijken van landelijke regelgeving.
Inspraak is wel mogelijk. Achter de schermen, opbouwend. Grote steden krijgen meer gedaan dan kleine gemeenten. Alleen de drie grote steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag – zouden daadwerkelijk een autonome koers kunnen varen. De enige die af en toe openlijk verkondigt dat binnen de gemeentegrens bepaald landelijk (lees ‘rechts’) niet opgaat, is ‘de republiek Amsterdam’. Dan volgt doorgaans een telefoontje van het ministerie. Weet de gemeente hoeveel subsidie ze van het rijk ontvangt? Dan houdt de stad zich weer even koest. Of koketteert de gemeenteraad met symbolische maatregelen.
Consensus
Geert van Istendael kent u ongetwijfeld. Bent u ook bekend met James Kennedy, de Amerikaans-Nederlandse historicus die sinds 2003 aan Nederlandse universiteiten doceert? Het valt hen telkens weer op hoeveel belang Nederlanders hechten aan consensus. Nederland kent geen eenheidscultuur. Het was een land van minderheden. Wat dat betreft past het dat wij, sinds de invoering van evenredige vertegenwoordiging en algemeen kiesrecht, altijd minimaal tien partijen in de Tweede Kamer hebben gehad.
Om ondanks de verschillen de boel bij elkaar te houden, wordt altijd gezocht naar een kleinste gemene deler. Dat waar iedereen het over eens is. Consensus. Keerzijde: is die consensus eenmaal gevonden, dan mag daar absoluut niet meer aan getornd worden. Afspraak is afspraak.
SP, PVV en Forum
Het probleem met partijen als de Socialistische Partij (SP), de PVV van Geert Wilders en Forum voor Democratie (FvD) van Thierry Baudet is niet dat ze afwijkende geluiden vertolken. Ze weigeren om, nadat iedereen zijn zegje heeft gedaan, zich te schikken in de uiteindelijke consensus. Vergelijk dit met de twee orthodox-protestantse partijen, ChristenUnie (CU) en SGP. Uiterst gering deel van het electoraat, een bijbelvastheid waar de doorsnee-Nederlander niks mee heeft. Maar ze houden zich wel aan gemaakte afspraken. En worden daarom gewaardeerd door andere partijen.
Belgische partijen lijken eerder de verschillen te benadrukken. En constant manieren te zoeken om terug te komen op afspraken. Zelfs als ze samen een coalitie vormen. Nederlandse politici gruwen daarvan.
Tenminste, die van ‘boven de rivieren’. Plaatselijke en provinciale politici in Limburg en Noord-Brabant hebben meer gemeen met Belgische collega’s. Gemeenten in deze provincies worden soms op de korrel worden genomen door het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Ondeugdelijk bestuur’, volgens ‘Holland’. Wilt u nog bij Nederland?
Vragende partij
De Wever lijkt bekend met het verschil tussen Nederland boven en beneden de rivieren. Wellicht sprak hij daarom van confederatie van Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Limburg en Noord-Brabant zouden dan het Zuiden kunnen verkiezen. Krijgen we dan één grote provincie Limburg, of wordt het West-Limburg en Oost-Limburg?
Nederlanders hebben geen hekel aan hun land. De blinde vaderlandsliefde van Fransen of Amerikanen wekt op de lachspieren, maar verder zijn we blij met hoe het bij ons is geregeld. Sterker: we beschouwen ons periodiek als voorbeeld voor andere landen. ‘Nederland gidsland’. In de woorden van de huidige premier (campagne provinciale verkiezingen 2015): ‘Een waanzinnig gaaf land’.
De Vlamingen die pleiten voor samengaan met Nederland hebben een hekel aan hun land, of in ieder geval aan België. Wie zijn dan vragende partij?
Confederaal of federaal?
Nederlanders zijn gewend aan een eenheidsstaat. We kunnen nog begrijpen hoe een federatie in elkaar steekt, maar een confederatie?
Waarom bepleit de N-VA confederalisme? Omdat er dan geen hogere bestuurslaag is die Vlaanderen dingen kan opleggen. De Nederlander, gehecht aan consensus, vraagt zich af hoe je dan tot afspraken komt die voor iedereen gelden. Bij een federatie heeft de hoogste bestuurslaag tenminste het laatste woord.
Nederlandse provincies?
Als Nederlanders geen confederatie willen en Vlamingen geen federatie, blijft één optie over: de vijf Vlaamse provincies worden Nederlands. Dan zal het huidige aantal Tweede Kamerleden wellicht worden uitgebreid van 150 naar 200, en het aantal Eerste Kamerleden (senatoren) van 75 naar 100.
Wat zegt u? Dan is er geen sprake van een samengaan op basis van gelijkheid? Klopt. Nederlanders redeneren als volgt: “17 miljoen Nederlanders is een groter aantal dan 7 miljoen Nederlandstalige Belgen. Willen zij bij ons horen? Dan op onze voorwaarden!” Een zelfoverschatting die Nederland vaker punten kost bij internationale onderhandelingen.
De Vlaamse beweging ontstond omdat Vlamingen niet langer behandeld wilden worden als minderheid in België. Wat zullen Vlamingen zijn binnen de herenigde Nederlanden?
Wilt u nog steeds bij Nederland?
Samenwerking
Dan blijft er nog één mogelijkheid over: verregaande samenwerking. Dan kunnen Nederlanders en Belgen/Vlamingen ieder het eigen land besturen naar eigen inzicht, terwijl daarnaast gewerkt wordt aan wederzijds voordeel. Wel de lusten, niet de lasten. Komt het opiniestuk van Tweede Kamerlid Aartsen – lid van de grootste regeringspartij – daar niet eigenlijk op neer?
Staatkundig samengaan is niet onmogelijk. Als Nederlanders bereid zijn om toe te geven dat het ook anders kan dan zij gewend zijn. Als Vlamingen toegemoet komen aan de onaantastbaarheid van afspraken.
Het is ook mogelijk dat de PS waarde gaat hechten aan begrotingsdiscipline.