Waar veel Nederlanders somberen over de economie en hun toekomst, zit het met de koopkracht van de koning volgend jaar wel snor. In de begroting voor volgend jaar is voor hem een grondwettelijke uitkering opgenomen van 998.000 euro.
Dat betekent een plus van 5,2 procent, duidelijk hoger dan de doorsnee koopkrachtstijging van 0,8 procent die het Centraal Planbureau heeft berekend.
Ook Máxima erop vooruit
Voor koningin Máxima staat een bedrag van 396.000 euro in de boeken. Dat is 5 procent meer dan in de begroting van 2019 werd opgenomen.
Voor de gepensioneerde voorganger van de huidige koning, prinses Beatrix, trekt het kabinet volgend jaar 564.000 euro uit, ook 5 procent meer dan in 2019.
Amalia krijgt eigen uitkering
Bijzonder volgend jaar is dat de opvolger van de huidige koning, kroonprinses Amalia, daadwerkelijk een uitkering gaat ontvangen, omdat zij 18 jaar wordt.
Sinds 2017 worden voor haar bedragen opgenomen in de begroting, ook al worden deze nog niet aan haar uitgekeerd. Pas als ze in december 2021 de 18-jarige leeftijd bereikt, wordt dat anders.
Het kabinet voorziet dat de prinses dan 20.000 euro tegemoet kan zien voor het deel van 2021 dat ze 18 is. Genoeg budget dus voor het tussenjaar van de prinses.
Als ze heel 2021 al die leeftijd zou hebben, zou ze 296.000 aan uitkering hebben gekregen.