Eén miljoen ICT-geschoolden in 2030. Dat is wat Nederland nodig heeft, concludeert niet alleen branchevereniging NLdigital, maar ook het kabinet. De vraag is: gaan we dat halen? En wat gebeurt er als we in 2030 nog geen miljoen IT’ers hebben?
- Volgens het kabinet heeft Nederland in 2030 1 miljoen ICT-geschoolden nodig
- Dat komt neer op zo’n 10% van de gehele werkzame beroepsbevolking – wat waarschijnlijk lastig is om te halen
- Halen we het niet, dan zal steeds meer dienstverlening vertraging oplopen
Allereerst: hoeveel IT’ers heeft Nederland eigenlijk? Een vraag waar een eenvoudig antwoord op zou moeten bestaan, maar dat blijkt niet het geval. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt dat Nederland in het tweede kwartaal van 2023 555.000 werkenden in de beroepsklasse ICT zat. Maar pr-eDICT, het Expertisecentrum Digitalisering ICT van het opleidingsfonds Arbeidsmarkt ICT CA-ICT, kwam voor eind 2022 uit op al 707.000 ICT’ers.
Het verschil zit hem in de definitie van wat een ICT’er is. Pr-eDICT gebruikt niet alleen data van het CBS, maar ook van DUO, Jobdigger en LinkedIn, en ziet bijvoorbeeld ook opleiders informatietechnologie, data-analisten, grafisch ontwerpers en multimediaontwerpers als ICT’ers. Het CBS telt dergelijke beroepen niet mee, waardoor het aantal lager uitvalt.
Welk aantal we moeten aanhouden, daar lijkt zelfs de regering niet helemaal over uit. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat haalt in 2022 in de Strategie Digitale Economie zelfs nog een derde cijfer aan, gebaseerd op een analyse van HeadFirst Group en de Intelligence Group: 580.000 IT’ers in 2021.
En ook daarin wordt de ambitie van 1 miljoen IT’ers in 2030 uitgesproken. Inmiddels hanteert het ministerie weer andere cijfers: op 24 oktober 2023 wordt het cijfer van pr-eDICT aangehaald (707.000 in 2022). Maar volgens pr-eDICT telde Nederland in 2021 638.000 IT’ers. Cijfers die dus niet overeen lijken te komen met de eerdere aantallen die EZK noemde.
Op basis van welk cijfer we 1 miljoen IT’ers moeten halen, is dus nog maar de vraag. Gaan we uit van de cijfers van pr-eDICT, dan halen we de 1 miljoen wel, denkt Louis Spaninks – directeur van opleidingsfonds CA-ICT, initiatiefnemer van pr-eDICT. “We zitten nu al op 707.000, over twee jaar zijn dat er 850.000. Dus in 2030 een miljoen IT’ers, ik voorspel dat we dat al wel eerder halen.”
Maar als we de cijfers van pr-eDICT aanhouden, dan klopt het streefgetal mogelijk niet meer, vermoedt Casper Copper. “Als ze uitgaan van de cijfers van CA-ICT, dan moeten we in 2030 meer IT’ers hebben dan een miljoen”, stelt hij. NLdigital vermoedt dat er hoe dan ook zo’n 40-50% meer IT’ers bij moeten komen dan dat we nu hebben. Op basis van de cijfers van pr-eDICT kom je dan dus eerder op 1,2 miljoen uit.
Vertraging en verlies koppositie
Hoe dan ook moeten er veel meer IT’ers bijkomen. Wat als dat niet lukt? “Het is natuurlijk niet alsof op 1 januari 2030 alle telefoons uitvallen als we de 1 miljoen niet halen”, benadrukt Copper. Maar gevolgen heeft het zeker wel. “Zaken gaan vertraging oplopen. Dat kun je bijvoorbeeld zien bij de overheidsdiensten.”
Praktijkvoorbeelden daarvan zijn er al: in 2022 werd gewaarschuwd dat de invoering van de nieuwe pensioenwetgeving onder druk komt te staan, vanwege het dreigende tekort van IT-specialisten die ook kennis hebben van pensioenen. In datzelfde jaar gaf 76% lokale overheden – zoals gemeenten, provincies en waterschappen – in onderzoek van AG Connect, iBestuur en Binnenlands Bestuur aan dat IT-projecten vastlopen, omdat er geen mensen te vinden zijn.
Als dergelijke problemen zich bij de overheid voordoen, krijgt het bedrijfsleven er ongetwijfeld ook mee te maken. “Vergeet niet dat de Rijksoverheid de grootste werkgever van IT’ers is”, aldus Copper. En zelfs zij lopen dus nu al tegen uitdagingen aan. “Ik denk dat je het tekort in de hele maatschappij gaat merken.”
Hoe realistisch is 1 miljoen?
Dus hoe zit het dan met de groei van het aantal IT’ers in Nederland? Wat is realistisch? Arjan Ruis, senior arbeidsmarktanalist bij Intelligence Group, heeft daar wel een antwoord op. Ruis baseert zich met name op de ontwikkelingen uit het verleden en hoe die zich door kunnen vertalen naar de toekomst.
Daaruit blijkt dat niet alleen de beroepsbevolking groeit, maar ook steeds meer mensen voor een baan in IT kiezen. Tussen 2013 en 2023 groeide de werkzame beroepsbevolking van 8,4 miljoen naar 9,7 miljoen. “In 2013 waren er volgens het CBS 280.000 IT’ers op in totaal 8,4 miljoen werkenden in Nederland. Dat wil zeggen dat van alle werkenden ruim 3% IT’er was. Nu zitten we net onder de 6%. Die 707.000 van pr-eDICT komt neer op gemiddeld 7,4% in 2022. Dat is dus iets hoger.”
Dus hoe vertaalt dat zich naar de toekomst? Houden we de cijfers van het CBS aan en gaan we uit van een lineaire groei, dan werkt 7,3% van de beroepsbevolking in 2030 in de IT, wat neerkomt op 718.000 IT’ers. Bij exponentiële groei komen we met de huidige omstandigheden uit op 822.000 IT’ers, aldus de cijfers van het CBS. Worden de cijfers van pr-eDICT aangehouden, dan kan de miljoen net aan gehaald worden, mits er sprake is van een exponentiële groei – een groei waarbij het aantal IT’ers over tijd steeds sneller toeneemt.
In dat geval werkt in 2030 namelijk 10,2% van de beroepsbevolking in de IT, wat neerkomt op 999.000 IT’ers. Bij lineaire groei blijft dat steken op 9,2%.
Volgens Ruis blijft het hoe dan ook uitdagend. “Uiteindelijk moet je toch toe naar een aandeel van ruim 10%, ervan uitgaande dat de beroepsbevolking niet heel hard meer groeit in de komende jaren.” Nederland heeft immers te maken met vergrijzing en de verwachting is dat zo’n 45.000 IT’ers in de komende zes jaar met pensioen gaat. Dat terwijl er nu jaarlijks zo’n 13.000 nieuwe IT’ers van hun opleiding afkomen.
“Dus laten we zeggen dat er zo’n 90.000 gediplomeerden bijkomen. Daarmee compenseer je wel de pensioenuitstroom, maar in de praktijk komen er dan dus maar tussen de 40.000 en 50.000 IT’ers bij vanuit het onderwijs.”
Tegelijkertijd zijn er nu weinig werklozen, dus ook daar vallen niet echt meer IT’ers uit te putten. “Eigenlijk werkt nu iedereen. Dus als we een miljoen IT’ers willen behalen, moet zo’n 10% van de gehele werkzame beroepsbevolking in 2030 IT’er zijn”, verklaart Ruis.
Maar daarvoor moeten mensen uit andere beroepsgroepen gehaald worden. Dat betekent dat jongeren minder vaak voor een baan in zo’n beroepsgroep kiezen of dat mensen de beroepsgroep verlaten en zich laten omscholen naar een IT-beroep.
Maar ook in andere beroepsgroepen is sprake van tekorten. Nu zijn er wel beroepsgroepen waar een daling wordt verwacht – bijvoorbeeld onder managers en dienstverlenende beroepen – maar die daling is niet zo sterk dat daarmee het tekort aan IT’ers aangevuld kan worden. Zelfs niet als al die mensen voor een baan in IT kiezen, wat op zichzelf al onwaarschijnlijk is.
Kunnen we nog stappen zetten?
Het streefgetal behalen is dus hoe dan ook een uitdaging. Maar we kunnen nog wel meer doen om het aantal IT’ers verder te laten groeien.
“Op de korte termijn is om- en bijscholing echt prioriteit nummer 1”, vindt Copper. “Dat wordt ook gezegd in het Actieplan Groene en Digitale Banen [van het kabinet, red.], dat daar centraal op ingezet moet worden. Het probleem is nu dat er heel veel versnippering is. Dat moeten we tegengaan en bestaande programma’s moeten we opschalen.” Daarnaast moeten omscholers en bedrijven elkaar beter weten te vinden, bijvoorbeeld door bij het aannemen van mensen meer te kijken naar hun vaardigheden dan naar de diploma’s.
Verder moet er wat Copper betreft meer aandacht voor IT komen in het onderwijs en is er nog een flinke slag te slaan qua vrouwen. Volgens het CBS is namelijk nog altijd maar 17,5% van alle IT’ers een vrouw, volgens pr-eDICT is dat 20%. Toch ziet CA-ICT-directeur Spaninks daar wel weer een duidelijk lichtpunt in. “Het aantal mannelijke IT’ers is de afgelopen jaren met 8% gegroeid, het aantal vrouwelijke met 20%. Dat is een echte kentering. Natuurlijk werken er nog altijd meer mannen in IT, maar er is wel een verschuiving gaande.”