De Griekenland-reis van koning Willem-Alexander was niet alleen dom, maar staatsrechtelijk ook gevaarlijk.
Premier Rutte liet gisteren de brede rug zien waarachter de koninklijke familie kon schuilen. Hijzelf had als minister-president de vakantie van Willem-Alexander, Maxima en dochters naar hun Griekse huis in de Peloponnesos ‘verkeerd ingeschat’. “Ik heb te laat beseft, zeker na de persconferentie van afgelopen dinsdagavond, dat de voorgenomen vakantie, die paste binnen de voorschriften, niet langer te rijmen was met de oplopende besmettingen en de aangescherpte maatregelen”, zo liet Rutte aan de Tweede Kamer weten.
De koning keerde zaterdagavond terug, nadat hij vrijdag in een persverklaring had laten weten ‘geraakt’ te zijn door de felle reacties op het vertrek naar Griekenland.
De affaire begon vrijdag met een vliegtuigspotter die koning Willem-Alexander met zijn gezin zag vertrekken en erover een tweet verstuurde. De RvD weigerde eerst te zeggen waar ze naartoe gingen, het ging immers om een privé-aangelegenheid. Vicepremier De Jonge stond daarop tijdens de persconferentie met zijn mond vol tanden. Hij wist niet waar de koning was. Toen bleek dat hij met gezin voor vakantie in Griekenland zat, ontploften de sociale media. In overleg tussen kabinet en koning werd snel besloten de vakantie af te breken.
Kamerbreed onbegrip
Het gebeurde allemaal in een paar uur, maar de kwestie zal nog enige tijd nagalmen. Kamerbreed is er onbegrip over deze vakantiereis. Omdat die plaatsvond in de week waarin juist een lichte lockdown was afgekondigd.
Hoe kan het dat premier Rutte, die zelf de strengere maatregelen afkondigde, zich niet realiseerde dat het geen goed signaal is als de koninklijke familie afreist? De vraag rijst of het staatshoofd hiertoe misschien zelf heeft besloten en tegen een advies van Rutte inging? Een antwoord hierop zullen we nooit krijgen, dat valt onder het staatsgeheim.
Interessant is daarom de verklaring van de premier. Enerzijds schrijft hij dat volgens artikel 10 en 41 van de Grondwet gewaarborgd wordt dat alle reizen die de koning niet maakt vanwege zijn publieke functie, tot de persoonlijke levenssfeer horen. Over privé-reizen heeft het kabinet dus niets te zeggen. Maar vervolgens wijst Rutte erop dat voor artikel 41 het voorbehoud geldt dat altijd het openbaar belang in acht wordt genomen. En dát is het haakje waarop het kabinet kan ingrijpen, namelijk als het algemeen belang er niet mee is gediend.
In dit geval was dat algemeen belang in het geding, concludeert de premier. En omdat hij ministerieel verantwoordelijk is, had Rutte dus zelf eerder moeten besluiten dat het staatshoofd niet op vakantie mocht gaan.
Staatsrechtelijke discussie
Zo lijkt Rutte weer een gevoelige kwestie te hebben gladgestreken – voorlopig althans. Tegelijkertijd schuilt hierachter een diepgaande staatsrechtelijke discussie over de vraag hoe precies de verantwoordelijkheden tussen het staatshoofd en het kabinet zijn verdeeld. Dat is een onderwerp dat vaker onderwerp van discussie is, en ook zeker nog naar aanleiding van deze kwestie in de Kamer wordt besproken. Onder premier Kok en Balkenende was de staatsrechtelijke relatie met het koningshuis moeizaam. Het bracht de Tweede Kamer er zelfs toe de taak van het staatshoofd bij kabinetsformaties weg te halen.
Premier Rutte had de afgelopen jaren wel een goede relatie opgebouwd waarbij helder is dat Willem-Alexander vooral ceremoniële taken verricht. Toch blijft de ministeriële verantwoordelijkheid wringen. Met deze brief aan de Kamer laat Rutte zien dat hij pal staat voor de daden van het koningshuis. Tegelijkertijd heeft hij in dezelfde brief helder gemaakt onder welke voorwaarden Willem-Alexander een privéreis mag maken. Daarmee is de vrijheid van de koning ingeperkt en een staatsrechtelijke crisis voorkomen.