Peter Rudolf de Vries (1956 – 2021) Een ‘pitbull’ of een ‘bloedhond’ was hij, de fanatieke misdaadjournalist Peter R. de Vries. Als hij onrecht zag en het raakte hem, toonde hij grote betrokkenheid.
In zijn laatste aflevering van RTL Boulevard, waar hij geregeld zijn opwachting maakte als misdaadexpert, besprak Peter R. de Vries (1956, Aalsmeer) een rechtszaak over de moord op een kapper, die op 1 oktober 2019 doodgeschoten werd gevonden in zijn auto op een parkeerterrein in Duivendrecht, terwijl op de achterbank zijn dochter van veertien maanden zat. Dat deed De Vries met een uitgestreken gezicht en weinig emotie in zijn stem, zoals altijd als het om serieuze zaken ging. Hoewel hij na zijn item nog in de studio bleef, bemoeide hij zich niet met de andere onderwerpen – de Duitse les van Chantal Janzen, het afscheidsfeest van Gordon en de jurk van koningin Máxima. En na de uitzending ging hij, zoals altijd, direct weg, naar zijn geparkeerde auto. Deze klus was geklaard, hij had nog meer te doen.
Peter Rudolf de Vries, die de ‘R.’ gebruikte om zich te onderscheiden van naamgenoten, was geen lachebek, maar bij een vrolijke gebeurtenis brak er wel een glimlach door op zijn gezicht. Bijvoorbeeld toen hij vertelde over zijn gastoptreden als Miss Beautycase afgelopen mei in de ‘drag show’ Make up your mind, waarvoor hij een dikke laag make up en een extravagante jurk droeg. Hij vond het grappig om mee te doen aan het programma omdat hij er mensen mee kon verrassen – zoiets had niemand van hem verwacht. „Imago is ook dat wat je niet bent”, zei hij in het programma. Maar De Vries deed nooit iets alleen maar voor de lol. „Dit optreden had ook een maatschappelijk tintje”, zei hij er in het showbizzprogramma over.
Zijn imago, dat wist hij ook wel, was dat van een starre, hardwerkende en tikje arrogante man. Veel bekenden van de misdaadverslaggever gebruiken het woord „pitbull”, of, als hij het op iemand had gemunt, „bloedhond” – om de werkwijze van De Vries te omschrijven. De discipline die hij zichzelf oplegde, vroeg hij ook van anderen. Het kon hem enorm ergeren als mensen hun zaakjes slecht op orde hadden. Maar hij benijdde ook mensen die wel onbekommerd konden ontspannen, zegt Marco, een cameraman met wie De Vries sinds 1998 werkte. Vanwege de aanslag wil hij niet met zijn achternaam in NRC. „Na werk gingen zijn collega’s wel eens een biertje drinken, maar hij kon dat meestal niet.” Soms had hij last van harde muziek of moest hij per se nog mails beantwoorden. „Of hij had al bedacht om te gaan sporten, daar kon hij dan niet vanaf stappen. Als hij vond dat hij niet hard genoeg gewerkt had, gaf hij zichzelf wel eens straf. Moest hij tien kilometer extra fietsen.”
De Vries had een klein hartje, weet Marco, die herinneringen ophaalt aan een opname voor een misdaadprogramma in Suriname. De Vries raakt gefrustreerd omdat hij de tekst niet in een keer uit zijn hoofd kende, terwijl hij normaal „hele lange standuppers kon opboeren”. Tijdens die opname gooide hij uit woede zijn dure Ray-Ban-zonnebril kapot. „’s Avonds kwam hij met tranen in zijn ogen zijn excuses aanbieden: het spijt me dat ik me zo heb laten gaan.”
De laatste jaren leek De Vries haast nog meer emotioneel betrokken te zijn bij zijn zaken, zegt Marco, die hem al decennia voor zijn camera heeft. „Hij had vaker een bepaalde trek in zijn ooglid.”
On bended knee is no way to be free, liet Peter R. de Vries op zijn onderbeen tatoeëren. Het is afgeleid van de tekst die op de grafsteen van zijn vader staat: ‘Liever staand sterven dan op je knieën leven’. Op de sterfdag van zijn vader kreeg De Vries te horen dat die tijdens de oorlog in het verzet had gezeten. Hij zou bovendien twee Duitsers hebben geliquideerd.
Onverschrokkenheid is iets dat De Vries van hem heeft meegekregen, zei hij in 2018 in een gesprek met NRC. Het vastbijten in misdaadzaken, maar ook het herhaaldelijk bekritiseren van PVV-leider Geert Wilders, die hij onder meer beschuldigde van fascisme, zag De Vries als voorbeeld daarvan. Hij kreeg daar wel eens complimenten over van andere BN’ers, vertelde hij. Dat zij zichzelf niet uitspraken vond De Vries laf. Hoe kan zo iemand met zichzelf leven, vroeg hij zich af.
Vraag zijn kennissen en collega’s naar De Vries, en ze beginnen als eerste over zijn fanatisme. Zijn gedrevenheid was van een uitzonderlijk niveau, vinden mensen die hem kennen. Neem de zaak van Nicky Verstappen. Voor zijn SBS-programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever wijdde hij er tientallen afleveringen aan. Hij lobbyde voor nieuwe wetgeving die DNA-verwantschapsonderzoek mogelijk maakte. Met dat instrument werd een verdachte gevonden. In 2012 werd nog een andere cold case waar hij jaren aan werkte, opgelost met verwantschapsonderzoek: een DNA-match leidde naar de moordenaar van Marianne Vaatstra.
Focussen op feiten
Zijn grootste verdienste is zijn onverzettelijke doortastendheid, zei advocaat en goede kennis Gerard Spong tijdens een gesprek met NRC in 2018. „Tijdens zijn eerste tien tot vijftien jaar was hij erg bezig met systeemkritiek op het strafrecht. Van lieverlee, ook doordat hij programma’s ging maken, werd hij een soort privé-speurder.” Soms vonden mensen met wie De Vries samenwerkte dat hij zich erg liet leiden door zijn intuïtie, maar De Vries bleef altijd volhouden dat hij juist op feiten focuste.
Als hij tijd overhield besteedde hij die aan zijn familie, het beantwoorden van e-mails en sporten. Dat deed hij vijf keer per week, zei hij in het gesprek met NRC in 2018: fitness, bootcamp en wielrennen – minstens 40 kilometer. Altijd alleen, want hij hield niet van groepen. Alcohol dronk hij zelden, vrienden had hij nauwelijks. Wel had hij een omstreden vriendschap met Heineken-ontvoerder Cor van Hout tot die in 2003 geliquideerd werd. „Cor had me altijd door”, zegt de Vries erover in een recent interview met Vrij Nederland. „Ik vond het prettig door hem zo goed gezien te worden. Het maakte mij openhartiger dan ik doorgaans ben. Ook wel eens fijn.”
De Vries, kind uit een gereformeerd gezin van zes, zette zich als puber al af tegen zijn kleinburgerlijke omgeving. Hij maakte problemen op school, raakte betrokken bij winkeldiefstallen en knokpartijen. In De R van rebel, een boek over zijn jeugd uit 2013 schrijft De Vries dat hij onder andere omstandigheden misschien wel als crimineel was geëindigd. Over zijn drijfveren zei De Vries vorige maand in een interview met de Detective- en Thrillergids van Vrij Nederland dat het hem „enorm irriteert als gewone mensen het bos in worden gestuurd bij ernstige zaken”.
Geen rechtenstudie
Na zijn dienstplicht ging De Vries in dienst bij De Telegraaf, waar hij na een jaar over misdaad gaat schrijven. Hij bracht een hele rits true crime boeken uit, waarvan De ontvoering , over Alfred Heineken, de bekendste is. In 1995 kreeg hij zijn eigen tv-programma. In 2005 richtte hij de Partij voor Rechtvaardigheid, Daadkracht en Vooruitgang (PRDV) op, maar toen uit een opinie-onderzoek bleek dat hij niet zoveel draagvlak had – 41 procent van de ondervraagden moest zijn partij van hemzelf een waardevolle aanvulling op de politiek vinden, het was 31 procent – ging hij er niet meer door.Voor de buitenstaander leek de keuze om een partij op te richten misschien een bokkensprong, bekenden wisten allang dat hij niet alleen op het vlak van misdaad geëngageerd was. Nadat hij in 2012 stopte met Peter R. de Vries, misdaadverslaggever, bleef hij zich bezighouden met cold cases en was hij vertrouwenspersoon van verschillende nabestaanden van slachtoffers. Ruim vijf jaar geleden begon De Vries een carrière als voetbalmakelaar. De Vries was een aantal jaar directeur van De Vries & Kasem Advocaten, waar onder meer zijn zoon Royce als advocaat werkte. De Vries heeft geen rechtenstudie gedaan, maar droeg veel cliënten aan. Met dit werk stopte hij toen hij Nabil B., de kroongetuige in het Marengo-proces tegen zeventien verdachten onder wie Ridouan Taghi, bij ging staan. „Uit veiligheidsoverwegingen leek het ons verstandig mijn band met het kantoor te ontvlechten”, zei hij daarover in een recent interview met Vrij Nederland. Soms kreeg Peter R. de Vries kritiek op zijn vele – vaak betaalde – media-optredens over uiteenlopende onderwerpen, maar daar kon hij niets mee. Hij bereidde zich uitvoerig voor en vond zichzelf daarom ook geschikt. „Hij komt op veel mensen over als een arrogante betweter”, zegt zijn oud-cameraman Marco. „Maar hij wéét alles ook beter.”
Als misdaadverslaggever was Peter R. de Vries nauw betrokken bij zijn onderwerpen. Soms werd hij woordvoerder of vertrouwenspersoon van mensen over wie hij op tv berichtte, bijvoorbeeld bij de zussen Holleeder, de familie van Nicky Verstappen, en de familie Vaatstra.
Nabil B. benaderde De Vries vanwege zijn ervaring als misdaadverslaggever. De Vries voelde een morele verplichting om Nabil B. te staan, onder meer omdat het Openbaar Ministerie het volgens hem liet afweten. Hij was allang niet meer alleen journalist. „Ik ben een instituutje”, zei hij in 2018 tegen NRC.
In 2019 stuurde Taghi een persoonlijke boodschap aan Peter R. de Vries, nadat de misdaadverslaggever van de politie te horen had gekregen dat hij op zijn dodenlijst stond. „Dat is een regelrecht verzinsel”, schreef Taghi. „Pure onzin! Ik heb geen enkele reden om jou iets aan te doen. Je kunt gaan en staan waar en wanneer je maar wilt, zonder dat je ook maar enig gevaar van mij hebt te duchten.”
Jaarlijks een bloemetje
Nabestaanden van geweldslachtoffers met wie hij contact onderhield, zagen niet de serieuze mediaman De Vries, maar een warme empathische medestander. Hij voerde nog altijd correspondenties met nabestaanden uit het begin van zijn carrière in de jaren tachtig. Sommigen nam hij mee uit eten, anderen stuurde hij jaarlijks een bloemetje, bijvoorbeeld op de sterfdag van hun kind. De ouders van Tanja Groen, die in 1993 verdween, hielp hij de afgelopen maanden nog bij het inzamelen van tipgeld, in de hoop dat duidelijk wordt wat er met haar is gebeurd.
Ook Jack Keijzer, die zijn eerste zoon verloor aan een afrekening in het drugscircuit en zijn tweede zoon aan suïcide, had een warme band met De Vries. Soms vroeg Keijzer hem per mail om advies, vooral als het ging om de werkwijze van nabestaandenverenigingen waar hij bij betrokken was. „Hij reageerde altijd binnen 24 uur.” Als ze elkaar tegen het lijf liepen, gaf De Vries Keijzer steevast „een mannenknuffel”. „De man is in mijn beleving buitengewoon betrokken. Op tv was hij een soort ruwe bolster, maar emotioneel gezien was hij zo klein als een rups.”