De VVD verkeert in grote problemen. De peilingen zijn dramatisch en de steun voor premier en partijleider Mark Rutte zakt zelfs in zijn eigen partij weg. Aan het einde van de tunnel gloort geen licht. Misschien is het ook geen tunnel, maar de rand van het ravijn.
Zeventien zetels voor de VVD peilde Maurice de Hond een week geleden. Een halvering vergeleken met de verkiezingsuitslag van 2021. Niet een incidenteel dieptepuntje zoals in eerdere jaren wel eens voorkwam, maar de voorlopige uitkomst van een lange glijvlucht die in de tweede helft van 2021 werd ingezet, tijdens de moeizame formatie van het huidige kabinet.
Aanbeland op een schamele tweede plaats, schamel omdat de koppositie is overgenomen door BBB die verzesendertigvoudigde: van 1 naar 36 zetels. Bijna net zo groot als de hele coalitie Rutte IV! Het einde van de zegetocht van BBB is nog niet in zicht. Zoals ook de neergang van de VVD nog niet voorbij lijkt.
GroenLinks en PvdA op de 3e resp. 4e plaats
Op twee zetels afstand van de VVD staat in de peilingen GroenLinks, 15 zetels. De groei van 7 zetels is vooral te danken aan de komst van teleurgestelde D66-kiezers. De PvdA komt uit op 12, een plusje van 3.
In sommige media worden de cijfers van GL en PvdA bij elkaar opgeteld alsof beide partijen al gefuseerd zijn, maar daar doen wij niet aan mee. In de provincies trekken groen en rood bepaald niet samen op. Bovendien, aan niets – behalve aan de bekende retoriek – is te zien dat een fusie aanstaande is. Gewoon twee aparte partijen dus voorlopig. Maar desalniettemin, de VVD zit wel heel dicht in hun buurt.
Om een VVD van 17 zetels te vinden moet je ruim 50 jaar terug. De tijd van Edzo Toxopeus en Molly Geertsema, wie kent ze nog? Een oneerlijke vergelijking overigens, want toen werd de vaderlandse politiek beheerst door de sociaaldemocraten en de christendemocraten: samen goed voor 100 zetels. Andere koek dan de 24 die PvdA en CDA nu samen in de Kamer bezetten.
De verdwerging van de PvdA en het CDA heeft zich in amper 15 à 20 jaar voltrokken. De PvdA, in 2003 nog goed voor 42 zetels in de Tweede Kamer, scoorde in 2012 – na twee niet zo goed verlopen verkiezingen – 38 zetels om vier jaar later weg te vallen naar 9 zetels. De paar zetels die de partij in recente peilingen erbij sprokkelt, stellen tegen deze achtergrond niets voor.
Bij het CDA hetzelfde verhaal. In 2003 nog 44 plekken in de Kamer, in 2012 weggesmolten naar 13 en na een licht herstel min of meer gestabiliseerd bij de verkiezingen van 2021, maar nu gepeild op een all time low van 7 zetels. Ook hier: geen enkel zicht op herstel. Stel je voor: de twee steunpilaren van de polderdemocratie, PvdA en CDA, in 20 jaar tijd circa 70 zetels kwijt!
VVD was trots op de neergang van PvdA en CDA
Tot voor kort werd de dramatische teloorgang van de PvdA en het CDA in VVD-kringen glimmend van trots aanschouwd. Immers, elke keer nadat PvdA of CDA aan een kabinet van Rutte deelnam leden ze enorm zetelverlies. Alle kritiek en wansucces bleef aan hen plakken en de VVD bleef fier overeind.
Het gaf aan Rutte een imago van onaantastbaarheid. ‘Onze Mark’ eet de concurrentie op, zei de achterban zwijmelend en legde de man nog minder in de weg dan het al deed. Wat ze niet in de gaten hadden, was dat de neergang van PvdA en CDA niet kwam door een verondersteld kannibalisme van Rutte, maar doordat deze partijen alles wat hen voor de eigen kiezers herkenbaar en aantrekkelijk maakte inleverden voor regeermacht. Ze leverden hun identiteit in.
Rutte werd de identiteit van de VVD
Dat inleveren deed de VVD ook, maar daar hechtten VVD’ers niet zo erg aan. VVD’ers zijn ideologisch geen scherpslijpers. Bovendien stond tegenover de geringe herkenbaarheid van de partij in het kabinet het premierschap van hun eerste man. Dat was kennelijk voldoende om de VVD-achterban een goed gevoel te geven.
Heel veel ruimte voor een ander gevoel werd partij en kiezers ook niet gegund, want anders dan z’n benaderbare pose doet vermoeden, is Rutte een echte machtspoliticus en een control freak eerste klas.
Wanneer precies de stemming onder de VVD-kiezers begon om te slaan, is moeilijk aan te geven. Het rommelde al een tijdje, maar de functie-elders-affaire in april 2021 zal voor menigeen een kantelpunt zijn geweest. Zelfs de meest doorgewinterde fans van de premier moesten erkennen dat hij aan het manipuleren was geweest en er vervolgens nog eens uitgebreid over was gaan liegen. Het paste in een trend die velen lang hadden genegeerd.
Niet één succes
Vanaf dat moment is het bergafwaarts gegaan. De lange formatie van een kabinet dat niemand wilde, behalve Rutte die uitstraalde verschrikkelijk graag premier te willen blijven. De houdgreep waarin Sigrid Kaag hem nam. Het coalitieakkoord dat leest als het D66-programma. VVD-minister Van der Wal die radicaal en hardhandig als ware ze lid van D66 of zelfs GroenLinks, de boeren te lijf ging.
De ‘asieldwangwet’ van VVD-staatssecretaris Van der Burg. De bezuinigingen die schril contrasteren met de 28.000 miljoen euro die D66-minister Jetten aan irrealistische klimaatmaatregelen mag besteden. De zwakte van de VVD-ministers. Het getraineer rond de bouw van kerncentrales. Enzovoort en zo verder.
Betovering weg
En niet in het minst: Rutte lijkt zijn magic touch kwijt te zijn. De mislukte tactiek bij de Statenverkiezingen (‘linkse wolk’), de idiote beleidsverandering ‘remmen en versnellen’ (stikstof), de koude kermis in Brussel (asiel), vermoeid en afwezig bij de presentatie van het 50-puntenplan in Groningen (aardbevingsschade), zijn ongekende impopulariteit (samen met Kaag bungelt hij in alle lijstjes onderaan), etc.
Er is voor de VVD werkelijk niet één succes te melden. Erger: kiezer en partijbonzen zullen hebben vastgesteld dat de partij net zo identiteitsloos en inwisselbaar is geworden als (voormalige) coalitiepartijen PvdA en CDA.
De val van het kabinet is onafwendbaar ook al doet Rutte recent alsof de club weer op de rit staat.
De hardcore VVD-achterban, gehalveerd, stribbelt nog tegen en hoopt dat het kabinet de rit uitzit, maar je hoeft niet heel intelligent te zijn om te voorspellen dat ook deze steun de komende tijd zal verwateren. Elke maand die het kabinet weet te rekken, kost de VVD zetels in de peilingen.
De VVD is een lege huls geworden. Een applausmachine voor iemand die geen applaus meer wordt gegund. Een verkiezingsvehikel voor iemand die beter kan vertrekken. Je kunt de komende verwarring uittekenen. Waar staat de VVD voor? Wat wordt het programma? En waar wil de partij op koersen: weer in het kabinet of beter in de oppositie om te ‘herbronnen’ na 13 jaar machtsverslaving?
Het grootste obstakel zal het leiderschap zijn. Er is nooit toegewerkt naar een opvolger van Rutte. Dat was taboe. Klaas Dijkhoff zal niet snel terugkeren in de politiek, Edith Schippers blijkt toch niet de droomkoningin die men in haar zag. Annemarie Jorritsma zag kortgeleden wel vijf opvolgers onder de huidige bewindslieden, maar alleen met heel veel fantasie kom je dan op Dilan Yesilgöz. Prima mens, maar een opvolger?
Blijft Rutte bij gebrek aan beter?
Zo kan het gebeuren – paradox! – dat Rutte nog een tijdje mag blijven omdat hij zijn eigen opvolging onmogelijk heeft gemaakt. Hoe rampzalig wil je het hebben? Verkiezingen zullen de VVD marginaliseren. De achterban zal met heimwee terugkijken naar de 17 zetels die ze nu in de peilingen scoren. Kijk niet vreemd op als de VVD terugvalt naar het niveau waarop PvdA en CDA nu zitten, zo rond de 10 zetels.
Rutte, de man die een paar jaar geleden nog met hoofdletters in de vaderlandse geschiedenisboeken zou zijn bijgeschreven, nu voor altijd gekend als de man die koste wat het kost premier wilde blijven en daarvoor zelfs de partij die hem voortbracht, wist te ontdoen van alles wat de liberalen herkenbaar en aantrekkelijk maakt. Geen profiel, geen opvattingen, geen leiders, maar een kleurloze pap.
De VVD gaat de PvdA en het CDA achterna.