Een veranderde van mening over het koningshuis.
Oude standpunt
‘De macht van het koningshuis is nihil. Het is voornamelijk franje. De leden van het Koninklijk Huis zijn het ijkpunt van de moraal. Als puber ging ik bij mijn grootmoeder op bezoek en daar lag altijd het blad Ons vorstenhuis. Uit pure verveling las ik dat door. Ik leerde ze kennen als blije en bevoorrechte mensen die alles goed doen. Braaf, saai en rechtvaardig.’
Het kantelpunt
‘Voor Elsevier moest ik in 1998 Pieter van Vollenhoven interviewen. Hij stond bekend als irritante kwast, blij dat hij in een gouden nestje was beland. Maar tijdens het gesprek liet hij doorschemeren dat hij het zwaar had gehad als eerste niet-adellijke Nederlander die met een Oranje trouwde.
‘Daarna besloot ik zijn biografie te schrijven. Hij was afwerend, maar toen ik zei dat ik het toch zou doen, stond hij me toe intimi te spreken die het echte verhaal kenden. De kloof tussen het ideale plaatje en de realiteit bleek enorm. Voor de schermen juichte iedereen Margriets keuze voor vers bloed toe. Achter de schermen werd Pieter genegeerd. Men vond het schandalig dat hij het hoofd op hol had gebracht van een prinses. Dat zei niemand in het openbaar, uit angst voor snob te worden versleten. Minister Luns noemde Margriet voortaan mevrouw van Vollenhoven.
‘Binnen de Oranje-familie heerste toch al een guerrillaoorlog, als nasleep van de Hofmans-affaire. Met rare taferelen als gevolg. Bernhard, Beatrix en Irene wilden niet dat Margriet de eer kreeg in Den Haag te trouwen. Het moest een besloten huwelijk in Baarn worden. Alleen Juliana was voorstander van Den Haag. Uit de notulen van premier Cals blijkt dat beide kampen hem bestookten met telefoontjes, soms vier keer op een dag. Uiteindelijk kreeg Juliana haar zin. Haar familie nam haar dat niet in dank af.
‘In 2007 dook ik samen met Daniela Hooghiemstra de archieven in om een bundel ooggetuigenverslagen van de eerste drie Oranje-koningen samen te stellen, Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren. Toen bleek opnieuw de kloof tussen de geschiedschrijving en de werkelijkheid.
‘Ik had op school geleerd dat koning koopman Willem I een zegen voor Nederland was geweest. Niet dat hij Nederland financieel aan de rand van de afgrond bracht. Of dat hij een tiran was, die met een domme en bloedige aanpak België verspeelde. Zonder hem waren België en Nederland misschien nog één geweest.
‘Willem II werd gechanteerd met zijn biseksualiteit. En Willem III was krankzinnig. We lieten onze teksten lezen aan drie hoogleraren, die bevestigden dat de feiten klopten. Professor Bornewasser vond alleen dat we geen ‘geen tact’ hadden door deze verslagen te publiceren. ‘Je mag de koning niet van zijn mantel ontdoen’, zei hij. Beatrix liet via de RVD weten niet blij te zijn met ons boek. Premier Balkenende schaarde zich achter haar. Een mediastorm volgde. Beatrix liet drie historici toe in het Koninklijk Huisarchief om wetenschappelijke studies naar de koningen te doen. Die concludeerden dat het nog erger gesteld was met de Willems dan ons boek had doen vermoeden.’
Nieuwe standpunt
‘De monarchie is een vernuftig toneelstuk waarbij alles anders is achter de schermen dan voor de schermen, zonder dat dat naar buiten komt. De Oranjes hebben driehonderd hovelingen onder zich die hen naar de ogen zien. Dat vervormt. Intussen is hun sociale macht oneindig. Intimi van de familie hebben een torenhoge status. Maar die status kan hun snel ontnomen worden. Wie met journalisten praat wordt ‘niet meer uitgenodigd’, zoals dat heet. Daardoor kunnen de Oranjes zich veel permitteren. Ze zijn charmant en hartelijk maar kunnen ook driftig en zelfs onbeleefd tegen hun personeel zijn, terwijl dat personeel niets terug kan doen. Naar verluidt zegt Beatrix soms: ‘Dat was mijn Russisch bloed’. Haar voorouder Anna Paulowna was de dochter van tsaar Paul de Waanzinnige, vandaar. Maar dan had Claus ook Russisch bloed. Minnie Mandemaker, kokkin van Drakensteyn, hield een dagboek bij over zijn tirannieke gedrag. Dat wordt binnenkort gepubliceerd door Fleur Jurgens.
‘Geld is de achilleshiel van de familie. Hofdames worden van oudsher niet betaald, ze krijgen alleen een bescheiden onkostenvergoeding. Om zeker te zijn dat ze de monarchie niet dienen uit winstbejag. Terwijl ze keihard werken. Dat laatste doen Willem-Alexander en Máxima ook, ze functioneren steengoed, dat moet gezegd worden; maar zij krijgen bij elkaar 1,3 miljoen euro per jaar, minstens drie keer zoveel als de Spaanse koning en zijn vrouw. Hun onkostenvergoeding bedraagt 5,5 miljoen euro per jaar. Waarvoor ze dat geld precies gebruiken is deels niet transparant, wat nodeloos argwaan wekt, omdat er al zoveel voor ze betaald wordt.’
Het effect
‘Er zit een tweeslachtigheid bij de Oranjes in hoe ze naar buiten treden en hoe ze binnen zijn. Die schizofrenie is zo sterk dat ik sindsdien de hele geschiedschrijving een beetje wantrouw. Ik geloof nu eerder dat extreme dingen verborgen kunnen blijven voor het publiek en dat er een totaal ander beeld naar buiten wordt gebracht.’