Ex-VVD-raadslid Sid Lukkassen keert zich tegen de maatregelen van de partij die hij in het recente verleden nog vertegenwoordigde. Hij vindt dat de langetermijngevolgen van de avondklok die invoering hiervan niet rechtvaardigen.
Premier Rutte en oppositieleider Geert Wilders voerden deze week een ongekend fel debat over de invoering van de avondklok: een maatregel die we niet meer hebben gezien sinds de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De overheid en niet jijzelf bepaalt voortaan wanneer je jouw woning mag verlaten. Hun debat laat zien dat ons democratische systeem op zijn laatste benen loopt.
Rutte zei dat de PVV, door tegen de avondklok te zijn, de kant kiest van de wappies. Deze uitspraak is respectloos tegenover het principe van gekozen volksvertegenwoordiging. Hoewel miljoenen burgers zijn standpunt over de avondklok delen, is Wilders ongeveer de laatste persoon die dit standpunt kan verwoorden. Burgers kunnen dit niet zeggen omdat ze anders worden gecanceld en op het internet als wappies worden weggezet. Pogingen om over de verstrekkendheid van de coronamaatregelen te discussiëren, worden afgedaan als ‘complotdenken’. De premier zou er respect voor moeten opbrengen dat een voorgestelde maatregel vanuit meerdere invalshoeken kan worden bekeken. Dit is het grondprincipe van de representatieve democratie, zoals ook uiteengezet door de Duitse filosoof en voormalig cultuurminister Julian Nida-Rümelin in Demokratie und Wahrheit (2006).
Daarnaast merkte Rutte op dat hij méér macht heeft dan in andere situaties omdat het kabinet al is afgetreden. Dat het kabinet niet meer kan vallen, maakt kennelijk dat de bewindspersonen niet langer onder morele druk staan en zich meer kunnen permitteren. Onderaan de streep is deze opmerking gigantisch denigrerend naar de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Het is ‘aftreden maar niet écht aftreden’ – precies zoals FvD-leider Thierry Baudet voorspelde – en vervolgens jezelf daarover nog op de borst kloppen ook.
Inderdaad, als het kabinet écht was afgetreden – niet slechts naar vorm maar naar substantie – dan hadden ze geen besluiten meer genomen en zéker niet zulke verstrekkende. Dan had het parlement met een initiatiefvoorstel moeten komen.
Wat er nu gebeurt is in feite caesarisme – gewoon voldongen feiten scheppen en alléén de regels naleven als ze in je eigen voordeel zijn, of je überhaupt niets gelegen laten liggen aan formele structuren. Dit kan uitsluitend doordat de overheid steeds meer informatie heeft over burgers en mensen zich niet meer ten eigen voordeel op het systeem durven te beroepen.
Dit brengt ons op de vraag wat vrijheidslievende burgers überhaupt nog van de Tweede Kamer kunnen verwachten? Een VVD’er meldde hierover:
“Helaas hebben we in de Tweede Kamer bijna uitsluitend angsthazen en jaknikkers. Buiten de Kamer zouden ze nooit zoveel kunnen verdienen, dus houden ze hun mond. Vanzelf ontstaan hieruit onuitvoerbare wetten. Die zijn dikwijls niet te handhaven. Je ziet het met de avondklok: onmiddellijk een lijst van uitzonderingen, waaronder het uitlaten van de hond en mantelzorgers. Er is niet langer een onderliggende visie op de maatschappij, dus het woord ‘beleid’ kunnen we beter vervangen door ‘losse flodders voor de komende vier jaar’.”
Hieruit maken we op dat met de invoer van de avondklok de overheid een leraar wordt die straf geeft, vervolgens gefrustreerd is dat de leerlingen de straf niet uitvoeren, en daarop nóg strengere straffen uitdeelt, in de hoop dat het dan plots wél lukt. Er is domweg te weinig handhavingscapaciteit en draagvlak onder de bevolking is ook gering. Op de lange termijn heeft dit vier consequenties.
Ten eerste, een aanhoudende perspectiefloosheid. De regering maakt alleen een model voor een opschaling van coronamaatregelen en niet voor de afschaling ervan. Afschalen wordt althans angstvallig buiten het publiek debat gehouden. Hierdoor kan de overheid stappen zetten voor eigen machtsvergroting zonder dat beleidsmakers daar achteraf op kunnen worden aangesproken.
Ten tweede volgen de meeste burgers de overheid, maar dit is puur uit angst, opportunisme en lijfsbehoud, terwijl iedereen er het zijne van denkt. Ja, men is tot dusver bereid geweest om de eigen mobiliteit te beperken om de verspreiding van het virus te remmen, maar een avondklok is te verstrekkend en tast het zelfbegrip aan van Nederland als vrije open samenleving. De meeste burgers durven dit niet uit te spreken of uit te schrijven, maar reken er maar op dat er honderdduizenden hardwerkende Nederlanders zijn die normaal niets met politiek hebben, die nu alle tijd krijgen voor het vormen van eigen kritische gedachten over het systeem.
Ten derde wijzigt de aanhoudende sociale isolatie het karakter van onze bevolking. Een ontwikkeling die reeds gaande was, de digitalisering van sociaal contact, is in een stroomversnelling geraakt waardoor mensen zijn vervreemd. Met de avondklok brokkelt het maatschappelijk weefsel verder af: minder gezelligheid en sociale samenhang. Dit is catastrofaal gezien de overheid al tien jaar inzet op het afschalen van staatszorg en het terugbrengen van verantwoordelijkheid naar burgers zelf.
Ten vierde gaat een groot deel van de middenstand kopje onder. Wat overblijft na faillissement wordt voor een prikkie opgekocht door oliesjeiks en Chinese vastgoedmagnaten verbonden aan de Communistische Partij. Als de Chinese invloed kenbaar wordt in onze economie, is het onvermijdelijk dat arbeidsrecht en omgangsnormen die met het werk samenhangen óók worden omgebogen naar het Chinese model. Hier past het perfect bij dat mensen die strijden voor de vrijheid van burgers worden weggezet als ‘wappies’. Maar in de toekomst zullen we deze medeburgers dankbaar zijn.
Ik ben benieuwd hoeveel mensen zich bij de verkiezingen in maart ontwaakt zullen betonen – we gaan het zien.