Pieter Omtzigt over Koninklijk Huis: tijd voor verandering
Pieter Omtzigt wil dat de leden van het Koninklijk Huis zich beperken tot hun eigenlijke, vooral ceremoniële taken. Hij constateert dat de minister-president onmogelijk politieke verantwoordelijkheid kan dragen voor andere, meer inhoudelijke werkzaamheden.
Aanleiding voor Omtzigts pleidooi zijn ‘politiek omstreden uitspraken’ van koningin Máxima en het werk van prinses Laurentien voor de toeslagenslachtoffers. Daardoor rammelt de ministeriële verantwoordelijkheid, vindt Omtzigt. Dit zegt hij in een groter interview dat in EW, dat vrijdagochtend verschijnt op EWmagazine.nl.
Volgens hem moet een keuze worden gemaakt: ‘Of de leden van het Koninklijk Huis beperken zich tot hun eigenlijke, hoofdzakelijk ceremoniële taken, of er wordt in voorkomende gevallen een uitzondering gemaakt op de regel dat de premier verantwoordelijk is voor het optreden van het Koninklijk Huis.’
‘LAURENTIEN-ROUTE’ VERSOBER
Het vorige kabinet trok op de valreep ruim 2 miljard euro uit voor de stichting van prinses Laurentien, die toeslagenslachtoffers compenseert met gemiddeld 128.000 euro. Deze ‘Laurentien-route’ is inmiddels versoberd: gemiddeld 80.000 euro. Wordt het budget overschreden, dan is premier Schoof staatsrechtelijk verantwoordelijk voor iets waarop hij geen invloed heeft.
Omtzigt kan de compensatieregeling billijken, want het gaat om zwaar gedupeerde gezinnen. ‘Probleem is wel dat een lid van het koningshuis dit uitvoert. Voormalig premier Rutte sprong te lichtvaardig om met de ministeriële verantwoordelijkheid voor leden van het Koninklijk Huis. Daardoor kon koningin Máxima zich bij de Verenigde Naties bezighouden met microkredieten en kon zij zich omstreden uitspraken veroorloven, zoals over de digitale euro. De kabinetten-Rutte zetten die deur open. Daarover moeten we discussiëren.
‘Het is te prijzen dat prinses Laurentien zich inzet voor iets wat maatschappelijk relevant is. Ik maak haar geen verwijt. Maar wij moeten dingen netjes regelen. Zou straks blijken dat het budget voor de Laurentien-route fors wordt overschreden, dan is premier Dick Schoof verantwoordelijk. Dat is het ongelukkige hieraan. Het is onverstandig om dergelijke werkzaamheden te beleggen bij iemand van het Koninklijk Huis.
VERDER VAN DE TROON
Het is hoog tijd dat wij ervoor zorgen dat leden van het Koninklijk Huis géén dingen meer doen naast hun eigenlijke, ceremoniële werk. Doen we dat niet, dan moeten wij in speciale gevallen de ministeriële verantwoordelijkheid hiervoor weghalen bij de premier. Voor koningin Máxima ligt dit nog gevoeliger dan voor prinses Laurentien, die wat verder van de troon staat.’
Laurentiens echtgenoot is prins Constantijn, formeel vierde in de lijn van troonopvolging.
Omtzigt: ‘Feitelijk staat Constantijn nog dichter bij de troon. Mocht er de komende tien jaar iets gebeuren met koning Willem-Alexander – wat natuurlijk niemand hoopt – dan zal, gezien de nog jonge leeftijd van kroonprinses Amalia, waarschijnlijk Constantijn tijdelijk staatshoofd worden. Laurentien is van deze verantwoordelijkheid dus niet uitgesloten.’
Gaat Koninklijk Huis ten onder aan te veel individualistische leden?
Willem-Alexanders ‘graag-of-niet-monarchie’ sloot jarenlang goed aan bij de ‘laat mij dit maar oplossen’-regeerstijl van Mark Rutte. Maar steeds duidelijker wordt dat het Koninklijk Huis dringend toe is aan renovatie.
Willem-Alexander was het afgelopen decennium koning in het land van een premier die hem zijn eigen gang liet gaan. Drie kabinetten lang werd de Koning gegund wat hij vond dat des konings was, en dat ging vooral over vrijheid.
In ruil daarvoor bemoeide hij zich zo min mogelijk met het bestuur. Liberalen en koningen zijn traditioneel geen vrienden, maar in dit opzicht liep de samenwerking tussen Mark Rutte en de Koning gesmeerd.
De Koning ziet zichzelf niet als Willem de zoveelste. Bij zijn ouders had hij gezien wat ervan komt als je jezelf splijt tussen eigenheid en plicht. Omdat hij geen gevangene van de staat wilde zijn, vroeg hij Máxima al ten huwelijk nog voor premier Wim Kok het politieke probleem rond haar vader had opgelost.
Willem-Alexanders ‘graag-of-niet-monarchie’ sloot jarenlang goed aan bij de ‘laat mij dit maar oplossen’-regeerstijl van Mark Rutte. Maar steeds duidelijker wordt dat het Koninklijk Huis dringend toe is aan renovatie.
Willem-Alexander was het afgelopen decennium koning in het land van een premier die hem zijn eigen gang liet gaan. Drie kabinetten lang werd de Koning gegund wat hij vond dat des konings was, en dat ging vooral over vrijheid.
In ruil daarvoor bemoeide hij zich zo min mogelijk met het bestuur. Liberalen en koningen zijn traditioneel geen vrienden, maar in dit opzicht liep de samenwerking tussen Mark Rutte en de Koning gesmeerd.
De Koning ziet zichzelf niet als Willem de zoveelste. Bij zijn ouders had hij gezien wat ervan komt als je jezelf splijt tussen eigenheid en plicht. Omdat hij geen gevangene van de staat wilde zijn, vroeg hij Máxima al ten huwelijk nog voor premier Wim Kok het politieke probleem rond haar vader had opgelost.
Volgens de (toen nog) kroonprins was het eenvoudig: hij had zijn besluit genomen. Als het parlement daar bezwaar tegen had, werd hij geen koning.
EIGEN KONINKRIJKJE
Daarmee was de toon gezet voor de ‘graag-of-niet-monarchie’ die hij vanaf 2013 zou leiden. En met de ‘laat mij dit maar oplossen’-regeerstijl van Rutte, die deze hele periode premier was, ging dat wonderwel goed samen.
Al snel bleek dat Willem-Alexander, anders dan zijn moeder, niet zat te wachten op het lezen van lijvige dossiers. Maar dat was geen probleem. Het wekelijkse gesprek tussen de premier en de Koning kon wel worden overgeslagen. Geen nieuws was goed nieuws, en bellen of sms’en kon ook.
In plaats van in het land van Rutte, heerste de Koning over zijn eigen Oranje Fonds. Dit door financiering van de Postcode Loterij aangeboden huwelijkscadeau groeide uit tot een wijdvertakt netwerk van doelen en verenigingen die jaarlijks gezamenlijk rond de 30 miljoen euro steken in sociale, maatschappelijke en culturele projecten in Nederland en op de Antillen.
Net als zijn voorouder Willem I, die in 1813 de Nederlandsche Staatsloterij in het leven riep om de uitgaven voor zijn nieuwe staat te financieren, creëerde Willem-Alexander zo een eigen koninkrijkje. Zonder lastige ministers of tegendraads parlement, met dankbare onderdanen en een altijd positief ingestelde pers.
FINANCIEEL VERWEND
Aan Willem-Alexander had Rutte, die uitblinkt in het ‘lezen’ van zijn opponenten, geen zware kluif. De inschatting was snel gemaakt: niet meer dan lichte aanmoediging was nodig om de Koning diens eigen zijpad te laten kiezen.
In de regeerperiode van Beatrix was de wrijving tussen haar en bewindslieden nog weleens een punt van zorg. Maar door de outsourcing onder Rutte werd het ‘geheim van Noordeinde’ vrijwel een blanco pagina.
Máxima, die voor Nederland misschien te groot zou worden, kreeg een hoge functie bij de Verenigde Naties (VN) en werd over de wereld gestuurd om ‘financiële inclusie’ te bewerkstelligen.
Financieel werden ze als vanouds verwend. Terwijl koning Felipe van het vele malen grotere Spanje een jaarlijkse toelage van 400.000 euro moet delen met zijn vrouw, ontvangen Máxima en Willem-Alexander samen bijna 1,5 miljoen euro per jaar, en dan blijft de circa 11 miljoen voor onkosten en hofhouding nog buiten beschouwing.
Conflicten waren er niet of nauwelijks, ophef en gedoe waren er wel. Over vakanties, jagen op het kroondomein in Apeldoorn, of een steiger voor een speedboot van 2 miljoen euro.
Of toen Máxima als speciale rapporteur bij de VN werd gefotografeerd, terwijl ze in gesprek was met de Saudische kroonprins Mohammed Bin Salman. Hij was kort daarvoor beschuldigd van het in stukken laten hakken van een journalist.
VERGIFFENIS
Maar hoe groot de verontwaardiging ook was, echt politiek werd het nooit. De speedboot, het vakantiehuis en de jacht waren privé, en dat Máxima iedereen in de wereld ontmoette, illustreerde juist hoe neutraal zij in de wereld stond.
Steeds meer werd Willem-Alexander wie hij was, steeds minder was hij staatshoofd. Toen hij in coronatijd met zijn gezin naar zijn vakantieadres vloog – terwijl Nederlanders was verteld dat ze dat beter niet konden doen – werd hard over hem geoordeeld.
Maar kon je een koning die langzamerhand de rol van nationale uitzendkracht was gaan vervullen, dit kwalijk nemen? Kon van hem, die zo ver van politieke besluiten en dilemma’s af was komen te staan, nog worden verwacht dat hij zich daarmee persoonlijk identificeerde?
Het excuus voor zijn niet-voorbeeldige actie mocht hij ook zelf maken. De videoboodschap waarin hij en Máxima het volk om vergiffenis vroegen, had meer weg van een realityshow dan van een koninklijke toespraak.
Willem-Alexander torende steeds minder uit boven de liberale vader des vaderlands die Rutte was geworden.
HOOFD DER NATIE
Maar zelf was hij niet ontevreden met zijn rol. Vorig jaar betoonde hij zich tijdens een bijeenkomst op Paleis Het Loo met historici zelfs verontwaardigd dat hij door hen ‘staatshoofd’ werd genoemd. Die term, zei hij, staat niet eens in de Grondwet. Als koning, zo vond hij, is hij ‘hoofd der natie’.
Dat klonk sprookjesachtig, maar wat hij ermee bedoelt, weet niemand. Dat hij deep down een romanticus is, misschien. Maar nu een kabinet met onervaren ministers en een ambtenaar als premier een gepolariseerde politieke omgeving moet kalmeren, is er vooral behoefte aan institutionele stabiliteit. En of het huidige Koninklijk Huis die kan bieden, is de vraag.
Terwijl de overheid om de oren wordt geslagen met de eis van ‘openheid’, is rond de Koning een web van culturele en maatschappelijke organisaties en bedrijven ontstaan, die – buiten de geijkte, democratische kanalen om – belangen behartigen.
Niets in deze omgeving is wat het lijkt. ‘Goede doelen’, commercie, overheid en politiek zijn communicerende vaten geworden, en in de menigte van consultants en lobbyisten valt eindverantwoordelijkheid niet aan te wijzen.
Vorige maand beklaagden ambtenaren zich over de manier waarop de schoonzus van Willem-Alexander, prinses Laurentien, zich profileert als redder in nood voor de slachtoffers van de Toeslagenaffaire.
DE KAR VAN DE PRINSES
Aan de hand van een speciale rekenmethode die haar naam draagt, inventariseerde haar stichting Gelijkwaardig Herstel hoeveel geld aan gedupeerde ouders moet worden terugbetaald. Toen dit 5 miljard meer dreigde te bedragen dan geraamd, sloegen ambtenaren van het ministerie van Financiën alarm.
Over sprookjes gesproken: de managementfilosofie van Laurentien is gebaseerd op de zogeheten ‘ijsberg-methode’. Die maakt ‘verschillende lagen en signalen vanuit de onderstroom zichtbaar’ en geeft inzicht in ‘dwarsverbanden tussen relevante onderwerpen en dimensies van een vraagstuk’, zodat een ‘gezamenlijk beeld’ ontstaat van ‘wat nodig is voor systeemverandering’.
Volgens ambtenaren kwam de ‘dialoog als continu, bottom-up en collectief proces’ die de prinses nastreeft, er in de praktijk op neer dat gedupeerden voor geleden schade geen bewijs hoefden te presenteren. Of ze werden gecompenseerd voor schade die nooit werd geleden, of al voor de affaire was ontstaan. Ook dreigde juist ongelijkwaardig herstel. Want de slachtoffers die op de kar van de prinses naar het ministerie werden gereden, kregen het dubbele van wat aan anderen werd toegezegd.
Koningin Juliana raakte eind jaren veertig in de ban van het idee dat geen macht ter wereld de ‘tijdswending’ kon tegenhouden, die door ‘kosmische krachten’ onder ‘Opperste Leiding van Liefde’ was ingezet.
Haar spirituele raadgeefster, Greet Hofmans, kreeg van ‘Boven’ instructies door, die de Koningin konden helpen om die ommekeer te bewerkstelligen. Destijds maakte prins Bernhard hieraan een einde door de Duitse pers in te schakelen. Maar Laurentien praatte in talkshows, kranten en bladen honderduit, zonder dat iemand aan de bel trok.
EMOTIONELE VIDEOBOODSCHAP
Sinds zij zich met haar stichting over de slachtoffers van de Toeslagenaffaire ontfermt, is ze volgens haar website veranderd van een ‘guerrillabeweging’ in een ‘speler die door de overheid als een neutrale, oplossingsgerichte expert’ wordt beschouwd. Voor het veroorzaken van een miljardenstrop vanwege de ‘menslogica’ die zij op de gedupeerde ouders toepast, is in Den Haag nog geen verantwoordelijke gevonden.
Noem het een samenloop van omstandigheden. De financiële schade door de ‘pilot’ van de prinses, moest door staatssecretaris Aukje de Vries (VVD) worden afgewogen tegen nog meer leed voor de al gedupeerde slachtoffers als het project zou worden stopgezet.
Laurentien voerde de morele druk nog op door een emotionele videoboodschap uit te zenden, waarin ze beloofde dat haar ‘maatschappelijke coalitie’ die verbonden is door ‘de methode luisteren’, niet ‘wegstapt’. Uiteindelijk besloot De Vries, vlak voor haar aftreden, een extra bedrag te reserveren van 2,3 miljard euro om met het project door te gaan.
In de vorige eeuw mochten leden van het Koninklijk Huis geen baan hebben die raakte aan politiek of commercie. Die eis is stilletjes verdwenen.
De liberale paradox wil dat iedereen inmiddels zó gelijk is geworden en het Koninklijk Huis zó gewoon, dat de leden ervan alle ruimte krijgen om hun familieband met de Koning in het publieke domein te exploiteren.
INFLUENCER
Laurentien en haar echtgenoot prins Constantijn voeren sinds 2017 opdrachten uit voor maatschappelijke organisaties, ministeries en gemeenten, waarmee ze als Algemeen Nut Beogende Instelling (anbi) jaarlijks meer dan 1 miljoen euro ophalen. Ze ondersteunen ook de activiteiten van hun 22-jarige dochter Eloïse, die haar koninklijke afkomst te gelde maakt als influencer.
een van haar opdrachtgevers
In de foto’s en video’s over haar koninklijke lifestyle die zij op Instagram plaatst om kleren en cosmetica te verkopen, spelen haar ouders, die lid zijn van het Koninklijk Huis en dus onder de ministeriële verantwoordelijkheid vallen, een belangrijke rol.
De publicatie van een app-conversatie met haar moeder – volgens Eloïse haar ‘grote voorbeeld’ – was vast onderdeel van het dagboek over haar stage bij een Nederlands bedrijf in afgeprijsde luxe kleren in New York.
Onlangs opende ze met haar moeder ook een winkel in vintagekleren in Den Haag. Er zou best eens een item van Máxima tussen kunnen zitten, lieten moeder en dochter doorschemeren in een interview met het tijdschrift Linda.
De handel in koninklijke identiteit verhoudt zich slecht tot de manier waarop de Rijksvoorlichtingsdienst journalisten op grond van de mediacode intussen verbiedt om over het privéleven van de Koning en zijn familie te berichten. De ene inbreuk op de koninklijke privacy is kennelijk de andere niet, afhankelijk van wie er zijn ‘business’ van maakt.
WIE WORDT BETAALD?
Kosten noch moeite zijn gespaard om Paleis Huis ten Bosch te renoveren, maar het onderhoud aan de monarchie is achterstallig. Willem-Alexander raakte zijn rol in de formatie kwijt, maar regeert nog over het instituut van zijn moeder. Alleen zijn de ‘bewoners’ van dat Huis inmiddels net zo geïndividualiseerd als andere Nederlanders. En daar wringt de schoen.
Een regering hoeft geen fan van de monarchie te zijn om toch voor het staatshoofd te zorgen. Niet door hem per se ter wille te zijn, wel door zich te bekommeren om het staatsrechtelijke fundament dat hij representeert.
Regie over het uit de tijd geraakte instituut is noodzakelijk. Over de hoge bezoldiging van de familie wordt elk jaar geklaagd. Maar nog belangrijker dan de hoogte van de bedragen is het antwoord op de vraag hoe verantwoordelijkheid en beloning zijn georganiseerd: wie behoort tot het Huis en wie wordt daarvoor betaald?
Prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven, prinses Laurentien, prins Constantijn, prinses Alexia en prinses Ariane zijn lid van het Koninklijk Huis, maar ontvangen daarvoor geen vergoeding. Dat is niet alleen een bron voor persoonlijke verwarring, het zet ook de deur naar belangenverstrengeling open.
TUSSENJAAR
Eenvoudiger, menslievender en staatsrechtelijk zuiverder zou zijn om het lidmaatschap van het Koninklijk Huis en de daarbij behorende ministeriële verantwoordelijkheid te beperken tot degenen die een formele taak uitvoeren en daarvoor ook financieel worden beloond.
Het Koninklijk Huis zou in dat geval bestaan uit vier personen: de Koning, zijn vrouw, zijn opvolger en zijn voorganger. De overige leden van de familie worden van hun staatsrechtelijke status verlost, en zullen werkelijk vrij zijn om hun leven in te richten zoals zij dat willen.
De jaarlijkse persconferenties kunnen beperkt blijven tot de actieve leden, zodat Alexia niet meer aan heel Nederland hoeft uit te leggen wat ze in haar ‘tussenjaar’ heeft gedaan, en de Tweede Kamer zich ook niet hoeft te bemoeien met de eventuele vraag of zij mag trouwen met haar tennisleraar.
En het besluit om ‘koninklijke’ consultants in te huren, zal voortaan echt een vrije keuze zijn.
Om de monarchie in stand te houden, hoeft de magie ervan niet over alle kinderen en ook nog over broers, zusters, zwagers, schoonfamilie, tantes en ooms van het staatshoofd te worden uitgestrooid. In een land waar privilege door geboorte in 1848 werd afgeschaft en gelijkheid inmiddels een nationale obsessie lijkt, doet dat schizofreen aan.
KLEINER EN PROFESSIONELER HUIS
Een enkelvoudige meerderheid in de Kamer volstaat om de samenstelling van het Koninklijk Huis te veranderen en te reserveren voor degenen die daarin een betaalde functie bekleden. De ministeriële verantwoordelijkheid voor die personen zou dan ook meer dan een dode letter moeten zijn.
Het kleinere, meer professionele Huis dat dan ontstaat, zou meteen een voorbeeld kunnen zijn voor de rest van de overheid, die ook zo gebukt gaat onder grote formele verantwoordelijkheid aan de ene, en praktisch onvermogen aan de andere kant.