De roep om een basisinkomen – ‘gratis’ geld, zonder verplichtingen – is terug, nu veel werkenden het moeilijk hebben. Maar tegelijkertijd wordt er gewaarschuwd voor paniekvoetbal.
“Mensen belanden door de economische gevolgen van het nieuwe coronavirus op straat. Zelfstandigen zonder personeel (zzp) zitten in een klap zonder inkomen, net als flexkrachten voor wie geen werk meer is”, zegt Alexander De Roo, voorzitter van de Vereniging Basisinkomen. “En in Amerika zien ze dit op nog grotere schaal gebeuren.”
Daarom kreeg iedere Amerikaan van de overheid 1200 dollar om vrij te besteden. “Een soort noodbasisinkomen”, zegt De Roo. “En uit recent onderzoek blijkt dat 6 procent van de Amerikanen nu positiever tegenover een basisinkomen staat dan voor de crisis.” Zijn punt? “Deze crisis brengt de behoefte aan een basisinkomen – een maandelijks bedrag van de overheid voor iedere burger – in een stroomversnelling.”
https://www.rtlz.nl/z-zoekt-uit/video/5096636/basisinkomen-corona-rutte-kosten
ZZP-steun onvoldoende
Zo pleiten nu ook Nederlandse zzp’ers voor een basisinkomen. Zij vinden dat de huidige overheidssteun voor noodlijdende zzp’ers – een uitkering die het inkomen aanvult tot bijstandsniveau – niet volstaat. “Het probleem is”, zegt Martin Schuurman van belangenvereniging MKB Brandstof, “dat een zzp’er zijn actuele inkomen niet kan aantonen. Want hoe doe je dat terwijl jouw maandfactuur nog niet de deur uit is? En daardoor komen zzp’ers soms niet in aanmerking voor de uitkering.” Dus pleit hij voor een basisinkomen van duizend euro per maand voor alle zzp’ers, met of zonder inkomensverlies.
Ook zes andere belangenverenigingen voor zelfstandig ondernemers, uit onder andere de bouw en de kunstwereld, doen een dringend beroep op het kabinet om elke zzp’er die door het coronavirus omzetverlies lijdt, financieel tegemoet te komen. Zij vinden het oneerlijk dat alleen zelfstandigen van wie het inkomen tot onder het bijstandsniveau daalt in aanmerking komen voor financiële hulp.
Alexander de Roo zou het groter aanpakken. De echte oplossing voor een armoedeval zit volgens hem in een basisinkomen voor iedere Nederlander. “De economische gevolgen van de coronacrisis maken duidelijk hoeveel werkenden in Nederland zich na een maand al niet redden zonder inkomen. Om nog maar te zwijgen over de mensen met een uitkering voor wie het al jaren niet loont om een baan te zoeken. Bijna alles wat zij verdienen moeten ze afstaan. Waardoor ze er amper op vooruit kunnen gaan.”
Herschikking van geld dat er al is
Een basisinkomen kan uitkomst bieden, stelt hij. “Er zijn veel vormen te bedenken, maar ik pleit voor wat ik het basisinkomen 2.0 noem. Dat werkt als volgt: iedere Nederlander boven de 18 jaar krijgt elke maand 600 euro van de staat. Daar komt nog eens 600 euro per huishouden bovenop. Een alleenstaande volwassene heeft daarmee recht op 1200 euro per maand. Een samenwonend stel krijgt 1800 euro. En kinderen? Die krijgen maandelijks 300 euro.” De Roo: “Aan die bedragen zitten geen voorwaarden, je hoeft dus niet verplicht te gaan werken.” Boekhoudtechnisch is dat mogelijk, stelt het Nibud, het onafhankelijk budgetinstituut rekende het voorstel na.
Wie dat gaat betalen? “Voor 95 procent is het een herschikking van geld dat we al hebben”, zegt De Roo. “Je haalt alle heffingskortingen, uitkeringen en toeslagen weg. Als je het geld dat je daarmee bespaart, gebruikt voor een basisinkomen, is het te doen. Maar er zal ook dan nog een bedrag door de overheid moeten worden bijgelegd. Daarvoor zouden bijvoorbeeld de belastingen omhoog moeten”, zegt hij. Uit de berekening blijkt dat mensen met een laag inkomen er in koopkracht op vooruit gaan. Rijkere werkenden – mensen die meer dan twee keer modaal verdienen – gaan er gemiddeld 2 procent op achteruit.
Werken wordt er niet aantrekkelijker op
Het Centraal Planbureau (CPB) deed eerder al onderzoeken naar een aantal vormen van het basisinkomen. In juni komt zij met nieuwe resultaten. Volgens onderzoeker Patrick Koot blijkt uit de eerdere onderzoeken dat een basisinkomen de ongelijkheid verkleint. Maar ook dat het werken niet aantrekkelijker maakt, en dus mogelijk gepaard gaat met een daling in het arbeidsaanbod.
Volgens Koot is het lastig te zeggen hoe de voor- en nadelen van het invoeren van een basisinkomen in Nederland tegen elkaar afgewogen moeten worden. “Ten eerste omdat zo’n beslissing aan de politiek is. Ten tweede omdat er tientallen varianten te bedenken zijn en het basisinkomen nooit op grote schaal is getest.”
Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek van instituties aan de Universiteit Utrecht, is ook kritisch. “Er zit een verschil tussen maatregelen die nu, morgen en volgende week nodig zijn, en de economische- en sociale wetgeving voor de lange termijn. “Op korte termijn lijkt een onvoorwaardelijk inkomen voor mensen die nu geen inkomen hebben mij belangrijk om te vermijden dat ze in de armoede belanden. Maar het zou paniekvoetbal zijn om nu een hele systeemverandering door te voeren.”
Of de Nederlandse bevolking een basisinkomen ziet zitten, is ook maar de vraag. Uit een onderzoek van ING blijkt dat Nederlanders, wanneer zij er naar worden gevraagd, in eerste instantie overwegend positief zijn over een basisinkomen, maar zodra in detail wordt getreden over de voorwaarden, en met name de kosten, blijkt een minderheid voorstander.
<