In de westerse wereld beslissen de kiezers wie regeert, zegt men. Maar de zittende macht beïnvloedt verkiezingen en sluit groepen uit. Dit gebeurt niet alleen door de politiek zelf, maar ook vanuit de media, het strafrecht en via social media. Dit geldt voor een land als de VS en helaas ook voor Nederland. Veel burgers haken af, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen was er een sprankje hoop in Barendrecht. Kiezers pakten de democratie terug.
Hunter Bidens laptop
Deze week was Hunter Biden – de zoon van president Biden – trending op Twitter. Wat was het geval? De New York Times had op pagina 27 een artikel met in de 24e alinea een zinnetje waarin achteloos werd medegedeeld dat er bezwarend materiaal was gevonden op een laptop van Hunter, en dat dit materiaal echt was. Rechts Twitter reageerde met bittere spot. Want in oktober 2020 – pal voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen – was dit verhaal van de New York Post niet welkom bij de ‘nette’ media.
It's been 24 hours since the NYT acknowledged the reported emails from the Biden laptop were authentic, as was the NY Post's story on how they obtained it.
*None* of the media outlets that spread the CIA's "Russian disinformation" lie has admitted what they did or retracted it👇 pic.twitter.com/6LXhtIXEHm
— Glenn Greenwald (@ggreenwald) March 18, 2022
Censuur en desinformatie
De censuur was keihard. De New York Post – een van de oudste kranten van de VS – kon het eigen Twitteraccount niet meer gebruiken, en het artikel over Hunters laptop kon door niemand getweet worden. Facebook censureerde het verhaal en alle ‘kwaliteitsmedia’ papegaaiden elkaar na dat het om ‘Russische desinformatie’ ging, meestal zonder erbij te vertellen dat daar geen enkel bewijs voor was. En natuurlijk ook zonder te vertellen dat het belastende materiaal echt was.
En zo gingen veel Amerikaanse kiezers naar de stembus zonder te weten dat er redelijke verdenking bestond dat Joe Biden corrupt gehandeld had in o.a. China en Oekraïne. Latere peilingen wezen uit dat veel kiezers anders gestemd zouden hebben als ze volledig op de hoogte zouden zijn geweest. Het was een loepzuiver voorbeeld van ernstige beïnvloeding van de verkiezingen.
Maar dit speelde in de VS, in Nederland zou dit nooit kunnen gebeuren, toch…?
Geen platform
In Nederland pleiten politicologen voor censuur ‘om de democratie te redden’ en geven er blijkbaar niet om dat censuur het einde van democratie betekent. Leden van deze bubbel zijn voorstander van het eenzijdig uitnodigen van politici van de ‘juiste’ partijen in talkshows. Zij zijn tegenstander van een omroep die de andere kant van het politieke spectrum aan het woord laat. Ze willen de kiezers eenzijdig informeren, want anders komen de ‘verkeerde’ politici aan de macht. En ze worden op hun wenken bediend door veel (social) media.
"Dat de PVV niet adverteert op Facebook is niet helemaal uit vrije wil, meldt lijsttrekker Sebastian Kruis: ,,Al onze advertenties zijn afgewezen. Vreselijke Big Tech-bedrijven."
Zo heeft Big Tech dus invloed op het democratische proces. Zeer onwenselijk.https://t.co/O9290OQ7BE
— Mattijs Glas (@MattijsGlas) March 17, 2022
Politiek proces
Nu is de mediabias al verwerpelijk, maar in Nederland kunnen we ons ook afvragen hoe neutraal het Openbaar Ministerie is. Herinnert u zich de rechtszaak tegen PVV-leider Geert Wilders? RTL-verslaggever Pieter Klein had documenten boven tafel gekregen waaruit bleek dat “er directe inhoudelijke bemoeienis was vanuit het ministerie van Justitie in een strafzaak tegen een volksvertegenwoordiger, oppositieleider Wilders.” Dit maakte duidelijk dat het hier om een politiek proces ging.
Het strafrecht werd gebruikt door de zittende macht om de oppositieleider te intimideren, een duidelijke schending van de trias politica. Maar inmiddels heeft de Hoge Raad vastgesteld “dat er geen sprake was van een politiek proces.” Moeten we de vele leugens die Pieter Klein vond dan maar vergeten? Blijkbaar wel. Het machtswoord is gesproken en de burgers van dit ‘gave’ land moeten zich er maar bij neerleggen.
Richard de Mos
En helaas is dit niet het enige voorbeeld van strafvervolging in Nederland die naar politiek stinkt. In oktober 2019 werden twee Haagse wethouders – Richard de Mos en Rachid Guernaoui – met veel bombarie aangehouden en beschuldigd van ‘corruptie, omkoping en schending van het ambtsgeheim’. Bijzonder was dat dit gebeurde vlak voor de val van burgemeester Krikke, waardoor De Mos geen waarnemend burgemeester werd.
Zo pijlsnel als de rest van het college en de gemeenteraad de wethouders lieten vallen, zo traag was vervolgens het Openbaar Ministerie. Het duurde bijna een jaar voordat de verdachten eindelijk verhoord werden en te horen kregen wat de aanklachten precies waren. Daarna werd het weer stil. Intussen is De Mos twee verkiezingen verder, en roepen andere partijen dat zij niet met hem kunnen samenwerken omdat er ‘twijfel aan zijn integriteit’ zou zijn.
D66 gaat prat op ‘integer’ bestuur, ondertussen ⤵️
– Gesjoemel onkostenvergoedingen
– Seks met minderjarigen
– Seksuele intimidatie
– Lekkende wethouder
– Wethouder die zichzelf subsidie geeft
– Illegaal wachtgeld
– Penthouse Pechtold
– Kaag docuWakker?#dezestadverdientbeter https://t.co/wLllr4sGct pic.twitter.com/iCBVZ3DrfB
— Richard de Mos 💚💛 (@RicharddeMos) March 15, 2022
Integriteit van de rechtsstaat
Zo langzamerhand lijkt er vooral reden te zijn om te twijfelen aan de integriteit van onze rechtsstaat. Hoe is het mogelijk dat in Nederland politieke processen gevoerd kunnen worden? Want om even heel eerlijk te zijn: na alles wat Pieter Klein naar boven heeft gehaald, is de Hoge Raad absoluut niet geloofwaardig. En na De Mos tweeëneenhalf jaar te hebben laten bungelen, is het OM in deze zaak ook niet meer geloofwaardig. In beide gevallen weten de heren juristen heel goed hoeveel politieke schade ze aanrichten.
De gevestigde orde
Politici van de gevestigde orde hebben niets te vrezen, het gaat steeds om politici die als bedreiging voor die orde worden gezien. Maar wat is de gevestigde orde? Wie zijn er eigenlijk ‘aan de macht’ in de westerse wereld? Het zijn de hoogopgeleide wereldburgers die zich moreel verheven voelen boven het klootjesvolk. Zij weten hoe het zit en hoe het moet. En als de rest van de samenleving het daar niet mee eens is, dan leggen ze het gewoon nog een keertje uit. En ja, ze zijn oververtegenwoordigd in de politiek, de media en de ambtelijke top.
Lage opkomst
Deze welwillende potentaten hebben wel een klein probleempje. Veel kiezers willen niet meer meespelen; ze gaan niet meer stemmen. Maar hoe kunnen we nu een ‘feest van de democratie’ vieren als de kiezers wegblijven? Hier en daar wordt gemopperd over luie kiezers die hun plicht verzaken. We hebben immers zo’n prachtig land! We mogen blij zijn dat we in deze heerlijke democratie leven! Wat een ondankbaar volk is dit toch…
Maar onderzoekers vertellen dat mensen niet wegblijven omdat ze lui zijn, maar omdat ze de politiek niet meer vertrouwen. Tijdens de wekelijkse persconferentie vroegen journalisten aan Mark Rutte hoe dat gebrek aan vertrouwen kon zijn ontstaan. De premier – behendig als altijd – weet het aan de lange formatie. Helaas was er niet één kritische journalist die begon over de doofpot van het toeslagenschandaal, de leugens over functie elders, het sensibiliseren van Pieter Omtzigt of het doelbewust verkeerd voorlichten van de Tweede Kamer.
Rutte kwam er (weer eens) mee weg, maar toch was er deze week een sprankje hoop.
Haha. In 2018 haalde lokale partij EVB in Barendrecht 14 van de 29 zetels – op 1 zetel na de meerderheid – en vormden alle andere partijen de coalitie. Vier jaar later namen de kiezers wraak: EVB 20 zetels. Grote absolute meerderheid dus. pic.twitter.com/M9piRItfMG
— robhoogland.nl (@RHoogland) March 17, 2022
Barendrecht
De ‘nette’ partijen in Barendrecht waren er vier jaar geleden nog net in geslaagd om de populisten buiten te sluiten. Ze vonden zichzelf vermoedelijk erg fatsoenlijk, maar hoe fatsoenlijk is het om je eigen democratie te saboteren? De burgers van Barendrecht lieten zien hoe fatsoen echt werkt. Ze bestormden niet het gemeentehuis, maar wachtten tot de volgende verkiezingen en bezorgden de uitgesloten partij een twee derde meerderheid.
Dit is wat in feite overal zou moeten gebeuren; kiezers zouden de democratie terug moeten pakken van de bedillerige antidemocraten van de gevestigde orde. Maar daarvoor moet aan een paar voorwaarden worden voldaan. In de eerste plaats moet er iets te kiezen zijn, zoals in Barendrecht. Lijsttrekker Lennart van der Linden vertelde verslaggevers dat hij niet van plan is om nu de andere partijen uit te sluiten, maar dat hij er wil zijn voor heel Barendrecht. Heel wat fatsoenlijker dus dan zijn tegenstanders.
Goede informatie
De tweede voorwaarde is dat kiezers goede, veelzijdige informatie krijgen. In een middelgrote stad als Barendrecht kan de informatie nog van mond tot mond gaan, maar op grotere schaal zijn burgers afhankelijk van de (social) media. Daarom is verwevenheid tussen de macht en de media een ramp voor de democratie. Hoe moeten kiezers ooit goed geïnformeerd naar de stembus gaan als journalisten – zoals bij die wekelijkse persconferentie – geen kritische vragen stellen? Hoe moeten kiezers informatie krijgen als die verzwegen of zelfs gecensureerd wordt?
Politici bij de omroepen
Om te beginnen zouden omroepen eens de moed moeten hebben om alle politici aan het woord te laten. Dat wil dus zeggen: niet alleen politici van bevriende partijen uitnodigen, maar juist ook van partijen die een ander geluid laten horen. En die politici dan niet tegenover een tribunaal van gelijkgezinden zetten, maar werkelijk in debat laten gaan.
Uitnodigingen en gasten die komen is niet hetzelfde hè…
— Tijs van den Brink (@TijsvandenBrink) March 13, 2022
Omgekeerd zouden politici van de gevestigde partijen de moed moeten hebben om bij een omroep met een ander geluid te komen. Nu al krijgt Ongehoord Nieuws het verwijt dat daar alleen maar populisten aan tafel zitten, maar hoeveel politici wagen zich liever niet in dit hol van de leeuw? Of willen dit ‘foute’ programma niet legitimeren? Intussen zorgen zij zelf voor polarisatie en zijn ze blijkbaar bang voor het debat.
Angst voor het volk
De gevestigde orde is bang voor het volk en durft dus de democratie niet te laten functioneren. Die demofobie kan te maken hebben met angst voor fascisme of racisme, want sommige vooraanstaande lieden geven graag het volk de schuld van oorlogen, onderdrukking en discriminatie. Maar de bevoorrechte klasse is niet moreel verheven boven de rest van de samenleving, en het uitsluiten van groepen veroorzaakt juist problemen.
Een andere reden voor deze antidemocratische houding is nog erger. In de huidige toestand krijgen leden van het establishment vrijwel altijd hun zin. Hun ideeën zijn bepalend voor het beleid, hun plannen worden uitgevoerd. Ze willen helemaal niet dat de rest van het volk echt inspraak krijgt, simpelweg omdat zij het niet met die rest eens zijn. Ze zijn bang de controle te verliezen. Maar dit is antidemocratisch gedrag.
Een gezonde democratie
Echte democraten beseffen dat iedereen inspraak moet hebben en dat beleid gebaseerd moet zijn op een breed draagvlak. De eerste voorwaarde voor een gezonde democratie is een echt debat. In een echt debat is alle informatie beschikbaar en worden alle meningen gehoord. Niemand wordt uitgesloten vanwege een foute mening, want foute meningen bestaan niet. Er bestaan wel slecht geïnformeerde meningen, maar dat probleem kan opgelost worden door een inhoudelijk debat.
Democratie is niet voor bange mensen
Echte democraten proberen niet via omwegen de verkiezingen te beïnvloeden, maar gaan dit debat aan. Zij zijn niet bang vanwege samenzweringstheorieën over duistere neigingen bij het volk, zij zijn evenmin bang dat hun eigen positie wat minder gerieflijk wordt. Zij hebben het lef om in gesprek te gaan en te zoeken wat werkelijk wijs is.
Echte democratie is niet voor bange mensen.