In onze democratie is een cruciale rol weggelegd voor de volksvertegenwoordiger. Zo iemand de mond snoeren voor enkel het schenden van een huishoudelijk reglement? Dat is nogal wat, vindt Joop van Holsteyn, verbonden aan het Instituut Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden.
Betrokkenheid bij de kwaliteit en vitaliteit van de democratische staat van Nederland is een goede zaak. En het mag niet verbazen dat Trouw zich op dat punt helder en expliciet uitspreekt en de eigen geschiedenis niet verloochent. In dat licht kunnen het Commentaar (21 oktober) en de Brief van de hoofdredacteur (22 oktober) worden begrepen. Luide waarschuwingen tegen met name Forum voor Democratie (FvD) en PVV als eigentijdse ernstige bedreigingen van democratie en rechtsstaat.
Directe aanleiding was de recente ophef rondom het optreden van FvD-leider Baudet en het ingrijpen van de Tweede Kamer tegen zijn nalatigheid om onderlinge afspraken na te komen. Het niet vermelden van nevenfuncties en mogelijke extra verdiensten daaruit was dit keer de casus belli. Bijna gelijktijdig werd PVV-fractieleider Faber in de Eerste Kamer de mond gesnoerd vanwege ontoelaatbaar geachte uitingen.
Dat onderlinge parlementaire afspraken dienen te worden gerespecteerd en zelfs dat paal en perk kan worden gesteld aan wat gezegd kan worden in de Staten-Generaal, is niet onbegrijpelijk. En toch wringt het, juist als het gaat om het bestrijden van de uitholling van de democratie.
Cruciale rol voor volksvertegenwoordiger
Met name het voor enige tijd ontnemen van spreekrecht aan Baudet in de Tweede Kamer is hoogst problematisch. De basis van het besluit is gelegen in de eigen spelregels van de Tweede Kamer. Die regels doen ertoe, maar het is de vraag wat de status van die regels is. Hoe verhouden deze interne regels zich tot het onderliggende en fundamentele principe van de vertegenwoordigende democratie?
In die democratische variant is nu eenmaal een cruciale rol weggelegd voor de volksvertegenwoordiger, die de verbinding vormt tussen volk en democratisch gelegitimeerde vertegenwoordiging. Als eigen is aan een democratische gemeenschap dat het volk regeert, dan geschiedt dat in de representatieve democratie via de inbreng en stem van de direct gekozen volksvertegenwoordiger. Wie vervolgens een volksvertegenwoordiger de mond snoert, tast deze essentie van onze democratie aan. Dat is nogal wat.
Of het niet voldoen aan wat in de kern niet meer is dan het huishoudelijk reglement van de Tweede Kamer volstaat om een volksvertegenwoordiger effectief te hinderen in de uitvoering van zijn zo belangwekkende taak, is dan ook aanvechtbaar. Zeker, Baudet werd het recht om deel te nemen aan stemmingen niet ontnomen. Maar als dergelijke stemmingen worden gezien als de kern van de vertegenwoordigende democratie, dan hebben we het over een erg platte, welhaast triviale democratievorm. Wie kan leven met democratie zonder onderling overleg, debat en deliberatie is wel heel erg snel tevreden. Of beter: kan daarmee niet tevreden zijn.
Zeer gecompliceerde claim
De claim dat de democratische rechtsstaat bedreigd wordt door het niet nakomen van administratieve afspraken en door dubieuze opmerkingen richting bewindslieden en mede-volksvertegenwoordigers, is eenvoudiger gemaakt dan waargemaakt. Die claim is heel veel gecompliceerder en behoeft meer doordenking en betere argumentatie dan vaak het geval is, ook in de recente commentaren van Trouw.
Wellicht kwalijker nog is het gegeven dat de bestrijding van dit vermeende kwaad de kwaal weleens zou kunnen verergeren in plaats van genezen. De stelling dat het ontnemen van het woord aan een volksvertegenwoordiger – in het geval van Baudet iemand die bij de meest recente Kamerverkiezingen de steun kreeg van bijna 250.000 kiesgerechtigde burgers – de democratie uitholt, laat zich zeker zo goed verdedigen.