Nu de coronacrisis de baanzekerheid van Nederlanders aantast, lijkt een onvoorwaardelijk basisinkomen volgens de voorvechters een beter idee dan ooit. Er zijn voorbeelden: Spanje keert inmiddels een basisinkomen uit aan de armste huishoudens en in eigen land kregen door de coronacrisis gedupeerde zelfstandig ondernemers tijdelijk steun. Een prelude om het eens echt te proberen?
Het b-woord, zo kun je het basisinkomen beter noemen. Strooi met de term en de pittige reacties zijn niet van de lucht. “Als Tweede Kamerlid merkte ik al dat als ik het woord basisinkomen uitsprak, men enthousiast of fel reageerde”, vertelt GroenLinks-wethouder Linda Voortman.
Het basisinkomen is op veel manieren in te vullen en zelfs voorstanders hebben het over verschillende ideale vormen. “Maar vooral als het over een onvoorwaardelijk basisinkomen gaat, waarbij iedere inwoner van Nederland ‘gratis geld’ zou krijgen, krijg je gepassioneerde reacties”, stelt Voortman. “Want krijgt iedereen dat dan of alleen als je geen werk hebt? Hoe hoog moet het zijn? Worden mensen er niet inactief door?”
‘Minder stress door wegvallen sollicitatieplicht’
Om dit te onderzoeken, gingen tussen 2017 en 2019 meerdere gemeentes in Nederland experimenteren met de zogenoemde regelarme bijstand. 752 van de 9.400 deelnemende bijstandsgerechtigden werden ingedeeld in vier groepen. De eerste groep kreeg minder regels opgelegd, de tweede groep kreeg meer begeleiding bij de zoektocht naar werk, de derde groep mocht bijverdienen en voor de vierde groep (de controlegroep) bleef alles zoals het was.
Als wethouder van Utrecht werkte Voortman mee aan het experiment Weten wat werkt, dat vorige week de ESF-Award won. De prijs gaat naar door het Europees Sociaal Fonds gesubsidieerde projecten die andere organisaties kunnen inspireren.
Wat haar in het onderzoek vooral opviel, was de extra motivatie van mensen om te werken. “Men ondervond duidelijk minder stress, omdat ze niet hoefden te bewijzen hoeveel sollicitaties ze per week deden. Aan de andere kant ontdekten we dat sommige mensen het juist prettig vonden om extra hulp te krijgen”, aldus Voortman.
‘Ons huidige stelsel is een groot goed’
De aan de Universiteit van Utrecht (UU) verbonden econoom en filosoof Loek Groot houdt zich al zijn hele carrière bezig met het vraagstuk basisinkomen en heeft er zijn twijfels over. “Experimenten leveren informatie op, maar geen antwoorden. En een onvoorwaardelijk basisinkomen? Zoiets doe je niet als noodmaatregel om corona het hoofd te bieden”, meent Groot.
“Het basisinkomen zou een uitkomst kunnen zijn van een maatschappelijke discussie, waarbij ook de politieke partijen kleur bekennen en het dan bijvoorbeeld in het regeerakkoord van een kabinet wordt opgenomen.”
“Voor werkenden zie ik het gewoon niet zo gauw gebeuren.”
Linda Voortman, GroenLinks
Groot stelt dat de invoering van een basisinkomen de welvaartsstaat die we hebben opgebouwd drastisch zou veranderen. “Ons stelsel is een groot goed, er is veel strijd voor geleverd om het op te bouwen dat geef je niet zomaar op. En het is helemaal gebaseerd op werk. Als je iedereen een vast bedrag per maand geeft, onafhankelijk van of je genoeg hebt of niet, dan krijg je een heel ander stelsel.”
Ook Voortman denkt dat een onvoorwaardelijk basisinkomen ver weg is. “Wij hebben het nu over mensen in de bijstand, dat is stap één. Moet je daarnaast nog alle mensen die al werk hebben een gratis inkomen geven? Het is een lastige vraag. Ik verdien bijvoorbeeld als wethouder meer dan genoeg. Dan krijg ik ook nog een basisinkomen, is dat nodig? Voor werkenden zie ik het gewoon niet zo gauw gebeuren.”
‘Het taboe rondom het basisinkomen is verbroken’
Alexander de Roo, voorzitter van de Vereniging Basisinkomen, ziet de toekomst rooskleuriger in. “Eerst de toeslagenaffaire, huilende mensen op de televisie en vervolgens corona, dat zet vaart achter het debat. Nu moet het er eindelijk van komen. Door de pandemie kregen mensen in Hongkong geld, in Amerika, Canada en in Engeland is de discussie gaande. Het taboe rondom het basisinkomen is een beetje verbroken.”
Volgens De Roo is het ook niet financieel onuitvoerbaar: “Voor 95 procent is het een herschikking van geld dat we al hebben”, zegt hij. “Je haalt alle heffingskortingen, uitkeringen en toeslagen weg. Als je het geld dat je daarmee bespaart gebruikt voor een basisinkomen, is het te doen. Maar er zal ook dan nog een bedrag door de overheid moeten worden bijgelegd om op het basisinkomen uit te komen.”
De Roo ziet belasting verhogen als optie. Uit een berekening blijkt volgens hem dat mensen met een laag inkomen er in koopkracht op vooruit gaan. Rijkere werkenden, mensen die meer dan twee keer modaal verdienen, gaan er zo’n 2 procent op achteruit.
‘CPB zegt dat het financieel kan’
Ook UU-econoom Groot zegt dat het financieel haalbaar is. “Het Centraal Planbureau (CPB) heeft modellen waarin dat basisinkomen wordt gesimuleerd, en dan blijkt dat het kan. En het is niet zo dat mensen dan massaal besluiten om niet te werken. Dat is het goede nieuws van de CPB-studie. Met een basisinkomen kun je namelijk geen auto, wintersportvakanties of huis betalen.”
“Men durft het beestje op een of andere manier niet bij de naam te noemen.”
Alexander de Roo, Vereniging Basisinkomen
Bij D66 en GroenLinks woedt een felle discussie over het al dan niet opnemen van het b-woord in het verkiezingsprogramma voor maart 2021. Voorvechter De Roo heeft er een goed gevoel over, of het nu voor komend programma of over vier jaar is. “Maar dan gaat het waarschijnlijk wel anders heten, men durft het beestje op een of andere manier niet bij de naam te noemen.”