De Catalanen leren, net als de Grieken vóór hen, wat ze van de EU kunnen verwachten. De Spaanse regering, nu geleid door de sociaal-democraten, laat zien dat je het rechtssysteem van de EU (voor zover dat er nog is) kunt tarten, vooral wanneer het de belangen van het EU-regime dient. Je kunt zelfs eisen dat twee gerenommeerde VN-experts worden ontslagen vanwege hun vernietigende rapport over het verloop van gerechtigheid in Spanje, de socialistische heilstaat van de Europese Unie.
Afgelopen woensdag heeft de werkgroep van de Verenigde Naties voor willekeurige detentie, de United Nations Working Group on Arbitrary Detention, een rapport uitgebracht waarin de “onmiddellijke” vrijlating wordt geëist van drie Catalaanse leiders die strijden voor onafhankelijkheid: Jordi Sànchez, Jordi Cuixart en Oriol Junqueras.
De samenstellers van hetrapport van de VN-groep beschouwen de detentie en gevangenisstraf van de drie genoemde personen als een schending van de fundamentele rechten van de mens, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting, en zij roepen op tot compensatie voor alle drie personen.
Ben Emmerson QC, de Britse advocaat die de drie gevangengenomen Catalaanse leiders vertegenwoordigt, zei: “Deze beslissing zou een keerpunt moeten zijn in het Spaanse beleid ten aanzien van Catalonië. Spanje handelt in flagrante schending met het internationale recht en het werd door het VN-orgaan met de ultieme autoriteit over de kwestie van willekeurige detentie opgeroepen.”
Emmerson is gespecialiseerd in mensenrechten en internationaal strafrecht en is verschenen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, het Internationaal Strafhof in Den Haag en het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië.
De Spaans-socialistische regering neemt het niet zo nauw met mensenrechten. Nog diezelfde avond gaf zij een verklaring uit die twijfel zaaide over de “onpartijdigheid” en “onafhankelijkheid” van het rapport. Daarin werd namelijk de “onmiddellijke” vrijlating van drie Catalaanse leiders opgeëist.
De verklaring werd uitgegeven door de het hoofd van de regering, premier Pedro Sánchez, en die verklaarde dat het “bijzonder ernstig” is dat het rapport werd gepubliceerd “kort vóórdat de zaak tegen de verdachten in het Hooggerechtshof is afgelopen”.
“Het is een trieste omstandigheid die kan worden geïnterpreteerd als inmenging in de lopende strafzaak.” Het verzocht ook de functionarissen die belast zijn met het toezicht op de werkgroep “de nauwkeurigheid, onafhankelijkheid en gelijkmoedigheid van hun werk te versterken en waakzaam te blijven bij het onder ogen zien van pogingen tot manipulatie en verkeerde informatie waaraan zij mogelijk zijn blootgesteld.”
Je zou je kunnen afvragen waarom zij, de VN-onderzoekers, de onpartijdigheid van de rechters van het Hooggerechtshof die het proces vóórzitten, niet in twijfel hebben getrokken. Velen van hen zijn door politieke benoemingen door de vorige rechtse partij van de Partido Popular op hun stoel terechtgekomen. Zonder commentaar vanuit Brussel overigens, terwijl de Europese Commissie de benoemingen van rechters in Hongarije terstond veroordeelde.
De advocaat van de verdediging voor twee van de beschuldigden, Andreu Van den Eynde, reageerde op het verslag van de werkgroep op de Catalaanse radio en verklaarde: “Als de vrijlating van de gevangenen nu niet wordt bereikt, zijn alle andere opties uitgesloten.”
Hij voegde eraan toe dat nu het proces tegen de Catalaanse pro-onafhankelijkheidsleiders in het Hooggerechtshof ten einde loopt, “alle redenen voor hun vrijlating samenkomen”.
In antwoord op de bevestiging van de Spaanse openbare aanklager dat zij doorgaan met aanklachten tegen de beklaagden aangaande rebellie, waarop een gevangenisstraf van maximaal 25 jaar staat, zei Van den Eynde dat het “koppigheid” toonde als pogingen om hun positie te “rechtvaardigen” door “geen millimeter af te wijken.”
De Spaanse openbare aanklagers in het proces blijven volhouden dat de beschuldigden een strategie propageerden die “perfect gepland, afgestemd en georganiseerd” was om de grondwettelijke orde van Spanje te breken, met als doel de onafhankelijkheid van Catalonië te bereiken. Ze beschrijven dit als “patent opstand”, en dat deze opstand plaatsvond van 19 september 2017, via het Catalaans onafhankelijkheidsreferentum van 1 oktober tot uiteindelijk 27 oktober 2017, toen het Catalaanse parlement instemde met een verklaring van eenzijdige onafhankelijkheid.
Ondertussen begon afgelopen maandag in het Spaanse Hooggerechtshof een nieuwe fase in de berechting van de Catalaanse 12, met de daarop volgende drie dagen gewijd aan het tonen van honderden video’s van wat er gebeurde in de aanloopfase en tijdens het onafhankelijkheidsreferendum in 2017, de periode van de veronderstelde opstand.
Het Hof verbood advocaten van de verdediging om video’s of afbeeldingen te tonen ter ondersteuning van of die in strijd waren met de getuigenissen van de Spaanse politie, toen politiemannen zeiden dat zij die herfst geheel vreedzaam hadden gehandeld.
Het begon slecht toen de officieren van justitie als eerste hun pleidooi hielden en blijk gaven van een ernstig gebrek aan voorbereiding. Eén van hen, Jaime Moreno, zei tegen het Hof dat hij niet kon zeggen waar verschillende video’s die hij als bewijsmateriaal heeft aangeboden, zijn opgenomen, ondanks herhaalde verzoeken van de raadsman van de aangeklaagden. Moreno maakte fouten over de tijden en data waarop ze werden opgenomen, nadat ze in geen normaal chronologische volgorde of zonder geografische locatie werden getoond en waarbij een aantal werd herhaald!
Toen hij daarover werd ondervraagd door advocaten van de verdediging, antwoordde Moreno: “Ik zou graag willen zeggen dat het op een specifieke plaats is, maar ik weet dat niet precies.”
De voorzittende rechter, Manuel Marchena, nam notie van dit antwoord en het protest van de verdediging, maar stond toe dat de betreffende video werd bekeken zonder enige informatie over locatie, datum of tijd. De advocaten van de verdediging vroegen vervolgens dat, zelfs als aanklagers niet konden zeggen waar ze werden gefilmd, ze op zijn minst de opnamedatum zouden moeten vermelden, aangezien de video’s in een gemengde volgorde werden weergegeven.
Het antwoord van de aanklager was dat ze “werden gevraagd om een identificatie die niets gaat toevoegen aan wat de verdediging weet”. Met betrekking tot één video kon hij zeggen dat het “bij de CUP” was opgenomen, verwijzend naar het hoofdkantoor van de Partido Popular, en dat een ander beelden weergaf van “Hotel Avenida, van een protest op de plaats waar de politie verbleef”. Hij legde uit dat het niet hun bedoeling was om specifieke gebeurtenissen op deze locaties te bespreken, maar om een idee te geven van de “atmosfeer in alle stembureaus en op alle plaatsen”.
Hierop waarschuwde rechter Marchena de officier van justitie over het vermijden van een evaluatie. De verdediging drong aan op het “speciale belang” van het precies kunnen identificeren van videobewijs, zodat het vergeleken kon worden met de eerdere getuigenissen van de Spaanse politie, en voegde eraan toe: “… het is geen gril van de verdediging.” Rechter Marchena antwoordde dat er “geen obstakel” was dat door de rechtbank aan het verzoek werd voorgelegd, maar dat in plaats daarvan “het probleem […] is dat er tijden zijn dat deze informatie niet beschikbaar is [voor de aanklager]”. De aanklagers mochten vervolgens hun video’s blijven vertonen.
Terwijl de aanklager zijn videobewijs bleef vertonen, slaagden ze erin om sommige data en tijden helemaal verkeerd te krijgen. Een video toonde demonstranten die de hogesnelheidstreinen op het station Barcelona-Sants blokkeerden. Ze zeiden dat dit werd opgenomen op 3 oktober 2017. Eigenlijk werd het opgenomen op 8 november 2017. De rechter moest ook het tonen van video’s door openbare aanklagers twee keer stoppen.
Die namiddag presenteerde de verdediging haar lijst met voorgestelde bewijzen, en vroeg “uitdrukkelijk” dat afbeeldingen en video’s die het “geweld” van de Spaanse politie weergaven tijdens het referendum van 1 oktober, voor de rechtbank zouden worden getoond.
Hoewel de procureur-generaal er geen bezwaar tegen had de video’s te tonen zoals de verdediging dat eiste, voerden de advocaat-generaal en de “populaire openbare aanklagers”, die de fascistische partij Vox vertegenwoordigen, aan dat het tonen van de video’s niet nodig zou zijn.
Eén van de eerste video’s die getoond werden door de verdediging was een La Sexta TV-interview met Jordi Cuixart, een van de gevangen genomen pro-onafhankelijkheidsactivisten, waar hij openlijk “geweld en niet-democratisch gedrag” verwerpt. De aanklager had zich tot het uiterste ingespannen om Cuixart weg te zetten als iemand die aanzet tot geweld.
Een aantal getoonde films betrof Spaanse politionele acties op de dag van het onafhankelijkheidsreferendum, 1 oktober 2017, met beelden van politiegeweld tegen vreedzame kiezers en demonstranten op verschillende locaties in Catalonië. Het excessieve geweld kon naderhand rekenen op steun van de Europese Commissie, waarbij onze Spitzenkandidat Frans Timmermans de Spaanse politie prees om het gebruik van “proportioneel geweld” (tegen haar eigen – zelfs bejaarde en gehandicapte – burgers).
De beelden toonden o.a. de Spaanse Guardia Civli die de deur van een stembureau forceerde in Sant Julia de Ramis, waar de voormalige Catalaanse president Carles Puigdemont zou gaan stemmen. De Spaanse politie heeft enorme inspanningen geleverd, waaronder een helikopter, om, zonder succes, te voorkómen dat Puigdemont zijn stem zou kunnen uitbrengen.
In tegenstelling tot de aanklager kon team van de verdediging precieze achtergrondinformatie verstrekken voor elk van de video’s die ze hadden getoond, inclusief wanneer en waar elk van de video’s was gefilmd.
Morgen wordt van de verdediging verwacht dat zij hun slotargumenten naar voren brengen, inclusief welke aanklachten zij van elk van de 12 aanvechten. De verdediging zal hun samenvatting presenteren op 10 juni en vervolgens kunnen de beklaagden zich tot de rechtbank wenden.
In totaal heeft de Spaanse procureur-generaal gevangenisstraffen van in totaal 177 jaar geëist voor de 12 beschuldigde onafhankelijkheidsleiders, waaronder een gevangenisstraf van 25 jaar voor Oriol Junqueras, de vice-president op het moment van het referendum en de hoogste ambtenaar die voor het gerecht staat.
De aanklager heeft ook om 17 jaar gevangenisstraf gevraagd voor de parlementsvoorzitter destijds, Carme Forcadell, evenals voor activisten Jordi Sànchez en Jordi Cuixart, en een gevangenisstraf van 16 jaar voor oud-ministers Jordi Turull, Josep Rull, Dolors Bassa, Raül Romeva en Joaquim Forn. Ondertussen eist de privé-aanklager die de Vox-partij vertegenwoordigt 74 jaar gevangenisstraf voor de voormalige ministers en 62 jaar voor Sànchez en Cuixart.
We won the elections in Catalonia… but the "democratic" general secretary of the European Parliament considers that our voters are less respectable than the rest. Is this the real european democracy? We will to continue fighting for freedom, for human rights. And we will do it. https://t.co/LpqkLuz6wT
— krls.eth / Carles Puigdemont (@KRLS) May 29, 2019
Ondertussen blokkeerde de Raad van het Spaanse Parlement, voorgezeten door een parlementslid van de Socialistische Partij, vier van de gevangengenomen Catalanen die waren verkozen, om hun zetels in te nemen nadat ze toestemming hadden gekregen om in functie te worden gezworen. Het gelijkwaardige orgaan in de Senaat volgde dit voorbeeld door één van de beschuldigden, Raül Romevo, te schorsen nadat hij was verkozen en beëdigd.
Afgelopen woensdag belette het Europees nepparlement twee nieuw gekozen Catalaanse europarlementariërs, de voormalige Catalaanse president Puigdemont en Toni Comín, het gebouw binnen te komen – beiden zijn in ballingschap in België. Puigdemont, en ook voormalig minister Antoni Comín, kreeg meer dan een miljoen stemmen op de lijst Lliures per Europa (Vrijheid voor Europa) en werd zo verkozen tot een van de 54 Spaanse afgevaardigden voor het Europese parlement.
Volgens de bronnen van het Europees nepparlement mogen de twee leden van het Europees nepparlement pas binnen worden toegelaten als ze zich “effectief als EP-leden hebben geregistreerd”, met andere woorden dat ze naar Spanje moeten terugkeren om vervolgens in de bak te worden gegooid zodat zij hun functie van europarlementariër op zich kunnen nemen. Eerder had het Spaanse Hooggerechtshof toegestaan dat beiden konden deelnemen aan de EU-verkiezingen, nadat eerder de Spaanse kiescommissie had geprobeerd dat tegen te houden.
Andere nieuw verkozen Spaanse parlementsleden, ook Catalaanse, mochten woensdag het gebouw wel gewoon binnen, maar dat besluit werd later weer ingetrokken..
Begrijpt u het nog?
Puigdemont noemde het besluit van het Europees nepparlement een “smerig spel”, waarbij hij zei: “We hopen dat het Europees Parlement niet hetzelfde pad volgt als de Spaanse autoriteiten en hun neiging om fundamentele rechten te schenden”.
De autoriteiten in Madrid en Brussel houden er verwrongen ideeën van rechtvaardigheid en democratie op na. Maar dat wisten we al. En de mainstream media schrijven er zo goed als niet over. Maar dat hadden we ook niet verwacht.