Prinses Amalia geeft een verjaardagsfeestje in haar paleis, Boris Johnson geeft kerstfeestjes in zijn Downing Street 10. Hadden die mensen geen voorbeeldfunctie? En zo ja: waarom nemen wij hen als lichtend baken? “Als voorbeeldfiguren zich niet aan hun eigen normen houden, stuikt onze moraliteit in elkaar.”
De Nederlandse kroonprinses Amalia heeft haar achttiende verjaardag in stijl gevierd. Met een kasteelfeestje voor honderd man. Oké, de organisatoren houden het op twintig aanwezigen. In elk geval waren het er meer dan de vier die de Nederlandse coronaregels voorschrijven. De eenstemmige reactie: de prinses beschaamt haar voorbeeldfunctie. De “bij nader inzien was dit niet goed” van papa Willem-Alexander kon niet veel meer lijmen.
Amalia is niet alleen. In het Britse eersteministerhuis van Boris Johnson werd een coronakerstfeest gegeven, én werd daarover gelogen. Dichter bij huis vierden voetballers van Westerlo, Cercle Brugge en Oostende er vorig jaar op los. Net als Turnhoutse flikken. Of herinner u CD&V’ers Joachim Coens en Pieter De Crem die gezellig gingen lunchen toen dat niet mocht. En telkens zeggen we: “Tsss. En dat met hun voorbeeldfunctie.”
Privileges
Maar wat is eigenlijk een voorbeeldfunctie? Wie bepaalt wie ze heeft? En wat is het maatschappelijk nut ervan? “Er is om te beginnen een pedagogisch nut”, zegt cultuursocioloog Walter Weyns (Universiteit Antwerpen). “Je kan uitleggen welk gedrag verwacht wordt, wat de normen en de regels zijn. En we doen dat ook: op school, thuis, in het nieuws. Maar we spiegelen ons ook aan voorbeelden die tonen hoe het leven eruit hoort te zien. Aan figuren die sterkhouders zijn in bepaalde domeinen.”
“Als het gaat over sportiviteit, is het evident dat sportlieden die waarde belichamen”, zegt Weyns. “Het is even evident dat rechters zich onpartijdig tonen en geen felle meningen gaan spuien op Facebook. Mensen tot voorbeeld nemen is sociaal-psychologisch een noodzakelijke stap in de ontwikkeling van een eigen persoonlijkheid. Maar als die voorbeeldfiguren zich niet aan hun eigen normen houden, dan stuikt je moraliteit in elkaar. En dat zorgt voor cynisme en defaitisme. Het is perfect toepasbaar op de geldende coronaregels: waarom zou ik mij aan die regels houden, als onze leiders en idolen dat zelf niet doen?”
Kudde schapen
Het lijkt evident dat koningskinderen en politici een voorbeeldfunctie hebben. Maar wat met voetballers of zangers? Als je bekend wordt, teken je dan een soort contract met de samenleving dat je je als voorbeeld zal gedragen? “Impliciet wel”, zegt cultuursocioloog Peter Achterberg (Universiteit Tilburg). “Wie een bepaalde status heeft en op een voetstuk staat, krijgt daarmee ook vaak privileges. In Nederland mocht de voetbalcompetitie lange tijd doorgaan, terwijl kinderen niet mochten sporten. Dan kan je ook iets terugverwachten. Bepaald gedrag, bijvoorbeeld.”
Weyns: “Het hangt natuurlijk af van de grond van je bekendheid. Als je een rapper bent die bekendstaat als rebel en die iedereen beledigt, neem je een andere maatschappelijke rol op. Maar als je een charmezanger bent die het imago van ideale schoonzoon cultiveert, is dat anders. Als je dan zelf met vuile voeten door het leven stapt, beschaam je het vertrouwen van mensen, en demoraliseer je hen.”
“Vroeger dicteerden traditie en religie wat goed en slecht was. Nu in onze samenleving zoveel te kiezen valt, worden mensen met een voorbeeldfunctie vanzelf belangrijk”
Blijft een vraag. Zijn wij dan echt een kudde schapen die alleen maar de weg kunnen volgen die enkele lichtende voorbeelden voor ons uitstippelen? “Ik geef les over een theorie die zegt dat we in onze tijden inderdaad onze koers afstemmen op voorbeeldfiguren en op de goedkeuring van anderen”, zegt Achterberg. “Vroeger dicteerden traditie en religie wat goed en slecht was. In een samenleving waarin zoveel te kiezen valt, kijk je constant rond. Wat is goed en wat niet? Wat kan en wat niet? Wie doet wat? Dan worden mensen met een voorbeeldfunctie vanzelf heel belangrijk.”