Tot voor kort was er nog één Nederlander die geloofde in het coronabeleid. Hugo de Jonge. Dat is nu ook voorbij. De man is in paniek en doet maar wat.
Kon de overgrote meerderheid van de bevolking in de eerste maanden van de pandemie nog heel goed begrijpen dat het kabinet moest ‘varen in de mist’, al snel barstte de kritiek los.
Niets lukte
Die kritiek betrof het crisismanagement van de coronaminister. Niets lukte hem: beschermingsmiddelen regelen, testcapaciteit opzetten, vaccins inkopen, vaccinaties organiseren, vliegvelden sluiten, de ziekenhuizen in het gelid zetten, voor de verpleeghuizen opkomen, de thuiszorg beschermen, noem maar op. Alles te laat en te weinig.
Dat had niets te maken met het enge, onbekende virus, maar met het normale vakmanschap en de bestuurlijke vaardigheid die je van een minister mag verwachten. De man stond met lege handen. Ik geloof direct dat hij van goede wil was en een tijdje heeft gedacht dat het een kwestie van wennen was.
Maar de klus ging hem boven zijn macht.
In plaats van dat te erkennen en op te stappen, werden we keer op keer getrakteerd op stoere toezeggingen, overduidelijke onwaarheden en bedekte dreigementen, dobberend in een oeverloze woordenstroom.
Van bescheidenheid geen spoor. Pronkend bezocht hij geïmponeerde oudjes, overbelaste verpleegkundigen en lege testlocaties. Als je al de foto’s optelt waarop hij zich laat vaccineren, dan moeten zijn armen eruit zien als die van een drugsverslaafde.
Ongegeneerd werden we ’s mans privéleven ingetrokken, moesten we hem liedjes horen zingen en zagen we hem laatst nog in gala op de kaft van de Linda, samen met een ander succesnummer uit het kabinet, Kasja Ollongren.
Ondertussen wisselde het beleid sneller dan het weer in maart. Telkens ondertiteld met ingestudeerde oneliners en slogans. En wat niet kon worden ingestudeerd, werd voorgelezen, hakkelend en stamelend als pijnlijk bewijs dat hij de materie niet overstijgen kan.
Steeds weer hadden maatregelen geen of te weinig effect en steeds weer kregen wij, de burgers, de schuld. Híj deed alles goed, wíj maakten er een potje van. Je moet maar durven.
Ja, mijn oordeel is hard.
Maar ik ben nog niet klaar.
Om Hugo de Jonge heen staan allerlei figuren die minstens zo belabberd hebben geopereerd en die hem voor de kritiek hebben laten opdraaien.
Onze premier voorop. We weten inmiddels welke tactiek hij hanteert als er een probleem is: dan zorgt hij ervoor dat tussen hem en dat probleem een minister staat. Als een schild, een schietschijf.
En laten we ook andere bewindslieden niet vergeten die veilig in de marge van het coronabeleid rondstommelen. Zo’n Grapperhaus bijvoorbeeld die op tv relschoppers bars de les leest of meer in het algemeen de Nederlandse bevolking beschuldigt van het overtreden van coronaregels. Maar iets toevoegen aan het beleid? Iets beters? Welnee.
De regio-premier
Noemen we ook Bruls, de voorzitter van het Veiligheidsberaad. De man gedraagt zich inmiddels als een soort regio-premier die het nodig vindt om publiekelijk De Jonge te adviseren en – waarschijnlijk om ’s mans steun niet te verliezen – ook de bevolking voortdurend op zijn falie te geven.
En wat te denken van het OMT. Vastgelopen in eindeloze discussies en nooit op één lijn. Voortdurend springen er kikkers uit de kruiwagen, hartelijk ontvangen aan de talkshowtafels om hun private mening te pluggen. Sommigen melden terloops een ministerschap niet te zullen afwijzen.
En daaromheen cirkelen al die hoogwaardigheidsbekleders die melden coronamaatregelen niet te zullen handhaven (politiechefs en burgemeester Halsema natuurlijk), die maatregelen onvoldoende te vinden (Kamerleden bijvoorbeeld) of juist te ingrijpend (Kamerleden bijvoorbeeld).
Allemaal autoriteiten die doen alsof ze in deze crisis geen verantwoordelijkheid dragen, maar lid zijn van een debatteervereniging.
Bang voor de lobby’s
In dit pandemonium van afkalvend gezag zijn De Jonge en Rutte vastgelopen in de tunnel die ze zelf hebben gegraven. Angstig dat ze ‘verkeerde’ besluiten nemen (lees: besluiten die door invloedrijke belangengroepen of de meerderheid van de bevolking niet worden gepikt), laten ze systematisch hun plannetjes een dag voor de persconferentie uitlekken. Met wat handigheidjes erin verstopt natuurlijk, zodat er iets weg te geven valt.
De Jonge en Rutte waren apetrots toen ze hun persconferenties opluisterden met een gebarentolk, maar hebben ze ook maar één seconde gedacht aan die groeiende groep inwoners die ofwel onze taal niet machtig is ofwel met dank aan ons onderwijssysteem functioneel analfabeet is? Denken ze serieus dat deze mensen goed geïnformeerd zijn? Dat ze naar die persconferenties kijken? Dat ze niet afhankelijk zijn van de (baker)praatjes van familie en lokale leidslieden?
Boa’s provoceerden winkeliers
Geen mens (ook degene die wel Nederlands kan lezen en spreken) die nog weet welke maatregelen gelden. Maar dat weerhield boa’s er niet van om undercover winkeliers te provoceren tot overtreding van deze of gene regel om bij succes triomfantelijk het bonboekje te trekken.
Werken die vaccins nu wel of niet? En hoe lang? Is er sprake van oversterfte onder gevaccineerden? Raden maar, uw overheid vertelt het niet.
En maar verbaasd zijn dat nog maar drie op de tien Nederlanders vertrouwen in de overheid heeft.
Heeft alleen de overheid schuld?
Natuurlijk niet.
In onze volksaard – op dit punt hebben we geen enkel inburgeringsprobleem – zit de nare neiging om alles ter discussie te stellen. ‘Ja maar’ ligt ons in de mond bestorven.
Daarbij komt de hebbelijkheid te denken dat het eigen oordeelsvermogen scherp en zuiver is, dit in tegenstelling tot dat van de buren en eigenlijk de rest van ons land.
Kies naar believen
Dit leidt tot de houding om maatregelen in het algemeen en dus ook de coronaregels als een interessant keuzepakket te zien waar men vrijelijk in kan grasduinen, uiteraard onder de conditie dat ieder ander zich nauwgezet aan de voorschriften houdt.
Verder praten we wel veel, maar tot een uitwisseling van meningen komt het niet snel. In het beste geval stoppen we even met spreken als een ander door je heen begint praten (door sommigen wel omschreven als een discussie) om vervolgens doodgemoedereerd het eigen betoog voort te zetten.
De ontkerkelijking mag zijn opgerukt, dreigen met hel en verdoemenis is het vaste repertoire als iemand jouw mening niet deelt. Sinds de opkomst van social media kunnen we de banvloeken live volgen: in eindeloze draadjes leest men elkaar de les, bijgevallen door scheldende medestanders, doorgaans eindigend in een ‘blok’.
Ook de individualisering, naar men zegt kenmerk van ons tijdvak, verbleekt zodra het op corona aankomt. Dan denken we weer onbekommerd in groepen. Oude mensen? Dor hout. Ongevaccineerden? Wappies. Of, in het martelaren-zelfbeeld van de ongevaccineerden: de nieuwe joden.
Hoe het ook zij en wat ook de motieven of bijgedachten zijn, al met al houden de mensen zich redelijk goed aan de maatregelen.
Ondertussen rijzen de besmettingen de pan uit. De afgekondigde maatregelen zullen vast worden opgevolgd door nieuwe, wellicht scherpere. Of de boosterprik voldoende zal helpen, is nog de vraag. In elk geval zal de onrust in de samenleving niet snel luwen. Integendeel, er zijn groepen die zich verenigen met als hoogste doel ophef (en meer) te veroorzaken.
Het toekomstperspectief is eenvoudigweg onrustbarend.
Laten we daarom een nieuwe start maken. De bal ligt primair bij Hugo de Jonge en Rutte. In elk geval moet De Jonge plaats maken voor een nieuwe minister-crisismanager. Iemand die inhoudelijk in de materie zit, de gezondheidszorg van binnenuit kent, een omvangrijke bestuurlijke – en managementervaring heeft en persoonlijk gezag.
Vervang mensen, stop lekken
Over Rutte zwijg ik. De lopende kabinetsformatie is een autonoom proces en hoe je het ook wendt of keert, hij heeft de verkiezingen gewonnen.
Verder dient een einde gemaakt te worden aan alle verstoring en eigengereidheid die het functioneren van de crisisminister tot op heden frustreerden. Een kwestie van mensen vervangen, Bruls voorop, of terugduwen in hun hok.
Voorts moet het afgelopen zijn met het lekken van plannen en proefballonnetjes. Het is van tweeën een: vertel wat je wilt of vraag om advies.
Excuses?
Dit is allemaal niet heel ingewikkeld om te realiseren. Als de nieuwe minister en de premier bovendien beleefd namens het kabinet excuses aanbieden voor de chaos van de afgelopen tijd, zal de bevolking in overgrote meerderheid gewoon weer normaal meedoen.
Ik twijfel daar geen moment aan.
En ja, daarmee is nog niet gegarandeerd dat we het virus er snel onder zullen hebben, maar wel dat we ons daarop kunnen richten en niet op elkaar!