Bij de bespreking van de begroting van het Koninklijk Huis wordt elk jaar de pracht en praal ter sprake gebracht: het zeilschip de Groene Draeck, de Gouden Koets, de paleizen Soestdijk, Noordeinde en Huis Ten Bosch en de koninklijke entourage. Dit gebeurde ook op 27 oktober 2016, toen de ‘Begroting Koning’ als onderdeel van de begroting van het ministerie van Algemene Zaken werd besproken. Uiteraard kwam ook de recente ophef naar aanleiding van de berichtgeving van RTL Nieuws ter sprake. Hierin werd gesuggereerd dat het Koninklijk Huis gecompenseerd wordt voor de vermogensbelasting die betaald moest worden na de stelselwijziging van 1972.
Onafhankelijk onderzoek
Terwijl de Tweede Kamer in Den Haag discussieerde over de kosten van het koningshuis, brachten Willem-Alexander en Máxima een streekbezoek aan Almelo en Noordoost Twente. De koning wilde niets zeggen over de commotie naar aanleiding van de vermeende compensatie voor de door hem betaalde vermogensbelasting. Willem-Alexander vond dat die discussie in het parlement moest plaatsvinden.
Premier Rutte zei dat hij geen bewijzen van een belastingdeal met de Oranjes had gevonden en kondigde een onderzoek aan. De premier kon nog niet vertellen hoe de commissie samengesteld zou worden. Hij gaf wel de garantie dat dit onpartijdig zou gebeuren. In de Tweede Kamer vroegen vooral Ronald van Raak (SP) en Alexander Pechtold (D66) om meer transparantie over de kosten van het Koninklijk Huis. Mark Rutte (VVD) voelde er echter weinig voor om de systematiek te wijzigen. Hij verwees naar de aanpassingen in 2009 en het feit dat hij vorig jaar nog verduidelijkingen in de begroting had aangebracht.
Bescherming Rutte
“De Oranjes wonen in een glazen huis en er moet meer duidelijkheid en transparantie komen,” zei Jeroen Recourt (PvdA). Het CDA vond dat de premier de discussie aanwakkerde door een nonchalante houding. D66-leider Alexander Pechtold zei dat Mark Rutte de positie van de koning onnodig kwetsbaar maakte. Hij was verbaasd over de uitspraak die de premier onlangs deed tijdens een persconferentie. Rutte vertelde toen dat hij navraag had gedaan bij de koning en zijn moeder en dat ze allebei zouden hebben gezegd niets te weten van een belastingdeal. “Over wat de koning denkt en voelt, hoor je als minister-president niets te zeggen,” zei Alexander Pechtold. In de Tweede Kamer moest de premier zich lang verdedigen tegen Kamerleden die vonden dat hij het koningshuis had verdedigd. De premier vertelde dat hij dat nodig had gevonden, omdat het koningshuis onnodig in diskrediet was gebracht na de uitzending van RTL.
Toelage Amalia
Zodra Amalia achttien jaar is krijgt de prinses een toelage van ongeveer anderhalf miljoen euro. Deze toelage bestaat uit een inkomstenbestanddeel en een bijdrage in de kosten voor haar hofhouding, want zij moet zich dan als troonopvolgster voorbereiden op haar toekomstige functie. Veel Kamerleden vinden het bedrag dat zij dan ontvangt als inkomen veel te groot. Premier Rutte maakte ernstig bezwaar tegen de populistische kreet ‘zakgeld’ die in dit verband – ook in de Tweede Kamer – vaak viel. De premier verwees naar de afspraak die hierover in 2008 in de Tweede Kamer was gemaakt, want toen werd de hoogte van de toelage voor de kroonprinses vastgesteld. In tegenstelling tot GroenLinks, SP en D66 wilde Mark Rutte geen nieuwe discussie over de hoogte van de vergoeding.
Begroting
Het eigenlijke onderwerp van het debat, de beoogde uitgaven van het Koninklijk Huis in 2017, kwam nauwelijks ter sprake. Mogelijk komt dit doordat deze kosten nauwelijks gespecificeerd worden. Zo zijn de kosten voor beveiliging niet gespecificeerd. Zelfs het totaalbedrag van de aanzienlijkste post op de begroting is niet bekend. Wel weten we de jaarsalarissen van koning Willem-Alexander (900.000 euro), koningin Máxima (343.000 euro) en prinses Beatrix (490.000 euro). Prinses Amalia krijgt vanaf haar achttiende jaar 250.000 euro. Daarnaast zijn er functionele kosten. In het komend jaar zal ongeveer 28 miljoen euro worden uitgegeven aan: personeel (18 miljoen), onderhoud auto’s, koetsen en paleizen (8,2 miljoen), vliegkosten (894.000) en onderhoud terreinen (300.000). Dat zijn de kosten die rusten op de begroting van Algemene Zaken.
Daarnaast zijn er nog kosten die samenhangen met het koningshuis, maar die betaald worden door andere ministeries. Die kosten worden voor volgend jaar geschat op 5,7 miljoen euro en bestaan uit de kosten van het Kabinet van de Koning (2,4 miljoen), de Rijksvoorlichtingsdienst (1,5 miljoen) en het Militair Huis (1,8 miljoen). Maar er zijn nog veel meer kosten die we niet weten: denk aan het onderhoud en de bezetting van de Groene Draeck en de extra inzet van ambtenaren, leger en politie bij manifestaties en bezoeken.
Stelselherziening
Premier Piet de Jong begreep aan het begin van de jaren zeventig dat teveel openheid over de kosten het draagvlak voor de monarchie zou verkleinen. Hij koos daarom voor een verdeling van de kosten over verschillende departementen. Dat De Jong daarmee de koninklijke familie in bescherming nam, hebben ze misschien nooit begrepen. Aan het einde van de jaren zestig teerde de koninklijke familie in op haar vermogen. De kosten waren hoger dan de opbrengsten. Er moest een nieuwe regeling komen. Bovendien wilde de politiek dat de Oranjes belasting gingen betalen. Piet de Jong stelde een waardevaste toelage voor hun dagelijkse uitgaven en huishouding voor. De kroondomeinen gingen naar de Staat en de Staat zou verantwoordelijk worden voor het onderhoud van de paleizen. Over de opbrengst van het privé-vermogen zou vermogensbelasting betaald gaan worden. De besprekingen om tot een stelselherziening te komen duurden jaren en de irritatie bij de Oranjes over de nieuwe belasting liep zo hoog op, dat premier De Jong na zijn vertrek geen Minister van Staat mocht worden.
Rapport Van Baalen
Staatsbezoek president Soeharto De Nederlandse regering heeft geen geheime belastingdeal met het koninklijk huis gemaakt. Minister-president Mark Rutte nam op 1 december 2017 op het ministerie van Algemene Zaken het rapport van het historisch onderzoeksteam onder leiding van Carla van Baalen in ontvangst. Dit rapport kreeg de titel ‘Het inkomen van de Koning’.
Het inkomen van de Koning
Rapport van het historisch onderzoeksteam onder leiding van prof. dr. Carla van Baalen over de totstandkoming en ontwikkeling van het financieel statuut van het koninklijk huis (1972).