De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft een verzoek ingediend bij de staatssecretaris Cultuur en Media (Gunay Uslu, D66) om de omroep Ongehoord Nederland (ON) uit het publieke bestel te laten plaatsen, omdat ON zich niet aan de journalistieke code zou houden. Ik moet bekennen dat ik de uitzendingen van ON doorgaans niet bekijk, maar meen dat het gevaarlijk is om een omroep van de buis te halen.
Guikje Roethof (voormalig ombudsman van de NOS, en voormalig D66-Kamerlid) beweerde in NRC dat wanneer ON van de publieke omroep verdwijnt dat geen beperking oplevert van de vrijheid van meningsuiting of persvrijheid. Haar argument is dat ON immers een commerciële omroep kan worden. Terloops vermeldt ze dat de omroep dan alleen ‘de 3,5 miljoen euro per jaar’ misloopt. Zoals Syp Wynia stelt: ‘Dat is een vals narratief. Als het waar was kon de NPO zelf ook zonder alle NPO-voordelen, zoals een miljard belastinggeld.’ Het geeft te denken of Nederland überhaupt een publieke omroep nodig heeft.
Leugens en ondermijning
Er wordt gesteld dat ON onbetrouwbare of onjuiste informatie zou delen, waarbij het verschil tussen feiten en meningen niet duidelijk zou zijn. Er zou onvoldoende kritisch bevraagd worden door de presentatoren. Dat komt bij de NPO overigens met enige regelmaat voor, zo schrijft Martin Sommer in de Volkskrant. Toch wordt dit verwijt alleen tegen ON ingebracht.
Roethof verwijt ON, zonder voorbeelden te noemen, het verspreiden van leugens. Zij meent dat ON de publieke omroep ‘ondermijnt’ door het veelvuldig in twijfel trekken van ‘onafhankelijke journalistieke uitingen’ van de NOS. Moet wat de NOS publiceert onaantastbaar zijn, omdat die publicaties feilloos zijn? In elk geval meent ze dat de NOS-journalisten onafhankelijke journalistiek bedrijven, zonder enige politieke kleur of andere voorkeur.
Léonie de Jonge, politicoloog aan de RUG, vertelde tegen de Volkskrant dat de rol van de publieke omroep tegen het licht moet worden gehouden: ‘Ben je een doorgeefluik van informatie? Of een waakhond van de democratie?’ Maar die twee vragen hoeven geen tegenstelling te bevatten.
Pointer, een programma van de KRO-NCRV, concludeert op basis van haar onderzoek dat in 80 uitzendingen van ON gedurende een jaar tijd complottheorieën vrij baan hebben gekregen. Wat volgt is een ratjetoe aan cijfers en losse casussen, maar een gedegen overzicht ontbreekt. Zo stelt Pointer: ‘In 76 uitzendingen wordt het coronabeleid ter discussie gesteld.’ Dat lijkt me een journalistieke taak.
Vergezocht bezwaar
Vooral Pointers opmerkingen over ‘mannen in de dameskleedkamer’ zijn vergezocht. Pointer erkent dat het ‘misschien ook begrijpelijk’ is als vrouwen ‘zich wellicht niet op hun gemak voelen’ als een man (dus met penis) in de vrouwenkleedkamers doucht. Pointer haalt vervolgens een Schots onderzoek aan om aan te tonen dat er ‘geen enkel bewijs [is] voor de stelling dat vrouwen meer risico zouden lopen om door transvrouwen [BC: man wordt vrouw] lastiggevallen te worden, dan door andere vrouwen’. Pointer meldt dat het echter ‘vooral transgender personen zelf zijn die zich – met reden – onveilig voelen’. Daarmee wordt de discussie over de transgenderwet afgedaan als misinformatie en journalistiek-onwaardig.
Volgens Pointer hebben vooral Forum voor Democratie, en in mindere mate JA21, de PVV en Belang van Nederland tafelgasten geleverd. Arnold Karskens, voorzitter van ON, zegt daarop dat andere partijen wel zijn uitgenodigd, maar niet wilden aanschuiven. Dat blijken deze partijen bevestigd te hebben aan de ombudsman.
In hoeverre is het problematisch als een omroep een specifiek geluid laat horen? Die omroep is op basis van voldoende ledensteun in het publiek stelsel terechtgekomen. Daarnaast valt op te merken dat veel van de hierboven genoemde partijen buiten ON weinig spreektijd krijgen op de publieke omroep. Hoort de pluriformiteit die ON daarmee biedt niet juist bij een democratische rechtsstaat?
ON hoeft niet overheerst te worden door het gedachtegoed van GroenLinks. Christelijke ideeën domineren de EO en dus is het prima dat atheïsten daar ondervertegenwoordigd zijn. Daarvoor is het de Evangelische Omroep. Het bestel als geheel moet pluriformiteit laten zien; niet elke afzonderlijke omroep. Althans zo is het bedacht.
Beroof jezelf niet van het recht om aan te horen
De inhoudelijke vraag over de journalistieke kwaliteit van de omroep wordt hier niet behandeld. Waar het mij in de kern om gaat is het behouden van de open samenleving, met al haar vrijheden voor iedereen. Martin Sommer schreef dat politici en ombudsmannen zich niet zouden moeten bezighouden met deze casus: ‘De draad tussen gerechtvaardigd wantrouwen van de ijverige speurneus en de onthulling van een complot van Klaus Schwab is een dunne.’
Waar het om gaat is het volgende. Tijdens een debat in Toronto in 2006 verwees journalist Christopher Hitchens naar de klassieke werken The Age of Reason van Thomas Paine, On Liberty van John Stuart Mill, en Areopagitica van John Milton:
‘In one go, what they say is: it’s not just the right of the person who speaks to be heard. It is the right of everyone in the audience to listen and to hear. And every time you silence somebody you make yourself a prisoner of your own action, because you deny yourself the right to hear something.’
Maar moeten sommige uitingen niet verboden worden om mensen te beschermen tegen bepaalde haatzaaiende of kwetsende woorden? De vraag is dan wie er moet bepalen wat er wel en niet mag worden gezegd of geschreven, gelezen of gehoord. Hitchens:
‘Who’s going to decide – to whom do you award the right to decide which speech is harmful, or who is the harmful speaker, or to determine in advance what are the harmful consequences going to be that we know enough about in advance to prevent? To whom would you give this job? To whom are you going to award the task of being the censor?’
‘Van alle potentiële censoren, toch niet de overheid?’ zou Milton aanvullen. Toch niet de staatssecretaris?
Kritiseer ON met feiten en argumenten
Ik ben geen voorstander van een publieke omroep met al haar omroepen en programma’s bekostigd met belastinggeld. Maar als die NPO blijft bestaan, dan dient die ruimte te bieden aan de geluiden die de belastingbetaler wil horen. En het geluid van ON hoort daar dan, gelet op haar behoorlijke ledenaantal, bij, ongeacht of ze de waarheid of mis- of desinformatie verspreidt.
Het verbieden van uitingen omdat ze onwaar zouden zijn is problematisch. Wie zou daar objectief over kunnen en mogen oordelen? ON vervult een rol in het medialandschap. Wie de uitzendingen van ON walgelijk vindt moet niet pleiten voor het verwijderen van ON uit het bestel, maar moet uitspraken en gedragingen met feiten en argumenten bekritiseren.