Nadat het toerisme én de lokale economie in het voorjaar murw geslagen werden door een bijzonder strenge nationale lockdown, besliste de Madrileense regiopresidente Isabel Díaz Ayuso (42) vorige zomer dat de horeca in de Spaanse hoofdstad voortaan kost wat kost open moest blijven. Die aanpak levert de rijzende ster van klassiek rechts gisteren een klinkende overwinning op in de belangrijke en zwaar gepolariseerde regioverkiezingen in Madrid. Zelden was de link tussen een uitgesproken politiek-maatschappelijke keuze en een verkiezingsresultaat zo duidelijk.
Ze groeide de voorbije weken min of meer uit tot de patroonheilige van de Madrileense horeca. De slogan Yo con Ayuso — Ik steun Ayuso — sierde menige Madrileense tapasbar, en hier en daar doken er zelfs pizza’s ‘Madonna Ayuso’ op. Afgelopen zondag werd ze ook luidkeels toegejuicht in de Madrileense arena Las Ventas, nadat daar voor het eerst in ruim 400 dagen nog eens een corrida (stierenvechten, nvdr) had plaatsgevonden. Voor een beperkt publiek weliswaar. Gisteren plaatste Ayuso de kroon op het werk: volgens de laatste exitpolls zou de Partido Popular haar zetelaantal in het Madrileense regionale parlement zomaar eventjes verdubbelen.
Fervente voorstanders, rabiate tegenstanders
Niets liet enkele jaren geleden vermoeden dat de jonge veertigster — die een diploma journalistiek op zak heeft — in ijltempo tot het nieuwe boegbeeld van klassiek rechts zou uitgroeien. Ze draait weliswaar al een tijdlang mee in de Partido Popular (PP), maar toen ze het twee jaar geleden tot nieuwe regiopresident van de hoofdstedelijke regio Madrid schopte, moest Ayuso daarvoor flink wat water in de wijn doen. Enkel dankzij een coalitie met het liberale Ciudadanos én het extreemrechtse Vox kon Ayuso in de regio Madrid — goed voor net geen 7 miljoen inwoners — de socialistische PSOE van de macht houden.
Twee jaar later oogt het plaatje volledig anders. Zoals de kaarten gisterenavond lagen, zag het er naar uit dat ze in de Spaanse hoofdstad een spectaculaire verkiezingsoverwinning zal behalen. Op nog geen twee jaar tijd heeft de rechtse politica in Spanje evenveel fervente voorstanders als rabiate tegenstanders verzameld. Daar zit haar eigenzinnige aanpak van de coronapandemie voor heel veel tussen. Die sloeg in het voorjaar van 2020 ook in Spanje ongenadig hard toe, waarop de centrale regering al snel een strenge nationale lockdown afkondigde.
Toen bleek dat de Madrileense ziekenhuizen en bejaardentehuizen over ruim onvoldoende capaciteit beschikten om de toestroom aan covid-patiënten op te vangen, besloot Ayuso eind maart 2020 al een noodhospitaal op te richten in de stad. Met de hulp van een aantal grote bedrijven verrees er in Madrid op enkele dagen tijd een tijdelijk ziekenhuis met een oppervlakte van 35.000 vierkante meter, dat plaats bood aan 1300 zwaar zieke covid-patiënten. Nauwelijks enkele weken later, toen de pandemie in Spanje dagelijks nog honderden slachtoffers eiste, liet ze zich opmerken met een pleidooi om ‘Madrid te openen’. Daarbij vroeg ze vooral meer aandacht voor de economische gevolgen van de lockdown.
‘Laks’ Madrid
Toen het virus ook in Spanje afgelopen najaar opnieuw aan een sterke opmars begon, weigerde de regiopresidente om de hele stad in lockdown te doen gaan. Een aantal zwaar getroffen districten – vooral in de armere buitenwijken van de stad – gingen wél in quarantaine. Ayuso oogstte toen vanuit linkse hoek felle kritiek, niet in het minst nadat ze had verklaard dat vooral de levensstijl van de vele Latijns-Amerikaanse migranten in die armere wijken de pandemie opnieuw vleugels gaf.
Toen de centrale regering onder leiding van socialistisch boegbeeld Pedro Sánchez begin oktober wilde ingrijpen — en daarbij de hele stad én een hele rist voorsteden onder een strenge lockdown plaatste — trok het Madrileense regiobestuur prompt naar de rechtbank. Die gaf Ayuso grotendeels gelijk, en oordeelde dat het opgelegde verbod om de stad te verlaten onwettig was. Die beslissing pookte het al langer sluimerende conflict tussen de regioregering enerzijds en het centrale gezag anderzijds nog wat verder op, waarbij ook de media niet nalieten om de perceptie van het ‘lakse’ Madrid verder te voeden.
Aanpak op maat
Toen Spanje de voorbije maanden getroffen werd door een derde golf weigerde Ayuso opnieuw zich aan te sluiten bij de harde algemene maatregelen die zowat overal in Spanje van kracht waren. Ze opteerde daarentegen voor een aanpak op maat, en voor precisiemaatregelen in welbepaalde buurten en wijken. Daar mochten bewoners hun wijk of dorp enkel om essentiële redenen nog in of uit, terwijl de overgrote meerderheid van de Madrilenen relatief veel vrijheid bleven genieten. Zo bleven de bars en restaurants op de meeste plaatsen in de stad gewoon tot 11 uur ’s avonds open, en verliep ook het sociale leven er min of meer normaal.
Die aanpak leverde de rijzende ster van conservatief Spanje hier en daar al het etiket ‘Trumpiaans’ op, maar de Madrileense horeca hoorde je niet bepaald klagen. De tot ’s avonds geopende terrasjes lokten zelfs heel wat feestvierders vanuit Frankrijk. Critici van het beleid voorspelden dat de soepele aanpak binnen de kortste keren tot een instorting van de Madrileense gezondheidszorg zou leiden. Ayuso zelf bleef op haar standpunt: een volledige harde lockdown zou te veel inwoners van de Spaanse hoofdstad in de armoede storten, waardoor de remedie dus wel eens erger zou kunnen blijken dan de kwaal.
De waarheid lijkt vandaag ergens in het midden te liggen: met 384 covid-gevallen per honderdduizend inwoners scoort Madrid inderdaad een stuk slechter dan het Spaanse gemiddelde, dat vandaag rond de 230 gevallen schommelt. Ook de covid-mortaliteit lag in Madrid een stuk hoger dan het Spaanse gemiddelde. Daar staat tegenover dat ook Barcelona, die andere Spaanse grootstad waar de maatregelen al een jaar lang veel strenger zijn, het met zowat 300 gevallen per honderdduizend inwoners ook niet echt schitterend doet. Wellicht speelt de grootstedelijke context — met heel wat dichtbevolkte en verpauperde randgemeenten — in beide gevallen een belangrijke rol. En wie de cijfers van Madrid op dit moment met die van ons land vergelijkt, kan enkel maar vaststellen dat België met een incidentie van 400 gevallen per honderdduizend inwoners zelfs vandaag nog een heel stuk slechter presteert dan Madrid. Terwijl de cafés en restaurants in ons land intussen al bijna zes maanden gesloten zijn.
Libertad
Een van de meest opvallende beelden uit de uitermate gepolariseerde kiescampagne in Madrid is dat van Isabel Díaz Ayuso die op haast elke verkiezingsmeeting spreekt met de slogan Libertad — vrijheid — op de achtergrond. Afgaande op de eerste voorlopige uitslagen van gisterenavond lijkt het er sterk op dat haar eerder flexibele aanpak van de pandemie haar politiek niet bepaald windeieren heeft gelegd. Dit kan, zo vrezen zowel links als de voorstanders van een harde aanpak van de pandemie, de doos van Pandora in heel Spanje openen. Burgemeesters en lokale politici zullen wel tweemaal nadenken alvorens nog tot nieuwe harde maatregelen te beslissen.
Maar ook op nationaal vlak zal de overtuigende winst van rechts in de hoofdstad wellicht niet zonder gevolgen blijven. Het staat nu al in de sterren geschreven dat Ayuso, dankzij haar immense populariteit, een behoorlijke kans maakt om op termijn ook het nationale leiderschap van de Partido Popular over te nemen en de PSOE ook nationaal het leven zuur te maken met haar alternatieve aanpak. Bovendien won ze de verkiezingen nadat ze eerst Ciudadanos — haar liberale bondgenoten in de Madrileense deelregering — de wacht aanzegde en vervolgens ook een ongemeen harde kiesstrijd uitvocht met Pablo Iglesias, het nationale boegbeeld van het extreemlinkse Unidas Podemos.
Iglesias maakte als vicepremier deel uit van de huidige Spaanse regering van Pedro Sánchez, maar besloot een maand geleden uit die regering te stappen om regiopresident in Madrid te worden. Dat dit hem — na 26 jaar rechtse dominantie én een nooit eerder geziene pandemie — nu niet gelukt is, zal ongetwijfeld blijvende sporen nalaten. Dat Ayuso en haar Partido Popular nu in Madrid wellicht opnieuw met het extreemrechtse Vox in zee zullen gaan en dat ook de centrumlinkse PSOE in de klappen deelde, zal de pil zo mogelijk nog een stuk bitterder doen smaken.